null Beeld

PoëzieJanita Monna

De bundel ‘Hier’ van Eva Gerlach is overal

Met Hier schreef Eva Gerlach een van de meest indrukwekkende dichtbundels van het jaar.

Janita Monna

Een goed gedicht kan dat wat zich hier en nu afspeelt, dat wat nu het nieuws beheerst, uittillen boven plaats en tijd. Beelden van Oekraïense schuilkelders bijvoorbeeld, zijn bij het lezen van deze regels niet ver weg: ‘In de kelder bewoog iedereen. (…) Kenden elkaar, wisten wie wat, sliepen staand/ tegen elkaars gewicht. Enkel zij die juist terug was van boven/ lag stil in een hoek. Niemand keek.’

Maar ook oorlogen in andere tijden, op ­andere plaatsen klinken mee.

Een goed gedicht doet je ervaren hoe kwetsbaar een leven, een lichaam is, en dat dat dicht bij huis niet anders is dan ver weg: ‘Als ze komen en ze vinden je dwingen ze je/ je kleren uit te trekken en ze Vernederen je’.

Het hier en het nu zijn in een goed gedicht meer dan één plek en één moment, ze duren voort zoals trillingen van een aardbeving ­sporen nalaten, ook als het schokken is gestopt. ‘Hij durft zijn bed niet uit ’s nachts, ik er niet in. Zit beneden,/ kijk naar het veld, hoe zwart het ligt tussen de sloten,/ kijk niet naar de barst.’

Het gebeurt allemaal in de poëzie van Eva Gerlach, die met het recent verschenen Hier een van de meest indrukwekkende bundels van het jaar schreef.

Gerlachs verkenningen laten zien hoe dat kleine woordje leven en lichaam bijeenhoudt. Hier is overal.

Ontroerende openingsreeks

Het zit in het hoofd van de zieke danser Meindert uit de ontroerende openingsreeks, het loopt mee, zoals een schaduw dat doet, het is waar je huis is, en elders in de wereld. Hier kan onherbergzaam zijn, of juist beschut: ‘Waar we zijn ligt de maan op haar rug/ ons te ontvangen.// We liggen in haar, we zijn thuis, nergens op aarde/ passen we zo als hier.’

De krachtige, klankrijke regels, met hun eigengereide enjambementen, geven vorm aan het wankele leven en het breekbare voor ziektes bevattelijke lichaam, aan het verlangen er te zijn. ‘Nu is het woord waaruit je/ niet wilt verdwijnen’.

Zoals ze ook geestig zijn: ‘met Pasen kwam onze Heer zelf/ op revalidatie hier, Hij moest gewoon bellen// als Hij naar de wc moest, zo hoort het’.

De pijn, de verlangens, de angsten van één persoon, ze worden in een goed gedicht van iedereen: ‘Zolang ik je beetheb kan je// niet dood hoe stil je ook ligt’.

Van een goed gedicht word je stil. Van de poëzie van Eva Gerlach dus.

null Beeld

Eva Gerlach
Hier
De Arbeiderspers; 80 blz. € 19,99

Plaatsen 1

Er is het lopen om ergens te komen en er is het
lopen in het wilde weg omdat je
ergens moet blijven, er is het lopen in honger
en kou om die niet meer te hebben en er is lopen

om niets meer te hebben, er is herinnering en
vergeten. Iemand denkt dat een leven
is wat het zegt, een plek waar een lichaam wil blijven

(mogelijk zijn), maar een lichaam wil altijd
aankomen ergens waarvan het weet waar het is

Loopt, staat op zijn schaduw, kijkt, herkent niks

Janita Monna (1971) is journalist en recensent. Ze was redacteur bij Poetry International en nam het initiatief voor de jaarlijkse Gedichtendag. Voor Trouw schrijft ze over poëzie.

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden