Weinig ministers staan zo onder druk als Christianne van der Wal, die morgen haar stikstofbeleid verdedigt. Haar standvastigheid wekt bewondering.
Of ze er niet tegenop zag? GroenLinks-Kamerlid Laura Bromet stelde die vraag aan Christianne van der Wal tijdens hun kennismakingsgesprek. De nieuwe minister van natuur en stikstof keek verbaasd op. “Er tegenop zien? Helemaal niet, ik heb er juist veel zin in.”
Christianne van der Wal (48) is niet het type om de moed te laten zakken, merkte ook Bromet de afgelopen weken. Onlangs, toen het tijdens het vragenuur ging over stikstofpercentages die via NRC waren uitgelekt en de grote gevolgen voor de boeren al rondgonsden, herinnerde Bromet de minister nog eens aan hun eerste gesprek. “Ze zat er nog steeds heel luchtig en positief bij. Ze is absoluut niet zwaar op de hand. Ik hoop dat ze het volhoudt.”
Van der Wals relativerende houding bleek ook al eens in een interview met De Stentor. “Het is maar politiek, hè”, zei ze toen. “De ene dag ben je de held en de andere dag ben je stront.”
De weerstand is groot
Weinig bewindslieden hebben op dit moment zoveel op hun bord als Christianne van der Wal. Ze heeft net haar belangrijke stikstofplan afgeleverd, dat de provincies opdraagt de stikstofuitstoot terug te brengen met ingrepen in de landbouw. De weerstand is groot. Op de avond van de presentatie werd zij thuis opgezocht door boze boeren met tractors. Een dag later stemde het congres van haar eigen VVD tegen een deel van de plannen. Donderdag wacht haar een Kamerdebat over stikstof en de boeren.
Over geen minister zijn de meningen zo verdeeld. D66-partijleider Sigrid Kaag deelde afgelopen weekend op haar partijcongres een compliment uit aan haar collega-minister. “In een moeilijke situatie en onder grote druk blijft zij bij wat zij weet dat juist is.”
Op de ochtend voordat Van der Wal haar plannen zou presenteren, kwam bij boer Wim Bonestroo in Elburg het ene na het andere verontwaardigde appje binnen: “Wim, we moeten een actie verzinnen, dit gaat niet goed.” Bonestroo zinde al langer op een protestactie, na het uitlekken van die forse reductiepercentages rond natuurgebieden.
Die avond vertrok Bonestroo, eerder dit jaar namens het CDA kandidaat-gemeenteraadslid, met nog vijftig à zestig trekkers naar het nabijgelegen Hierden, naar het huis van de minister. Bonestroo spreekt van een ‘ludieke actie’. “We gingen haar een ontslagbrief aanbieden, waarmee wij haar op staande voet zouden ontslaan.”
Op blote voeten
Beelden van de minister die op blote voeten voor haar tuinhek de boeren toespreekt en hen even later de hand schudt en hen resoluut vraagt te vertrekken (“Mijn kinderen staan hier binnen te trillen”) gingen al gauw rond op sociale media.
Inhoudelijk kwam hij geen centimeter dichterbij de minister, toch vindt Bonestroo dat zij het gesprek goed aanpakte. “Ze heeft het netjes opgepakt en ons netjes te woord gestaan.” Hoewel hij niet weet hoe het was afgelopen als ze een gesprek geweigerd had. “Dan was het denk ik niet zo ordentelijk verlopen, veel boeren zijn ontzettend boos.”
Een dag na het protest stuurde hij de minister een bloemetje. Bonestroo zette geen excuses op het kaartje. Ook schreef hij dat hij geen spijt heeft van zijn bezoek. “Het was puur een bedankje dat ze tijd vrij wilde maken en ons te woord wilde staan.” De minister reageerde niet op het gebaar. “Misschien hecht ze er geen waarde aan, of wilde ze onze actie niet goedkeuren.” De uitnodiging voor een gesprek die hij nog die vrijdagavond van de minister kreeg, neemt hij graag aan. “Je moet altijd weer met elkaar aan tafel kunnen.”
Het kan de goede kant op gaan
De woede op de minister leeft breed in de agrarische sector. Voorman Sjaak van der Tak van de Land- en Tuinbouworganisatie (LTO) voelt zich tekortgedaan door het stikstofplan. Hij zat de afgelopen maanden enkele keren aan tafel in het ministerie, om over een plan te praten van zijn organisatie met onder meer werkgeversorganisatie VNO-NCW, Natuurmonumenten en Bouwend Nederland. “Tot eind maart heb ik gedacht: het kan de goede kant op gaan.” Begin april kwam de ‘hoofdlijnenbrief’ over stikstof, waarin de uitkoop van boeren al als onontkoombaar werd geschetst. In deze plannen ontbreekt maatschappelijk draagvlak, vindt Van der Tak, die wijst naar de woede onder de boeren. “Er dreigt een kaalslag op het platteland.”
Atypisch voor een VVD-minister is dat de lof uit een heel andere hoek komt. Johan Vollenbroek, die met zijn natuurorganisatie Mobilisation for the Environment de stikstofcrisis mede aan het rollen bracht, is enthousiast over Van der Wal. Volgens hem is zij een ‘verademing’ na het ‘pappen en nathouden’ van haar voorganger Carola Schouten.
Van der Wal springt er voor hem uit in de ploeg van Rutte IV. “Het kabinet is één grote slappe hap. Het land heeft geluk dat zij op die portefeuille zit.” Hij roemt haar standvastigheid: “De coalitiepartijen hebben vooral een hoop politici zonder ballen, die hun achterban niet duidelijk durven te maken dat we met het stikstofprobleem niet alleen een juridisch probleem hebben, maar ook een economisch en ecologisch probleem.”
Ook de industrie en luchtvaart moeten inleveren
Vollenbroek sprak de minister één keer, waarbij ze hem om suggesties vroeg voor haar stikstofaanpak. Hoewel er nog genoeg te verbeteren valt, is Vollenbroek tevreden met het eerste stikstofpakket. “De doelstelling voor de emissiereductie staat. Nu moeten er volgende stappen komen, zodat ook de industrie en luchtvaart inleveren en zodat de ongebruikte stikstofrechten die veel veehouderijen nog hebben, worden ingeperkt.”
Begin dit jaar werd enigszins verbaasd gereageerd op het aanstellen van Van der Wal als de eerste stikstofminister ooit. Goed, ze was gedeputeerde van economische zaken geweest in Gelderland, een van de moeilijkste ‘stikstofprovincies’ met zijn vele veehouderijen en grote natuurgebieden. Maar ervaring rond het Binnenhof had ze niet.
Frederik Peters, de VVD-fractievoorzitter in de Gelderse Staten was minder verrast. Ook in Gelderland had Van der Wal laten zien dat ze moeilijke beslissingen niet schuwt. “Ze ontkent het probleem niet, vertelt een moeilijke boodschap en zet die zo nodig stevig aan. Maar achter de schermen zoekt ze de verbinding. En ze probeert de oplossingen te vinden in de ruimte die er nog is om iedereen mee te krijgen.”
Niet bezig met profileren
In Gelderland moest ze ook al allerlei dossiers met elkaar verbinden, zoals wegenbouw, woningbouw en ook toen al stikstof. En toen al ging ze gevoelige kwesties – ook binnen haar eigen partij – niet uit de weg. Zo schrapte zij de verbreding van de Rijnbrug bij Rhenen. Het vastgelopen dossier rond de Railterminal wist ze los te trekken. Peters: “Ze is niet zozeer bezig met profileren, maar ze zoekt eerder in de luwte naar oplossingen.”
Dat was ook in andere geledingen van de partij al opgevallen. Als partijvoorzitter, wat zij sinds eind 2017 was, greep ze zo nodig hard in. Dat merkte Kamerlid Wybren van Haga, die verschillende keren in opspraak kwam, door drankgebruik en doordat hij zich bleef bemoeien met zijn vastgoedbedrijf. Toen dat laatste uitkwam, zette Van der Wal hem uit de partij. Dan verloor de coalitie maar haar meerderheid in de Tweede Kamer.
Een van Van der Wals belangrijkste opgaven als partijvoorzitter was om de rust terug te brengen, en de partij te verlossen van de integriteitsproblemen die hadden gespeeld onder haar voorganger Henry Keizer. Bij haar aantreden sprak ze de ambitie uit om de VVD weer een partij te maken “waarin het biertje na afloop van de vergadering belangrijker is dan de vergadering zelf”. De ironie wil dat het eerste partijcongres na haar voorzitterschap anderhalf uur uitliep, en de borrel vooral gebruikt werd om stoom af te blazen, na het forse verzet tegen Van der Wals stikstofplannen.
Innovaties bieden de oplossing niet
Dat Van der Wal haar standpunten eventueel bijstelt, blijkt ook uit haar beleidsvoornemens. Rond haar aantreden sprak zij zich nog uit voor innovatie en technische oplossingen om de stikstofcrisis de baas te worden. Ook als gedeputeerde wilde zij economische ontwikkeling en natuurherstel hand in hand laten gaan.
Inmiddels is bij haar en bij premier Rutte doorgedrongen dat innovaties als emissiearme stalvloeren en luchtwassers lang niet de hele stikstofcrisis kunnen oplossen. Van der Wal hoor je er nauwelijks nog over. En nadat het VVD-congres het kabinet opriep om meer aan innovatie te doen, benadrukte Rutte dat rechters deze vaak niet toestaan, omdat ze niet de uitstootvermindering opleveren die de fabrikanten beloven. Of zoals Johan Vollenbroek het zegt: “Innovatie is flauwekul”.
D66-Kamerlid Tjeerd de Groot ziet dat Van der Wal ‘een ontwikkeling heeft doorgemaakt’. Hoewel hij al tijdens hun eerste gesprek de lijnen zag van haar nieuwe stikstofplan. “Vanaf dag één geeft ze leiding en benoemt ze dingen.”
De Groot is vooral onder de indruk van hoe Van der Wal breekt met de traditie op het ministerie van landbouw. Op dat departement, waar natuur en stikstof onder vallen, voeren de boerenbelangen historisch gezien de boventoon.
Een einde aan het pappen en nathouden
De Groot: “Zij is na Jozias van Aartsen (landbouwminister van 1994 tot 1998, red.) de eerste VVD’er op dit departement die echt van aanpakken weet. Er komt een einde aan het pappen en nathouden.” Hij somt de andere recente voorgangers van Van der Wal op: Veerman, Verburg, Bleker, Dijksma, Van Dam en Schouten; ze hadden volgens De Groot allemaal een mooi plan, maar ze lieten het onderliggende systeem in tact. “Het systeem van intensieve productie ten koste van de natuur.”
Carola Schoutens grote plan was de ‘kringlooplandbouw’, iets waar ook De Groot zich de vorige kabinetsperiode hard voor heeft gemaakt. “Zij was uiteindelijk veel tijd kwijt met het bestrijden van de stikstofcrisis. Het idee van die transitie kwam niet van de grond.”
Schouten moest iedere keer proberen stapjes af te dwingen bij de coalitiepartijen, waarvan vooral VVD en CDA de stikstofmaatregelen helemaal niet zagen zitten. Van der Wal heeft daarentegen “een dijk van een mandaat” in het coalitieakkoord. “De stikstofmaatregelen zijn daardoor onontkoombaar. Dat doet zij goed.”
Met de rug tegen de muur
Soms klinkt de kritiek dat de minister GroenLinks-beleid uitvoert. Volgens GroenLinks-Kamerlid Bromet heeft haar partij hier niet zoveel mee te maken. “Dit is geen ideologie, maar beleid dat is afgedwongen in het regeerakkoord onder druk van de rechter. Het kabinet stond met de rug tegen de muur.”
Bromet hoopt vooral dat VVD en CDA niet zwichten voor de grote druk en kritiek uit hun achterban en van provinciale bestuurders. Die zijn uiterst verdeeld en soms ronduit tegen de stikstofmaatregelen. “Als ik CDA-fractievoorzitter Pieter Heerma hoor zeggen dat hij de huidige plannen onuitvoerbaar vindt, dan vrees ik er alweer voor.” Wees een beetje dapper, wil Bromet de partijen meegeven. Net als Van der Wal, die Bromet tijdens de persconferentie van vorige week hetzelfde verhaal hoorde vertellen als de volgende ochtend op de bank bij de rechtse omroep WNL. “Zij was daar net zo duidelijk en volhardend. Ik hou van consequente politici.”
Temeer omdat volgens het Kamerlid door de opeenstapeling van crises niets minder dan de democratie op het spel staat. “Daar hou ik de coalitiepartijen medeverantwoordelijk voor, door beloftes die bewindspersonen of Kamerleden doen en die ze vervolgens niet nakomen.”
D66-Kamerlid Tjeerd de Groot sluit zich daarbij aan. “Petje af hoe zij met boze boeren omgaat die de openbare weg komen blokkeren. Die standvastigheid hebben we nodig. Ik ben er steeds meer van overtuigd dat dit kabinet de laatste kans is voor het politieke midden.”
Lees ook:
Ook de VVD ontdekt de grenzen aan de groei
Onder aanvoering van twee VVD-ministers beperkt het kabinet de luchtvaart en de landbouw. Voor liberalen betekent dit een kleine aardverschuiving in het beleid.