BoekrecensieRoman
Heeft het zin om Hamlet op te voeren in Bethlehem?Isabella Hammad geeft overtuigend antwoord
In haar tweede roman onderzoekt Isabella Hammad het belang van kunst in oorlog; als daad van verzet, als troost, als een mogelijkheid om voor even aan de werkelijkheid te ontsnappen.
Een groep Palestijnse theatermakers repeteert Hamlet op een toneel in de buitenlucht in Bethlehem als er een explosie in de straat achter hen klinkt en een witte zuil traangas opstijgt boven de gebouwen. Aanvankelijk zijn ze niet in paniek maar dan gaan de kreten van de mensen in de straten over in geschreeuw, rennen kinderen voorbij, ontploffen er meer traangasgranaten en klinkt er een door een megafoon vervormde stem die Hebreeuws spreekt en geweervuur. De acteurs vluchten, waarbij ze worden gefilmd door een soldaat. Zodra ze zich op veilig terrein begeven maken ze zich ongerust dat het ze wordt verboden het stuk op te voeren.
Een jaar eerder is er een Duitse danser opgepakt, niemand weet waarom, en die zit nog steeds in administratieve detentie. ‘Wat is sowieso het nut van een voorstelling als er overal massale protesten zijn?’, vraagt een van hen zich af. Het is een van de grote vragen in Geest komt op, dat de glibberige verhouding onderzoekt tussen kunst en politiek in bezet gebied.
Indrukwekkend debuut
Het is een krachtige roman, de tweede van Isabella Hammad (1992), dochter van een Brits-Ierse moeder en een Palestijnse vader. Ze groeide op in Engeland, studeerde Engels aan de universiteit van Oxford en woont afwisselend in Londen en New York, maar in haar verhalen schittert haar Palestijnse afkomst door.
Ze debuteerde indrukwekkend met De Parijzenaar, een historische roman gebaseerd op het leven van haar overgrootvader die werd geboren in Nablus, op de westelijke Jordaanoever, en als student in Frankrijk verbleef tijdens de Eerste Wereldoorlog, een periode waarin zijn geboortestad grote veranderingen doormaakte.
De Parijzenaar is politiek georiënteerd, net als Geest komt op, vrij van clichés en met warmte geschreven. In beide boeken ontrafelt Hammad een familiegeschiedenis die sterk wordt bepaald door de grillige gebeurtenissen op het wereldtoneel, waarbij het de personages en hun dagelijkse beslommeringen zijn die het verhaal voortstuwen.
Bezoek aan een hongerstaker
Geest komt op is het verhaal van de Palestijnse Sonia Nasir. Wat zij zich van de zomers uit haar jeugd herinnert: ze speelde in de tuin, ging naar het strand en keek na het eten in de woonkamer samen met haar familie naar de beelden van confrontaties op de Westelijke Jordaanoever.
Eenmaal bezocht ze bezet gebied, haar oom nam haar mee voor een bezoek aan een hongerstaker aan het eind van de eerste intifada, een ervaring die ze nooit van zich af heeft weten te schudden. Nu nadert ze de veertig en woont in Londen. Al elf jaar is ze niet in Haifa geweest, haar thuisstad, jaren waarin ze een baby verloor, waarin haar huwelijk op de klippen liep en haar acteer-carrière zeer moeizaam gestalte kreeg, maar na een affaire met een narcistische theaterregisseur keert ze terug om haar zus te bezoeken.
De dagen kennen eenzelfde ritme als die uit haar jeugd, ze gaat naar het strand, wandelt door de buurt en volgt ’s avonds de laatste ontwikkelingen via een Arabische nieuwszender. ‘Het was alsof ik weer terug was in de intifadazomers uit onze puberteit.’
Er kleeft iets passiefs aan Sonia, iets slooms, zoals ze zich door het leven laat overspoelen, maar dat verandert als ze betrokken raakt bij een lokale productie van Shakespeares Hamlet op de Westoever, geregisseerd door de idealistische Mariam, die, sterker dan de meeste Londense theatermakers die Sonia kent, gelooft in de relatie tussen kunst en politiek.
Boven het verhaal cirkelen
De cast is een gemêleerd gezelschap, sommigen zijn opgegroeid in bezet gebied en anderen niet, wat tot spanningen leidt. Hammad draait met mededogen rond deze figuren die op verschillende wijze naar de wereld kijken, waarbij ze ervoor waakt een standpunt in te nemen. Haar scènes ontrollen zich als een film met veel details. Een enkele keer beschrijft ze een repetitie als een theatertekst, in dialoogvorm, een kunstgreep die vaak irritatie wekt, maar die hier goed werkt, het laat je even boven het verhaal cirkelen, je beziet als het ware als een regisseur de groep acteurs.
Als Sonia een oudere collega naar de hoogtijdagen van het Palestijnse theater vraagt, vertelt hij haar over de jaren zeventig, toen het idee heerste dat je ook verzet kunt plegen zonder expliciet politiek te worden, zonder te preken. Dat is wat Hammad doet met Geest komt op.
In 1993 bracht Susan Sontag Wachten op Godot op de planken in het door oorlog geteisterde Sarajevo, met lokale acteurs, en met hulp van vriend Haris Pasovic die het Bosnische theater in die jaren onder haast onmogelijke omstandigheden in leven probeerde te houden. Het was Sontags manier om iets te doen voor de inwoners van de belegerde stad, voor die paar uur dat het stuk duurde, leek de oorlog even niet te bestaan. Over de tijd en plaats van de voorstelling werd niets gepubliceerd uit angst dat het leger in zou grijpen, uitnodigingen gingen van hand tot hand, van mond tot mond.
Ontsnappen aan de werkelijkheid
In Geest komt op hangt die dreiging ook boven de productie. Er worden mensen opgepakt voor verhoor, het gebied rondom het theater wordt afgezet, tijdens een voorstelling vallen er soldaten binnen. De levendige discussies tussen de castleden bieden een brede waaier aan meningen en ideeën over het belang van kunst, als daad van verzet, als troost, als een mogelijkheid om voor even aan de werkelijkheid te ontsnappen.
Hammad richt zich hierbij niet alleen op de politieke arena, maar ook op het individu, te midden van de chaos overziet Sonia haar leven, terugdenkend aan een miskraam bedenkt ze hoeveel baat zij destijds zou hebben gehad bij een representatie van die ervaring in de vorm van een boek of een film, of zelfs zoiets kleins als een gedicht. ‘Om me gezelschap te houden, zodat ik het gevoel had dat ik een pad bewandelde dat voor mij al door andere vrouwen was betreden, dat ik niet de eerste was die zich een weg door die wildernis probeerde te hakken.’
Want dat is natuurlijk precies wat kunst kan doen, Hammad toont het ons met verve.
Isabella Hammad
Geest komt op
(Enter Ghost)
Vert. Gerda Baardman en Jan de Nijs
Ambo Anthos;
384 blz. €25,99