PoëzieJanita Monna
De taal prikt en streelt in de nieuwe bundel van voormalig Dichter des Vaderlands Anne Vegter
De taal prikt en streelt in de nieuwe bundel van voormalig Dichter des Vaderlands Anne Vegter.
Een soort megahooiberg, maar dan op een server. Ergens. En daarin een onvoorstelbare hoeveelheid informatie. Persoonlijke gegevens als woonplaats en werkplek en partner, favoriete muziek en lievelingsrestaurants en nog duizelingwekkend veel meer. Big data waar alleen scherpe kijkers, zeg analisten, een verhaal van kunnen maken.
Maar dichters zijn minstens zo scherpe kijkers. Zij kunnen in de chaos die hen en iedereen omringt onverwachte klaarte scheppen. Anne Vegter, voormalig Dichter des Vaderlands, kan dat zeker. Ze doopte haar nieuwste bundel Big data, en ‘big’ is daarin evengoed op zijn Nederlands te lezen.
‘varken is te groot/ biggetje te klein/ te onschuldig/ je bent niet onschuldig/ je bent geen varken/ je bent kleiner/ maar ook weer niet zo klein/ ik noem je big’.
Wie die big is? Om daar te komen neemt Vegter een omweg. Die begint bij Ingrid Jonker. De Zuid-Afrikaanse dichteres krijgt in de reeks ‘Hoe Europa doen’ een hedendaagse stem als ze haar tragische levensverhaal vertelt. Met een desastreus verlopen reis door Engeland, Nederland, Spanje en Frankrijk – ‘Maar het sprookje liep niet echt fijn af, geloof ik’ – en de mannen, de gefnuikte liefdes die in dat sprookje zo’n belangrijke rol speelden.
De man. Hij die niet langer ‘man van’ wil zijn: ‘je wilde niet zijn: mijn man/ je werd: haar man’. Over hem gaat het in Big data. Of nee, veel meer gaat het over de vrouw die bedrogen wordt, die probeert te achterhalen waar eigenlijk ‘de oorsprong van de leugen’ ligt. Over de moderne Medea, die uit een kluwen van herinneringen, beelden, flarden, dromen het verhaal construeert van een huwelijk dat strandde, van haar Jason die voor een ander koos.
In Vegters verhaal is de innige liefde voelbaar voor het gezin en alle dagelijksheid ‘morgenpap/ schoolpaden/ wasmachines/ oudergesprekken’ die daarbij hoorde: ‘ik had de eenheid die in mijn armen uiteenspatte lief’. Maar evengoed, het verdriet, de woede en het zinnen op wraak (hoe middelbare mannen ‘plankgas van de stoep’ te rijden) toen de man ervandoor ging. De taal prikt en streelt, is helder en vervreemdend. Pijn werd poëzie. Want: ‘in haar feitelijke vorm is de geschiedenis ondraaglijk’.
jason is lomp
jij bent berekenend
jason is een onnozelaar
hij wilde iets voor me regelen
een hutje, voedsel, zorg voor de kinderen
jij liet me achter en eiste geen comfort
maar verdween op je tenen
de stilte in
op weg naar voederplaats 2.0
benoem het cliché
er zijn weinig verschillen
(perspectief van jason door medea)
je wilde niet zijn: man van
je wilde zijn: man
je wilde niet zijn: mijn man
je werd: haar man
niet weer een medea
o jawel
eentje die probeert haar kinderen op het nippertje te sparen
Anne Vegter
Uit: ‘Big data’, Querido; 88 blz. € 16,99
Janita Monna (1971) is journalist en recensent. Ze woonde lange tijd op Bonaire waar ze als correspondent werkte. Monna werkte als redacteur Poetry International festival en was initiatiefneemster voor de jaarlijkse Gedichtendag. Voor Trouw schrijft ze wekelijks over poëzie.