FilmrecensieThe Hand of God
Hoe Paolo Sorrentino in The Hand of God de verbeelding ontdekte in het Napels van 1984
The Hand of God
Regie: Paolo Sorrentino
Met Filippo Scotti, Toni Servillo en Teresa Saponangelo
★★★★
Met The Hand of God keert regisseur Paolo Sorrentino (51) terug naar zijn Napolitaanse jeugd in de jaren tachtig. Het is zijn meest persoonlijke film tot nu toe, waarin hij met een fijn gevoel voor komedie en tragedie zijn eigen volwassenwording beziet.
Centraal staat de 17-jarige Fabietto, een allenige tiener die met zijn Sony Walkman door de buurt struint en met veel mededogen naar alle kleurrijke karakters kijkt. Zoals zijn ouders die misschien geen perfect huwelijk hebben, maar wel veel van elkaar houden. Of zijn mooie tante die naakt zonnebaadt, en op wie hij een beetje verliefd is, maar die hij later zal bezoeken in een psychiatrische kliniek.
Met instemming ontmaagd
Door huiselijk geweld heeft ze haar ongeboren kind verloren. Ze is er niet meer bovenop gekomen. De bovenbuurvrouw, weduwe van een gynaecoloog, zal hem op een achternamiddag met instemming ontmaagden, terwijl Fabietto aan zijn mooie tante denkt.
Sorrentino is duidelijk over zijn inspiratiebron, dat is Federico Fellini, de Italiaanse maestro die de werkelijkheid op een droom kon laten lijken. Zoals Fellini met Amarcord (1973) terugkeerde naar zijn jeugd in Rimini anno 1937, zo kijkt Sorrentino terug op 1984, het jaar waarin de Argentijnse voetballegende Diego Maradona voor Napoli kwam spelen.
Sorrentino laat zien wat het met de Napolitanen doet, eindelijk is er weer hoop. Maar Maradona speelt ook nog een andere rol in het verhaal. Juist op de dag dat Fabietto een voetbalwedstrijd bijwoont, vindt er in zijn familie een vreselijk ongeluk plaats. Heeft Maradona hem gered van de tragedie? Is het toeval? Lotsbestemming? Was het de hand van god, zoals Maradona een van zijn meest befaamde goals - gemaakt met de hand - zelf noemde?
Voor het eerst vrij
Sorrentino speelt met werkelijkheid en fictie, het aardse en het hemelse. Er is een Napolitaanse legende van een monnik in het lichaam van een kind die in de film tot leven komt voor wie het wil geloven. Ongeluk kan een poort zijn naar geluk. De familietragedie brengt niet alleen verdriet teweeg, het is ook het moment waarop Fabietto zich voor het eerst vrij voelt.
Tijdens de eeuwigdurende Napolitaanse zomer is er opeens plaats voor toekomstplannen. Misschien wil Fabietto wel film gaan studeren in Rome. Terwijl hij door Napels struint, ontmoet hij de Italiaanse regisseur Antonio Capuano, voor wie Sorrentino in werkelijkheid als coscenarist werkte.
The Hand of God, op het Filmfestival van Venetië bekroond met de Grote Juryprijs en de prijs voor het beste jonge acteertalent, wijst erop open te staan voor wat er op je pad komt, maar vooral: de verbeelding te omhelzen. In Sorrentino’s wereld staat het oproepen van mentale beelden zonder dat deze zintuiglijk waarneembaar zijn, voor groot geluk.
The Hand of God is vanaf vandaag te zien in de bioscoop en vanaf 15 december op Netflix waar ook Sorrentino’s Oscarwinnaar La Grande Bellezza is te zien.