Opera Forward Festival
Eurydice – Die Liebenden, blind
★★★
Het Opera Forward Festival (OFF) kan na twee jaar pandemieproblemen en gehannes online weer volledig uitpakken. Alles live, een vol theater en bruisende foyers in Nationale Opera & Ballet. Maar de officiële opening zaterdag, met de wereldpremière van Manfred Trojahns Eurydice – Die Liebenden, blind, boette aan feestelijkheid in door de gebeurtenissen in de wereld. Zoals alles deze dagen.
De kunstwereld spreekt zich al anderhalve week fel uit tegen Poetin en zo ook hier bij het begin van OFF. In die drukke en bruisende foyers klonken als opmaat voor de première koperfanfares en Oekraïense koorgezangen. Operadirecteur Sophie de Lint wenste bij de ingang bezoekers nog een ‘Happy OFF’, maar zo happy klonk ze niet meer toen ze op de grote bühne stond om een nagenoeg volle zaal stevig toe te spreken, samen met haar collega Ted Brandsen van Het Nationale Ballet.
De Lint vertelde over de bommen op het operatheater in Charkov, over Oekraïense musici die hun instrumenten verruilen voor wapens, en over hoe verwerpelijk Poetins oorlog is. Dat opera een ‘global community’ is en dat we niet kunnen toelaten dat Poetin die gemeenschap verwoest. Dat een festival als OFF juist wil uitstralen hoe belangrijk het is om de dialoog gaande te houden, om bruggen te bouwen en de connectie met elkaar te zoeken.
De opbrengst van de premièreavond ging in zijn geheel naar Giro 555, evenals de recette van de balletavond een dag eerder, voegde Brandsen toe. Die kondigde voor komende zondag een benefietavond in Nationale Opera & Ballet aan. Het Nederlands Philharmonisch Orkest (NedPhO), het Koor van De Nationale Opera, dirigent Lorenzo Viotti, zangers van de Opera Studio en dansers van het ballet doen er belangeloos aan mee.
Weinig vrolijkheid, hermetische teksten en een donkere bühne
Na dit stevige statement – geen Oekraïens volkslied deze keer, wel een minuut stilte – kon de nieuwe Trojahn-opera onthuld worden, en ook die was behoorlijk stevig. Weinig vrolijkheid, hermetische teksten en een donkere bühne maakten van deze nieuwe kijk op de Orpheus-mythe behoorlijk taaie kost. Vooral het eerste bedrijf vergde het nodige van het inlevingsvermogen van de toeschouwers. Als je je niet goed had voorbereid, liep je hopeloos vast in een verhaal dat geen verhaal was, en teksten zonder houvast.
Flarden van filosofische poëzie, zangers die elkaar en zichzelf voortdurend tegenspreken, talrijke onbegrijpelijke begrippen als ‘ein ortlose Ort’ (een plaatsloze plaats) hielpen de niet-ingewijden geen sikkepit vooruit. En zelfs ingewijden zullen soms met de ogen hebben geknipperd bij het meelezen van Trojahns teksten. De componist schreef zelf het wel erg Duitse libretto.
Voordat Eurydice haar Orphée ontmoet (Trojahn gebruikt de Franse namen voor zijn personages), blijkt zij al een ingewikkeld liefdesleven te hebben gehad. Op een treinreis naar het einde (‘Er zijn geen tussenstops’, zegt de conducteur) komt zij die mannen weer tegen. Net als in Brittens opera Death in Venice blijken die personages allemaal incarnaties van de dood te zijn. In deze opera is dat Pluton, god van de onderwereld.
Na de treinreis volgt die op de boot, die de levenden over de rivier de Styx zet. Eurydice is dan eindelijk op haar bestemming in de onderwereld, want zij heeft een sterke doodswens. In de onderwereld vindt zij dat wat zij in de wereld erboven nooit vond. Zelfs de mythische zanger met zijn lier kan Eurydice niet van haar verlangen naar de dood verlossen.
Gelukkig schreef Trojahn er fantastisch kleurrijke muziek bij
Hoewel de elitaire tekst zich beter leent om met aandacht te lezen dan om vluchtig te zingen, schreef Trojahn er wel fantastisch kleurrijke muziek bij. Zijn meesterschap als orkestrator was in elke scène hoorbaar, en nergens verzwaarde hij de symboliek onnodig. Zijn muziek klonk altijd lyrisch, aansprekend of spannend, en uitermate zangersvriendelijk bovendien. Het uitstekend voorbereide NedPhO speelde de nieuwe partituur met veel flair onder leiding van Erik Nielsen, die zichzelf mooi wegcijferde ten dienste van de muziek.
Dit mythische verhaal is een kolfje naar de hand van regisseur Pierre Audi, die een uiterst precieze enscenering neerzette. Beelden en sferen om door een ringetje te halen, en een geweldige personenregie. Zijn weergave van de boot naar de onderwereld, en van die wereld zelf brandden zich op het netvlies. Met prachtige belichting van veteraan Jean Kalman. Een enorm, op zijn rug liggend, dood insect bracht je meteen naar dat uitzichtloze dodenrijk.
Voor deze nieuwe opera met een wel heel ingewikkelde titel zijn vier ijzersterke zangers gecast. Julia Kleiter en Andrè Schuen zongen en speelden op topniveau als Eurydice en Orphée. Zij kregen sterk tegenspel van hun tegenhangers uit de onderwereld, waar Thomas Oliemans en Katia Ledoux in hoge mate overtuigden als Pluton en Proserpine. Voor alle vier de rollen zijn overigens understudy’s ingehuurd, zangers die hebben mee gerepeteerd en zo de bühne op kunnen. Geen overbodige luxe in deze dagen van weer oplopende besmettingen.
Nog te zien tot en met 17 maart. Voor alle info: operaforwardfestival.nl.
Lees ook:
Een zangcarrière kon ze volgens velen wel vergeten, maar Katia Ledoux zette door
Het Opera Forward Festival doet zijn naam eer aan en opent vrijdag met een wereldpremière. Mezzosopraan Katia Ledoux zingt daarin een hoofdrol, en zoekt later in het festival de grenzen op tussen opera en pop.