FilmrecensieThe Saint of the Impossible
De novelle van Arnon Grunberg is een optimistische film geworden
The Saint of the Impossible
Regie: Marc Raymond Wilkins
Met Marcelo & Adriano Durand, Magaly Solier, Tara Thaller
★★★
‘Ik ben onzichtbaar geweest’. Het tekstje in een overhoopgehaald appartement is misschien een aanwijzing. Raffaella zoekt haar twee tienerzonen. Wat is hier gebeurd?
Met The Saint of the Impossible bewerkt de Zwitserse Marc Raymond Wilkins het boekenweekgeschenk uit 1998 van Arnon Grunberg, De heilige Antonio (de schrijver komt zelf even in beeld, met een lama). Een kleine vertelling van onopvallende mensen in een grote stad.
New York ligt erbij als een compacte steenklomp. Raffaella (Magaly Solier) is ooit in een vleeswagen stiekem de grens overgekomen, haar zonen Paul en Tito (de gebroeders Durand) fietsen nu met Chinese maaltijden door de stad. Een bestaan onder de radar, in een bedompt appartementje met slechts één bed. Zelfs bij de Engelse conversatieles houden de jongens zich gedeisd. Totdat de raadselachtige Kristin het klasje binnenstapt.
Een bestaan in het voorportaal van het leven
Dit is een nuchter drama aan de zelfkant van de doe-het-zelf-samenleving, waar serveersters werken op kapotte schoenen, oesters met ketchup worden gegeten en zelfs bij seks privacy geen optie is. Een bestaan in het voorportaal van het leven, waar nog ‘alles’ mogelijk is.
Toch houdt Wilkins de toon optimistisch in een film die het meer van plot dan emotionele betrokkenheid moet hebben. Een moord, een schrijver en een startup in matige burrito’s zorgen voor een curieuze wending voor de jongens en hun levenslustige moeder. Dat terwijl ze alleen maar verlangden naar iets wat mensen zonder verblijfsvergunning niet gegeven is: gezien worden.