null Beeld

BoekrecensieVlaamse literatuur

De werkelijkheid zit de verbeelding van Maarten Inghels in de weg

Maarten Inghels speelt hoog spel met de lezer en zichzelf in zijn portret van oplichter Piet van Haut.

Peter Sierksma

Zelden heb ik een merkwaardiger begin gelezen dan dat van Maarten Inghels in zijn onlangs verschenen schelmenroman Het mirakel van België. Het aan de even gewiekste als platte Belgische oplichter Piet van Haut gewijde boek is ontstaan uit pure geldingsdrang, pocht Inghels, nadat enkele van zijn schrijvende vrienden hun twijfels hebben uitgesproken over zijn motieven juist deze figuur tot onderwerp te promoveren: ‘Je denkt dat je de allergrootste schrijver kunt worden met een uniek verhaal dat stof doet opwaaien, net als die slachtoffers dachten dat ze de allerrijksten konden worden. We willen ons allemaal voortdurend bewijzen, gezien worden met onze volle buik en dikke auto’s, of een betekenisvol leven leiden en onze naam vestigen. Ook ik. Daarover gaat mijn roman, over het ego en hoe we dat proberen te bevredigen…’

Veel schaamtelozer kan niet, deze ultieme poging om na een in De Standaard afgekraakte debuutroman en een als mislukt beschouwd dichterschap nog enige schrijversroem te vergaren.

En hoe sneu dan toch, zou je zeggen, om je bij wijze van laatste strohalm tot succes vast te klampen aan het dubieuze levensverhaal van een onverlaat die iedereen te slim af is.

De auteur is wel degelijk gezien

Tot zover de inleiding. Eenmaal op gang ontdek je dat Maarten niet alleen hoog spel speelt met zijn hoofdpersonage, maar ook met de lezer en zichzelf. Want al is de ­auteur geen Tommy Wieringa, hij is wel de­gelijk gezien. Zo is Inghels in 2015 gekozen tot stadsdichter van de stad Antwerpen en werd zijn bundel Contact (2018) door poëzierecensent Piet Gerbrandy zeer serieus genomen.

En schrijven kan hij ook. Het mirakel van België krijgt vooral kleur als Inghels de capriolen van Van Haut in het teken plaatst van mythische fantasten als de roemruchte Baron von Münchhausen, Peer Gynt en niet te ­vergeten de oplichter uit de lang verguisde roman The Confidence Man van Herman Melville. Alleen zo worden de door Van Haut ­gemanipuleerde en om de tuin geleide bankbedienden, stewardessen en piloten, actrices en tv-personalities interessant en levend genoeg om te blijven volgen.

Spannend wordt het als Inghels eigen vrouw in het geding komt en de oplichter de schrijver steeds dichter op de huid zit.

Hoe het verhaal afloopt, verklap ik niet. Wel is het fascinerend om te zien hoe de ­wereld waarin de oplichter zijn ‘biograaf’ meetrekt gaandeweg steeds banaler wordt en daarmee voorspelbaarder, zoals waar het Van Houts omgang met op leeftijd geraakte rijke vrouwen betreft. Op die momenten, merk je, zit de werkelijkheid die de auteur zoekt de nodige verbeelding in de weg.

Het punt waarop de uitgever is afgehaakt

Het is waarschijnlijk ook het punt waarop uitgever De Bezige Bij is afgehaakt en Inghels zijn missie bijna vroegtijdig ziet stranden.

‘Wie een gebrek aan schaamte heeft wordt niet geraakt’, typeert de auteur op bladzijde 395 de pure oplichter. En van de meester van de suspence, Edgar Allan Poe, is bekend dat een verhaal over zwendel nooit kan stoppen, ‘aangezien zwendel eigenlijk geen grenzen kent…’

Precies hier wringt de schoen. Als Inghels’ sneltrein naar Aanzien en Succes op bladzij 433 ­eindelijk tot stilstand wordt ­gebracht, heeft de lezer veel hilarische en tenenkrommende ­streken meebeleefd. Maar geraakt? Nee, dat is hij niet. En dat los van alle mogelijke gebrek aan schaamte.

null Beeld

Maarten Inghels
Het mirakel van België
Das Mag; 436 blz. €24,99

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden