Provinciale Statenverkiezingen
Wat bepaalt de opkomst? ‘De vraag is: hebben kiezers het idee dat er iets op het spel staat’
Een lage opkomst bij verkiezingen wordt vaak gekoppeld aan een gebrek aan vertrouwen in de politiek. Dat is ten dele terecht, zegt politicoloog Josje den Ridder, die onderzoek deed naar stemgedrag.
Bijna 13,3 miljoen mensen mogen hun stem uitbrengen voor de Provinciale Statenverkiezingen. Woensdagochtend om 10.30 uur had ongeveer 8 procent van hen dat al gedaan, meldde de NOS op basis van peilingen van Ipsos. In het begin van de middag was dat percentage opgelopen naar 20. Dat zijn iets meer stemmers dan vier jaar geleden rond die tijd. Bij verschillende stembureaus op de Nederlandse stations stonden gedurende de ochtendspits lange rijen.
Wordt het een hogere opkomst dan vier jaar geleden? Het laat zich lastig voorspellen, weet Josje den Ridder, politicoloog en onderzoeker op het gebied van participatie en democratie bij het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP). “Vier jaar geleden was de opkomst bij de Provinciale Statenverkiezingen 56 procent”, vertelt ze. “Als je dat vergelijkt met eerdere verkiezingen, was dat eigenlijk al best goed voor de Provinciale Staten. Eerder lag de opkomst ook wel onder de 50 procent.”
Wat bepaalt of een opkomst hoog wordt?
“Kort gezegd gaat het erom hoe relevant kiezers de verkiezingen vinden. Hebben kiezers het idee dat er iets op het spel staat? Bepaalt de verkiezing wie er kan regeren? Of wie een meerderheid krijgt in de Tweede Kamer, of in dit geval via de getrapte verkiezingen in de Eerste Kamer? Verkiezingen voor de gemeenteraad en de Provinciale Staten worden vaak een beetje genationaliseerd. Het wordt soms meer een referendum over de regering.”
Een lage opkomst wordt vaak gelinkt aan een gebrek aan vertrouwen in de politiek. Is dat terecht?
“Ja en nee. Het is in zoverre terecht dat uit onderzoek blijkt dat mensen die niet gaan stemmen vaker weinig vertrouwen hebben in de politiek. Niet-stemmers noemen hun gebrek aan vertrouwen ook als een reden om thuis te blijven. Tegelijkertijd zien we dat het lage vertrouwen ook een motief kan zijn om juist wél naar de stembus te gaan en te stemmen op een partij die uiting geeft aan dat lage vertrouwen.
“Bij de Tweede Kamerverkiezingen zie je dat de PVV en Forum voor Democratie en in iets mindere mate de SP mensen met weinig vertrouwen een stem geven. Wellicht dat je dat bij deze verkiezingen ook kunt zien, bijvoorbeeld bij mensen die voor BBB gaan stemmen. Dat mensen zeggen: op dit moment heb ik geen vertrouwen in de keuzes die politici maken in het stikstofdebat, maar er is een partij die deze keuzes ook niet goed vindt. Die partij vertegenwoordigt mij en dus ga ik wel stemmen.”
Na de gemeenteraadsverkiezingen spraken verschillende burgemeesters hun zorg uit over de lage opkomst. Waarom is het eigenlijk een probleem als weinig mensen gaan stemmen?
“Het idee is in een democratie toch dat zoveel mogelijk mensen gaan stemmen. Als maar 50 procent dat doet en dat zegt iets over hun betrokkenheid bij de democratie, dan is dat niet erg hoopvol. De tweede reden is politieke ongelijkheid. Als die 50 procent die thuisblijft willekeurig verdeeld was onder de bevolking, dan zou het effect niet zo groot hoeven zijn op de uitkomst. Maar we weten dat bepaalde groepen eerder geneigd zijn om thuis te blijven. Bijvoorbeeld die mensen met weinig vertrouwen, mensen met een opleidingsniveau tot en met vmbo en mbo, mensen met een laag inkomen en mensen met een migratie-achtergrond.
“Als de opvattingen van die mensen anders zijn dan de opvattingen van de mensen die wel gaan stemmen, dan is het eigenlijk zo dat bepaalde groepen mensen minder goed vertegenwoordigd zijn. Als daar nog bijkomt dat politieke partijen gaan denken: die mensen gaan toch niet stemmen dus ik hoef me niet in hen te verdiepen, dan krijg je een negatieve spiraal waarbij die politieke ongelijkheid steeds groter wordt. Daarom vinden we het over het algemeen belangrijk dat zoveel mogelijk mensen gaan stemmen, zodat die politieke ongelijkheid kleiner wordt.”
Wat verwacht u van de opkomst?
“We weten van eerdere verkiezingen dat de opkomst voor de Provinciale Statenverkiezingen doorgaans niet zo hoog is, omdat mensen de provincie an sich niet zo belangrijk vinden. Meestal weten kiezers niet goed wat er speelt en welke partijen vertegenwoordigd zijn. Dit keer zagen we dat er relatief veel aandacht was in de campagnes voor regionale thema’s als stikstof.
“Het is boeiend om te zien of die landelijke dynamiek van de Eerste Kamer en de stikstofproblematiek ervoor heeft gezorgd dat mensen denken: oké, die provincies doen er wél toe, want die kunnen blijkbaar dwars gaan liggen. Dan heeft het zin om te stemmen. Dat vind ik interessant om te volgen.”
Lees ook:
Almere Poort hoopt op beter resultaat na bedroevend lage opkomst
Slechts 31,5 procent van de mensen kwam de vorige keer stemmen in Almere Poort. Een nieuw stembureau moet daar woensdag verandering in brengen.