In een fijnzinnige, ingetogen stijl vertelt de Ierse Claire Keegan een krachtig verhaal over willen wegkijken en toch handelen.
Een klooster op een heuvel, de ramen verduisterd en voorzien van ijzeren tralies, zwermen kraaien in de lucht. De Zusters van de Goede Herder runnen er een huishoudschool en een wasserij, maar over wat er zich daadwerkelijk afspeelt achter de hoge muren doen in New Ross vele verhalen de ronde.
Families zouden er ongehuwde, zwangere meisjes heenbrengen om te bevallen, de nonnen zouden de baby’s naar het buitenland verkopen; een lucratief handeltje. Anderen beweren dat er meisjes van laag allooi tot dwangarbeid worden gedwongen, dat er boete wordt gedaan door vlekken uit het vuile wasgoed te boenen.
Angst voor de kerk
Het zijn verhalen die vervliegen in de wind, want de angst van de inwoners van het Ierse stadje voor de katholieke kerk is groot. In Dit soort kleinigheden kijkt iedereen de andere kant op.
Claire Keegan baseerde haar novelle op de geschiedenis van de Magdalene-wasserijen; instellingen die werden gerund en gefinancierd door de katholieke kerk, in samenwerking met de Ierse staat. De wasserijen waren al vaker het onderwerp in film en literatuur, zoals in de geroemde film van Peter Mullan: The Magdalene Sisters (2004). Tienduizenden zwangere meisjes werden er tot halverwege de jaren negentig gevangen gehouden en gedwongen tot arbeid, duizenden zuigelingen kwamen er om het leven.
Pas in 2013 betuigde de Ierse regering spijt, schrijft Keegan in het nawoord. In haar fictieve verhaal, dat draait om thema’s als medeplichtigheid en moed, komt een man die weinig te winnen heeft en veel te verliezen in gewetensnood.
Het is december 1985, de dagen voor kerst. Een barre tijd van ontslagrondes, schulden en dichtgetimmerde etalages. Van huizen zo koud als bunkers en mensen die met hun jas aan slapen. Bill Furlong, hout- en kolenhandelaar, is vastbesloten om zich gedeisd te houden en niemand tegen de haren in te strijken, zodat zijn vijf dochters niets tekortkomen en met succes St Margaret’s, de enige goede meisjesschool in de stad, kunnen doorlopen.
Bevroren kolenhok
Maar ja, dan vindt hij bij het afleveren van een vracht een grof geknipt meisje in het bevroren kolenhok van het klooster. Ze kan nauwelijks op haar benen staan en vertelt hem dat de nonnen haar babyzoontje van haar hebben afgepakt.
Furlong draagt haar over aan de moeder-overste en strijkt een extraatje voor de kerst op, maar het gaat knagen. ‘Zou u ze willen vragen naar mijn kindje?’, had het meisje aan hem gevraagd. ‘Wat hem het meest dwarszat, was niet eens dat ze in het kolenhok was opgesloten of de houding van de moeder-overste, nee, het ergste was hoe het meisje in zijn aanwezigheid was behandeld en dat hij dat had laten gebeuren en niet naar haar kindje had gevraagd – het enige wat ze van hem had gevraagd – en dat hij het geld had aangepakt en haar daar aan een lege keukentafel had laten zitten terwijl onder haar kleine vest de moedermelk door haar bloes heen lekte, en dat hij daarna schijnheilig naar de mis was gegaan.’
Een vinger in elke pap
Hou de nonnen te vriend, adviseert zijn omgeving, ze hebben een vinger in elke pap. Denk aan je dochters; er staat maar een dun muurtje tussen het klooster en St Margaret’s. Ook Furlongs vrouw maakt korte metten met zijn wroeging: ‘Als je iets wilt klaarspelen in het leven moet je bepaalde dingen negeren, anders hou je het niet vol’.
Horen, zien en zwijgen dus, maar heeft het leven wel zin als je niet bereid bent anderen te helpen? Als je nooit de moed hebt om tegen de gevestigde orde in te gaan, kun je jezelf dan nog aankijken in de spiegel?
Wat meespeelt is zijn afkomst: Furlongs moeder was een zestienjarig dienstmeisje toen ze van hem beviel. Hij groeide op in het landhuis van haar werkgeefster, de barmhartige weduwe Wilson, en is er nooit in geslaagd de identiteit van zijn vader te achterhalen. Onder andere omstandigheden was zijn moeder waarschijnlijk ook daar op die heuvel terechtgekomen.
Kleine goede daden
Honderd pagina’s telt Dit soort kleinigheden, een grootse novelle, tijdloos, ingetogen en prachtig geschreven door een schrijfster met een piekfijn inlevingsvermogen en een bedrieglijk eenvoudige stijl. Een klassiek verhaal om te koesteren, zeker aangezien er maar heel sporadisch nieuw werk van Keegan verschijnt; sinds ze tweeëntwintig jaar geleden debuteerde met de meermaals onderscheiden verhalenbundel Antarctica, verschenen er nog één bundel en de novelle Foster.
Bill Furlong voelt zijn drang tot zelfbescherming en zijn moed onderling strijd leveren, het is verreweg het gemakkelijkst om niets te doen, om weg te kijken, maar het zijn de talloze kleine goede daden van mevrouw Wilson die zijn leven hebben gevormd en die hem in actie doen komen. Het maakt Dit soort kleinigheden tot een machtig verhaal over hoop.
Claire Keegan
Dit soort kleinigheden
(Small Things like These)
Nieuw Amsterdam; 112 blz. € 17,50