Zes partijen lieten hun programma doorrekenen door het Planbureau voor de Leefomgeving. Wat blijkt? Het is maar de vraag of de programma’s die de meeste CO2 reduceren ook het beste zijn voor het klimaat.
Klimaat
GroenLinks kroont zichzelf tot klimaatkampioen. De partij vermindert met haar plannen de CO2-uitstoot in 2030 met 63 procent ten opzichte van 1990. D66 komt op 60 procent, PvdA, ChristenUnie en SP zitten tussen de 50 en 55 procent en het CDA haalt 46 procent. Ervan uitgaande dat de Europese Commissie het klimaatdoel nog ophoogt naar 55 procent of meer, is er voor die laatste partij nog werk aan de winkel.
Het CDA reageerde maandag in Trouw kritisch op de doorrekeningen die het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) maakte van de partijprogramma’s. De christendemocraten rekenen erg op het Europese emissiehandelssysteem van uitstootrechten voor het terugbrengen van de CO2-uitstoot. En die rekent het PBL niet mee. Daarnaast wijst het CDA erop dat ingrijpend klimaatbeleid in Nederland ertoe kan leiden dat bedrijven naar het buitenland trekken om daar hun vervuilende activiteiten voort te zetten. Per saldo schiet het klimaat daar niets mee op.
Dit weglekeffect is bij GroenLinks en D66 het grootst en ook bij de SP en PvdA dreigen bedrijven te vertrekken. Dat deze partijen nationaal de meeste CO2 reduceren, zegt dus niet zoveel over het wereldwijde beeld, reageert het PBL. Het planbureau wijst erop dat de mondiale klimaatontwikkelingen zo snel gaan, dat de onzekerheid over de haalbaarheid groot is.
De VVD, die haar programma niet liet doorrekenen, kreeg een veeg uit de pan van de linkse partijen. Tijdens het RTL-debat zondagavond zei premier Mark Rutte dat de liberalen snel een nieuwe kerncentrale willen bouwen. Volgens experts is dit op korte termijn onmogelijk. PvdA-Kamerlid Henk Nijboer: “Schaamteloos”.
Vervoer
Alle doorgerekende programma’s hebben tot gevolg dat minder mensen in de auto en het vliegtuig stappen en meer in het openbaar vervoer. De PvdA krijgt verreweg de meeste forenzen de tram en de bus in, maar bij deze partij neemt het vliegverkeer het minste af. Dat komt doordat de PvdA als enige geen plafond stelt aan het aantal vluchten per jaar. Wel komen de sociaaldemocraten met een forse CO2-heffing voor de luchtvaart.
De meeste partijen krijgen meer mensen het ov in dankzij invoering van een kilometerheffing voor personenauto’s. Het CDA schrapt de motorrijtuigenbelasting voor elektrische auto’s. SP, PvdA, D66 en ChristenUnie verlagen de kosten van het openbaar vervoer. Bij alle partijen neemt daardoor zowel de CO2- als de stikstofuitstoot van het verkeer af.
GroenLinks en ChristenUnie willen 30 kilometer als maximale snelheid binnen de bebouwde kom. Los van het positieve effect op het milieu, verhoogt dat de verkeersveiligheid. De afname van het wegverkeer in alle programma’s zorgt sowieso voor veiligere wegen.
Uitzondering is de SP. De socialisten veranderen het minste aan de manier waarop het vervoer nu is geregeld. Daardoor neemt de uitstoot van het wegverkeer bij de SP het minste af en zijn verschuivingen van auto naar ov of lopen het geringst.
Landbouw en natuur
Wel of geen inkrimping van de veestapel was een van de meest controversiële vragen die opkwam tijdens de stikstofcrisis van 2019 en 2020. De partijen die hiervoor kiezen, zoals D66, GroenLinks en PvdA, lukt het om de stikstofuitstoot fors terug te brengen. D66 en GroenLinks willen boeren uitkopen, de PvdA wil vooral de hoeveelheid fosfaatrechten terugschroeven.
Goed nieuws voor de natuur en de biodiversiteit: die gaan er in alle doorgerekende programma’s op vooruit. De natuur profiteert ook het meest bij D66, GroenLinks en PvdA, omdat die partijen sanering van de veestapel combineren met uitbreiding en herstel van de natuur. In het PvdA-programma komt de natuur er het beste van af.
Het CDA wil boeren niet verplichten om hun veestapel in te krimpen. Deze partij rekent op natuurherstel, in combinatie met technische maatregelen in de stallen. De SP investeert niet in technische oplossingen, maar rekent op het uitkopen van boeren en minder uitrijden van mest. Daarmee neemt de ammoniakuitstoot bij de SP minder af dan bij de andere partijen.
Of technische maatregelen opleveren wat ze beogen, is maar de vraag. PBL-directeur Hans Mommaas: “Dit soort modellen zijn omgeven met grote onzekerheid. Zo weten we nog niet of emissiearme stallen werkelijk een grote stikstofvermindering opleveren.”
Wonen
De partijen zijn het het meest eens over wonen. Het is crisis op de woningmarkt en er moeten meer huizen bijkomen. Ook de manieren waarop de partijen dat voor elkaar willen krijgen, komt vaak overeen.
Zo pleiten ze alle zes die voor een minister van wonen (soms aangevuld met ruimtelijke ordening), moet de verhuurdersheffing van tafel en krijgen woningcorporaties meer ruimte om woningen te bouwen, niet alleen voor de laagste, maar ook voor middeninkomens.
Het PBL waarschuwt voor al te veel optimisme: het tekort aan woningen zal voorlopig blijven. PBL-directeur Mommaas: “Het woningtekort is niet verdwenen na de formatie”. En ook niet na de regeerperiode, blijkt uit de PBL-analyses. Dat komt doordat het een tijd duurt voor projecten van de tekentafel zijn, er maar een beperkte hoeveelheid grond beschikbaar is, net als een beperkte hoeveelheid bouwakkers om het werk uit te voeren. En veel van de middelen waarmee partijen de bouw willen stimuleren zijn complex. Procedures zijn niet zomaar vereenvoudigd en grondexploitatie door gemeenten is in het verleden lang niet altijd succesvol gebleken.
De ideale oplossing bestaat niet, waarschuwt het planbureau. Een complicatie is dat bouwers en huiseigenaren de komende jaren woningen moeten verduurzamen. Het een kan ten koste gaan van het andere.
Lees ook:
CPB: Er valt deze keer écht wat te kiezen tussen partijen
Vrijwel alle politieke partijen kiezen ervoor tot 2025 meer geld uit te geven aan zorg en onderwijs, de koopkracht iets te verbeteren en de economie een oppepper te geven.
Het is vooral de kiezer die de partijleiders in het nauw drijft tijdens eerste grote debat
Het waren de gewone kiezers die de lijsttrekkers van de grootste partijen in het eerste grote tv-debat het zweet op de lippen brachten.