BoekrecensieGeschiedenis
De genocidale politiek van de nazi’s vond in de Oekraïne een zeer vruchtbare bodem
Ziekte, oorlogsgeweld en complottheorieën maakten dat de drempel voor geweld tegen Joden in de Oekraïne heel laag was, al jaren voor de nazi’s arriveerden.
De Oekraïne – een gebied dat uitgebreider is dan het gelijknamige land dat in 1991 ontstond – staat niet alleen bekend als de graanschuur van Europa, maar ook als de kreukelzone van de grootmachten. Eeuwenlang was de regio de speelbal van geopolitieke krachten en als je in het begin van de vorige eeuw geboren werd, kon je wieg moeilijk op een ongunstiger plek staan.
Niet alleen de Duitsers hielden er gruwelijk huis, ook de Sovjets. Terecht is er de afgelopen jaren meer aandacht voor de zogenoemde Holodomor, de door de communistische machthebbers georganiseerde hongersnood die minstens 4 miljoen Oekraïners het leven kostte.
Uiteraard leed de Joodse bevolking van de Oekraïne nog meer. Berucht is de massamoord bij het ravijn van Babi Jar, even buiten Kiev, waar de Duitsers in twee dagen tijd 34.000 mensen doodschoten.
Twee rijken stortten ineen, alom heerste chaos
De Duitsers vermoordden 1,4 miljoen Oekraïense Joden, een kwart van het totaal aantal slachtoffers van de Holocaust. Veel minder bekend is echter dat er twintig jaar eerder al op grote schaal Joden waren vermoord en dat, om het cynisch te zeggen, de genocidale politiek van de nazi’s in de Oekraïne een zeer vruchtbare bodem vond.
Aan het begin van de Eerste Wereldoorlog viel het grootste deel van de Oekraïne onder het Russische keizerrijk, terwijl enkele westelijke provincies tot de Oostenrijks-Hongaarse dubbelmonarchie behoorden. Veel Oekraïense soldaten sneuvelden, terwijl de burgerbevolking werd geconfronteerd met honger en ziekte en soms moest vluchten voor het oorlogsgeweld.
Nadat zowel het Habsburgse als het Russische keizerrijk in elkaar was gestort, brak er in de regio chaos uit. Polen, Oekraïense nationalisten, lokale krijgsheren, opstandige boeren en Russische communisten stonden elkaar naar het leven in een reeks conflicten waarvoor het etiket burgeroorlog te simpel lijkt. In deze orgie van geweld waren het de Joden die het meeste te verduren kregen.
Niet zelden vergrepen dronken Oekraïners zich aan hun Joodse stadsgenoten
Pogroms waren in het Russische deel van de Oekraïne een periodiek verschijnsel, maar in de drie jaren na de Eerste Wereldoorlog werden er meer dan duizend geteld, waarbij tussen de 100.000 en 300.000 Joden omkwamen, er nog eens 600.000 naar het buitenland vluchtten en een veelvoud in eigen land ontheemd raakte.
In zijn even goed gedocumenteerde als gruwelijke boek Midden in het beschaafde Europa zoomt de Amerikaanse historicus Jeffrey Veidlinger in op deze afgrijselijke episode, waarbij hij vooral oog heeft voor de dynamiek van het antisemitische geweld en de relatie met de genocide twintig jaar later.
Hoewel de Oekraïense Joden het geweld aanduidden met de bekende term pogroms, laat Veidlinger zien dat er vaak grote verschillen waren. Soms was er duidelijk sprake van etnisch geweld, waarbij opgezweepte, niet zelden dronken Oekraïners zich vergrepen aan hun Joodse stadsgenoten en hun bezittingen. Vaak waren de moordpartijen, plunderingen en verkrachtingen echter onderdeel van een geplande militaire actie van een van de partijen in de onoverzichtelijke burgeroorlog.
Tijdgeest, het weekendmagazine van Trouw, bespreekt iedere week romans, geschiedenisboeken, kinderliteratuur en nog veel meer. U leest onze boekrecensies hier.
Geregeld waren ook andere etnische of religieuze minderheden, zoals Armeniërs, mennonieten en islamitische Krim-Tataren, het slachtoffer, maar zoals Veidlinger opmerkt: ‘Alleen de Joodse burgers werden door haast iedereen uitgekozen als doelwit voor vervolging’.
En doordat ze verspreid in talloze stedelijke enclaves woonden, konden ze zich vrijwel onmogelijk verdedigen.
Ze waren bourgeois uitbuiters én heulers met het communisme tegelijk
Terwijl de communisten de Joden aanvielen omdat ze tot de uitbuitende, verraderlijke bourgeoisie zouden behoren, verdachten de andere partijen in het conflict ze er juist van dat ze heulden met de communisten. In de ogen van veel nationalisten waren Joden net als communisten mensen die geen vaderland erkennen en dus een gevaar vormden voor de natie.
Nu waren er in de communistische beweging inderdaad tal van Joden actief, denk aan Lev Trotski en Rosa Luxemburg, maar voor de overgrote meerderheid van de Joodse bevolking gold dat uiteraard niet. Toen de communisten echter zagen dat de Joden in toenemende mate slachtoffer werden van etnisch geweld, beseften ze dat ze een groot deel van hen voor zich konden winnen door zich op te werpen als beschermer.
Bestrijding van het antisemitisme werd een belangrijk onderdeel van de communistische politiek, waardoor veel Joodse mannen zich aansloten bij het Rode Leger of bij de geheime politie van de Sovjets, de Tsjeka. Eind 1921 had 10 procent van de 50.000 leden van de Tsjeka een Joodse achtergrond, terwijl Joden nog geen 2 procent van de bevolking uitmaakten. Dit versterkte weer het antisemitische vijandbeeld waarin Jodendom en communisme identiek waren.
Het maakte de Holocaust juist wel voorstelbaar
Deze erfenis werkte sterk door in het interbellum en zorgde ervoor dat een flink deel van de Oekraïense bevolking het genocidale optreden van de nazi’s toejuichte.
Vaak wordt gesteld dat voor tijdgenoten de Holocaust volstrekt onvoorstelbaar was geweest, maar Veidlinger benadrukt dat het geweld tegen de Oekraïense Joden duidelijk maakte dat de genocide juist wel denkbaar was. Hij citeert rapporten van het Rode Kruis en buitenlandse krantenartikelen uit die periode waaruit duidelijk blijkt dat er gevreesd werd dat de pogroms slechts de opmaat waren voor de massamoord op de gehele Joodse bevolking.
Er werd gesproken van ‘de moord op een ras’, wat preludeert op de pas in 1944 gemunte term genocide. Een krant vroeg zich af: ‘Zal een slachting van Joden de volgende Europese gruwel zijn?’
Oorlog en burgeroorlogen hadden de samenleving ontmenselijkt, de moordpartijen in de Oekraïne lieten zien dat Joden een makkelijke prooi waren, de mythe dat het communisme een Joodse ideologie was wakkerde het antisemitisme aan en dat geluid vond gehoor doordat honderdduizenden Joden naar het westen vluchtten, waar veel landen nog moesten bijkomen van de Eerste Wereldoorlog.
Veidlinger neemt aan dat velen zich schaamden
Alles bij elkaar vormde dit een giftige cocktail die niet alleen bijdroeg aan de opkomst van het nationaalsocialisme, maar er ook de oorzaak van was dat toen de Duitsers Oost-Europa veroverden, de drempel voor genocidaal geweld tegen de Joden verdwenen was.
In de Oekraïne herinnerden vrijwel alle volwassenen zich de pogroms van twintig jaar daarvoor nog en Veidlinger neemt aan dat velen zich daarvoor geschaamd zullen hebben, terwijl de aanwezigheid van Joodse overlevenden pijnlijk bleef herinneren aan die misdaden.
‘De nazi-Duitse genocide, met zijn ongekende omvang en gruwelijke dodental, bood het vooruitzicht van een soort absolutie, de mogelijkheid om het bewijs van wreedheden uit het verleden te verwijderen en de zonden van de vorige generatie te relativeren, om de pogroms te vergeten te midden van veel grotere misdadigheid’.
Jeffrey Veidlinger
Midden in het beschaafde Europa. De pogroms van 1918-1921 en het begin van de Holocaust
Spectrum; 517 blz. € 34,99
Lees ook:
‘Honger was Stalins methode om onze geest te breken’
Morgen herdenkt Oekraïne de Holodomor, de hongersnood onder Stalin die dit jaar 85 jaar geleden begon en tussen 3 en 7 miljoen levens kostte. Zynowij Maslo (95) is een van de weinigen die het kunnen navertellen.