Strijd op rechts

Waarom de strijd op rechts nooit een volledig rechts kabinet oplevert

null Beeld Idris van Heffen
Beeld Idris van Heffen

De strijd op rechts gaat niet over Rutte versus Wilders, maar over de vraag voor en van wie Nederland is.

Wendelmoet Boersema

Een tweestrijd tussen Mark Rutte en Geert Wilders is een tv-format dat de huidige premier wel heel goed uitkomt deze verkiezingen. Het is donderdagavond. Onder toeziend oog van Jeroen Pauw en de felle tv-camera’s kapittelt Rutte zijn opponent Wilders, met wie hij in normale tijden nog weleens een vorkje prikte in het Torentje. “Het is allemaal zo somber bij u, zo negatief en zo premier-onwaardig. Want u wilt premier worden, toch, net als ik?”

De verkiezingen voor de Tweede Kamer terugbrengen tot een premierstrijd tussen twee mannen, het is een handig frame. Rutte zet het ook deze keer met verve in. Want de VVD-leider weet: van een echte tweestrijd is deze keer geen sprake. Mark Rutte is de golfbreker waarop alle concurrentie lijkt stuk te slaan. De coronacrisis maakt dat hij Wilders nog eens extra kan wegzetten als de ‘wegloper’, de man die geen verantwoordelijkheid durft te nemen in moeilijke tijden. En Thierry Baudet, de man die bij de Provinciale Verkiezingen in 2019 de hegemonie van de liberalen tartte, koerst af op slechts een handvol zetels.

De VVD torent hoog boven de PVV uit in de peilingen, ook al doet Wilders het beter dan een jaar geleden werd gedacht. Dat was wel anders in 2017, toen de strijd op rechts buitenlandse media naar het Binnenhof trok. Zij wilden zien of in Nederland – na de brexit en de overwinning van Donald Trump – voor Wilders zou vallen.

De strijd om de rechtse kiezer gaat dit keer niet tussen de VVD en PVV, of tussen VVD en Forum. Anders dan ter linkerzijde, waar GroenLinks, SP en PvdA elkaar het leiderschap van de oppositie betwisten, is Rutte de onbetwiste aanvoerder van het rechterkamp. Hij heeft dit keer electoraal gezien nog het meest te duchten van het CDA, blijkt uit gegevens van het Kieskompas, en van D66. Maar Ruttes minister van financiën Hoekstra brengt met zijn late entree de christendemocraten tot nu toe niet het gedroomde Wopke-effect.

Er is weinig kans op een rechts kabinet, en dat is gek

Is er dan nog wel strijd op rechts? Zeker. VVD en CDA laten elkaar weliswaar niet los, zo blijkt uit ook Ruttes keuze bij Nieuwsuur, met wie hij in ieder geval straks wil samenwerken. Maar er is weinig tot nul kans op een volledig rechts kabinet. Eigenlijk gek, want in zetelaantal zou het kunnen. Het rechterkamp (inclusief de centrumrechtse christendemocraten) stevent net als bij sommige voorgaande verkiezingen af op een meerderheid in de Tweede Kamer (een paar keer was die zelfs heel comfortabel), kijk maar naar de grafiek.

null Beeld Sander Soewargana
Beeld Sander Soewargana

Anders dan op links – waar de partijen elkaar wel beconcurreren maar waar ze hardop allemaal zeggen dat ze willen samenwerken – gaapt er dwars door het rechtse kamp een kloof. Met aan de ene kant VVD (en CDA en gedoogvriend SGP) en aan de andere kant PVV en Forum voor Democratie. Er springen nog wel kiezers over die kloof, maar het zijn er veel minder dan in 2017.

Dat maakt een rechts kabinet heel onwaarschijnlijk. “Dan moet er een wonder gebeuren” aldus Klaas Dijkhoff, die de vraag krijgt voorgelegd tijdens de Algemene ­Beschouwingen afgelopen september, waar partijen al warmdraaiden voor de verkiezingen. “En voor wonderen moet u bij het CDA en de ChristenUnie zijn.” Volgens de VVD-fractievoorzitter is er “niet zoveel rechts behalve wij. De economische agenda van de PVV is zo links als die van de SP en Baudet loopt de hele tijd in vakbondshesjes rond”, waarmee Dijkhoff doelt op de coronaprotesten van Forum. Op dat moment is Forum voor Democratie nog niet eens in twee stukken gebroken.

De premier en zijn VVD domineren sinds 2010 de rechterflank, maar de strijd is voor Wilders zeker niet gestreden. Zijn invloed ligt op een ander vlak. De PVV trekt de liberale VVD en het centrumrechtse CDA al ­jarenlang inhoudelijk naar rechts. Niet op economisch gebied, maar op waarden, solidariteit en op thema’s als migratie en veiligheid. Wilders’ felle retorische oppositie heeft van ‘massa-immigratie’ en ‘islamisering’ bijna normale woorden gemaakt. Wilders verovert er een vaste basis mee, ook al zal dat ook na 17 maart niet leiden tot het ‘wonder van Dijkhoff’, regeringsdeelname. Daar hebben CDA en VVD nog steeds geen trek in, na de mislukte gedoogconstructie met de PVV in 2010. In dat jaar haalde Wilders zijn grootste verkiezingswinst tot nu toe: 24 zetels.

Van wie en voor wie is Nederland?

De strijd op rechts heeft zich onder invloed van populistische partijen toegespitst op de vraag: van wie en voor wie is Nederland? Er zijn de Nederlanders van Rutte, waar iedereen bij mag horen zolang hij of zij hard werkt en zich in moet vechten op de voorwaarden van de meerderheid. Dit zijn rechtse Nederlanders die nog wel voordelen zien in internationale samenwerking, om de grote problemen van deze tijd op te lossen. En er zijn de Nederlanders van de PVV en Forum voor Democratie, die niets zien in Europa en die het Nederlanderschap en de verzorgingsstaat willen reserveren voor de (voormalig) christelijke meerderheid zonder niet-westerse migratieachtergrond.

(Vlnr.) Sigrid Kaag (D66), Geert Wilders (PVV),  Jesse Klaver, Lilian Marijnissen (SP) en Mark Rutte (VVD) voorafgaand aan het RTL Verkiezingsdebat.  Beeld ANP
(Vlnr.) Sigrid Kaag (D66), Geert Wilders (PVV), Jesse Klaver, Lilian Marijnissen (SP) en Mark Rutte (VVD) voorafgaand aan het RTL Verkiezingsdebat.Beeld ANP

Pim Fortuyn is de fakkeldrager die deze strijd op rechts laat ontbranden. Een voorliefde voor theater en flamboyantie kun je de rechterflank niet ontzeggen, en Fortuyn zet begin deze eeuw de toon. Zijn opkomst, zijn stijl van debatteren en wijze waarop hij problemen agendeert, is een aardschok voor de gevestigde partijen. Vóór hij zijn eigen partij opricht, heeft deze markante hoog­leraar een opvallende politieke zwerftocht gemaakt, van de communisten en socialisten tot de VVD. Maar de kern van zijn boodschap – zijn waarschuwingen tegen de islam en het vreemdelingenbeleid – maakt dat we hem nu zien als de eerste populistisch-rechtse politicus die een groot deel van de kiezers weet te beroeren. Al is dat vooral na zijn dood.

Fortuyn wordt vermoord vlak voor de verkiezingen in 2002, waarop zijn Lijst Pim Fortuyn de Kamer binnen davert met 26 zetels, ofwel 17 procent van de stemmen. De kiezers komen overal vandaan. Er zijn proteststemmen bij – mensen die voor het eerst in een politicus geloven – maar vooral ook kiezers die teleurgesteld zijn in de traditionele partijen. De Partij van de Arbeid lijdt een forse nederlaag, net als de VVD.

Sinds Fortuyn zijn politicologen het erover eens dat er ter rechterzijde van de VVD grote electorale kansen liggen. Deze ‘ruimte op rechts’ is ongeveer 25 Kamerzetels groot, laten de verkiezingsuitslagen zien, en dat is door de jaren heen niet veel veranderd. Wat wél verandert, is de afnemende bereidheid van deze partijen om mee te regeren en compromissen te sluiten.

Het is lastig om ‘rechtser dan de VVD, fatsoenlijker dan de PVV’ te zijn

De erfgenamen van Fortuyn proberen het als eerste, maar bakken er niet veel van – hun deelname aan het eerste kabinet Balkenende sterft in persoonlijke vetes. Bij de verkiezingen van 2006 is er niets meer over van de LPF. De kiezers stappen voor een deel over naar Wilders, de oud-VVD’er die in dat jaar voor het eerst meedoet met zijn Partij voor de Vrijheid. Ook anderen jagen in de leegte die Fortuyn achterlaat op zijn kiezers, zoals Marco Pastors met EénNL, of ­later Rita Verdonk met haar Trots op Nederland. PVV’ers die stuklopen op de alleenheerschappij van Wilders binnen zijn partij, zoals Hero Brinkman, doen ook een vergeefse gooi. Wilders zelf verleent van 2010 tot 2012 gedoogsteun aan een minderheids­kabinet van VVD en CDA en wie wil zien hoeveel chagrijn er zit over die afloop, hoeft alleen maar het debat tussen Rutte en ­Wilders terug te kijken.

Lijsttrekkers Geert Wilders (PVV) en Mark Rutte (VVD) gaan vanuit de Melkweg met elkaar in debat tijdens de eerste uitzending van 'Pauws verkiezingsdebatten'. Beeld ANP
Lijsttrekkers Geert Wilders (PVV) en Mark Rutte (VVD) gaan vanuit de Melkweg met elkaar in debat tijdens de eerste uitzending van 'Pauws verkiezingsdebatten'.Beeld ANP

Telkens blijkt dat het verdraaid lastig is om ‘rechtser dan de VVD en fatsoenlijker dan de PVV’ te zijn. Dat blijkt ook uit het optreden van Thierry Baudet het afgelopen jaar. Tot de pandemie uitbreekt, is Baudet nog stevig op weg als rechts alternatief voor Rutte, al blijft de compromisbereidheid van de partij steken bij één enkele Brabantse coalitie in de Staten. Hij trekt onder meer stemmen bij de VVD weg. Maar in de herfst spat de partijstructuur die Baudets voormalig kompaan Henk Otten in die eerste jaren heeft opgezet, uit elkaar. De meeste Statenleden, raadsleden en Europarlementariërs keren zich van hem af. Sindsdien gaat Baudet vol op het orgel als radicale protestpartij, met ex-VVD’er Wybren van Haga als tweede man.

Bij deze verkiezingen doen twee nieuwe kleine partijen een poging de ruimte op rechts mede te claimen. Het conservatief-liberale JA21 ontstaat na de breuk uit Forum voor Democratie en heeft als lijsttrekker Joost Eerdmans, die al verschillende Fortuynistische partijen diende. Het programma van JA21 lijkt op de punten waarmee Forum in 2017 het speelveld betrad, zoals verzet tegen Europa, inperken van migratie en een opt-out voor de euro. Eerdmans benadrukt dat hij wél constructief wil zijn, anders dan Baudet.

De VVD moet straks opnieuw naar de linkerkant kijken

Code Oranje begint een paar jaar geleden als een burgerbeweging van bestuurders, wetenschappers en zakenlieden, een soort denktank die van onderop de politiek wil veranderen. Met plannen voor ‘burgertoppen’, referenda en andere vormen van directe democratie, en niet per se politiek rechts, of links. Diverse prominenten zoals Herman Wijffels, oud-Rabobankbestuurder en voormalig voorzitter van de Sociaal-Economische Raad, steunen de beweging. Met de komst van ex-PVV’er Richard de Mos als landelijk lijsttrekker in september vorig jaar trekken mensen van het eerste uur zoals Wijffels hun steun in. Zij zien weinig in de Haagse ex-wethouder tegen wie een fraude-onderzoek loopt, en die ombudspolitiek hoog in het vaandel heeft. In de campagne legt Code Oranje nu meer het accent op thema’s als veiligheid, het beperken van migratie, het hervormen van de Europese Unie en het steunen van het MKB, boeren en vissers, én op de persoonlijkheid van De Mos.

De peilingen geven JA21 meer kans in de Kamer te komen dan Code Oranje, maar alternatieve coalitiepartners zullen het niet worden. Daarmee is de tegenstrijdige uitkomst van de ‘strijd op rechts’ dat de populistische partijen voor rechts relevante thema’s versterken – ook in deze verkiezingen – maar dat de grootste partij VVD straks waarschijnlijk opnieuw naar de linkerkant moet kijken. In ieder geval naar het centrum-rechtse CDA, maar er zijn twee of meer partners nodig voor een stabiele regering.

Of zoals Wilders het Rutte toebijt in het tv-debat: “U gaat straks gewoon weer samenwerken met Sigrid Kaag, met Jesse Klaver of met de PvdA”. Want, zo grapt Wilders even later, “het enige dat u en ik gemeenschappelijk hebben is dat we de kiezer nog lang tot last willen zijn”.

Lees ook:
De PVV en Forum voor Democratie zijn elkaars grootste concurrent, net als VVD en CDA

De strijd op rechts speelt zich, anders dan de tv-debatten laten zien, niet af tussen Mark Rutte en Geert Wilders, blijkt uit gegevens van het Kieskompas.

Op eigen kracht redt een linkse partij het niet meer

Ze konden vier jaar vrijuit oppositie voeren tegen een centrumrechts kabinet en toch dreigt er volgende week een zeer mager verkiezingsresultaat voor PvdA, GroenLinks en de SP. Is er nog toekomst voor links?

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden