Oorlog in Oekraïne
Tanks? Straaljagers? Voor Oekraïne zijn de tekorten aan munitie urgenter
Westerse landen vrezen dat de Oekraïense slagkracht tegen de Russische invasiemacht snel afneemt wegens een gebrek aan kogels en granaten.
In de discussies over westerse wapenleveranties aan Oekraïne overheerste de afgelopen weken het allerzwaarste oorlogsmaterieel, van Duitse Leopard-tanks tot Amerikaanse F-16-gevechtsvliegtuigen. Waar ging het dinsdag over, tijdens hoog wapenleverantie-beraad in Brussel? Over kogels.
Kogels en andere soorten munitie, dat is waar de Oekraïense militairen nu de grootste behoefte aan hebben in hun strijd tegen de Russische invallers. Die munitie-nood is hoog, stelde ook minister Kajsa Ollongren van defensie vast. “Niet voor heel direct, wel als je door je oogharen naar het voorjaar kijkt.”
Volgens sommige schattingen jagen de Oekraïense strijdkrachten er per dag gemiddeld zes- à zevenduizend artilleriegranaten doorheen. De Russen verbruiken er overigens drie keer zo veel.
Snel nieuwe aanvoer van munitie
In Brussel kwamen de ministers van defensie of hun vertegenwoordigers bijeen van ruim vijftig landen die Oekraïne militair ondersteunen, de zogeheten ‘Ramstein-groep’. Zij spraken wel degelijk ook over tanks en straaljagers, maar de voornaamste conclusie was toch echt dat er snel nieuwe aanvoer van munitie moet komen. De levering daarvan is ‘op dit moment veel belangrijker dan de discussie over gevechtsvliegtuigen’, zei de Duitse minister van defensie Boris Pistorius.
Duitsland heeft inmiddels contracten getekend met wapenfabrikant Rheinmetall over hernieuwde productie van munitie voor het Gepard-luchtafweersysteem dat aan Oekraïne is geleverd. Die productie ligt al een tijdje stil. Zelf gebruiken de Duitsers dat systeem al ruim tien jaar niet meer.
Ollongren liet weten dat Nederland ‘een nieuwe toezegging’ zal doen aan Oekraïne over nieuwe munitieleveringen, zonder in details te treden. Wel zei ze dat Nederland op dit vlak ‘concreet iets kan betekenen’.
Rusland zet zijn troepen in
Militair analisten zeggen al een tijdje dat Rusland een lenteoffensief voorbereidt. “In werkelijkheid hebben we het begin daarvan al gezien”, zei Navo-secretaris-generaal Jens Stoltenberg aan het begin van het Ramstein-overleg, dat plaatsvond in het Navo-hoofdkwartier in Brussel. Ollongren zei iets soortgelijks. “Rusland heeft gemobiliseerd, het wil zijn troepen inzetten en doet dat ook. De intensivering zien we al.”
Haar Amerikaanse ambtgenoot Lloyd Austin, voorzitter van het Ramstein-overleg, sprak van een ‘cruciaal moment’ in de oorlog. “Het Kremlin gokt er nog steeds op dat het onze tijd wel kan uitzitten, maar we zijn nu een jaar verder en zijn nog steeds verenigd.”
Wat betreft de tanks en de vliegtuigen wordt er nog steeds gewerkt aan een zo breed mogelijke coalitie van landen die de Duitse Leopard-2-tanks voor Oekraïne kunnen vrijgeven. De besluitvorming rond de straaljagers is neteliger. De Amerikanen hebben nog geen toestemming gegeven voor het leveren van F-16’s.
Oekraïense vliegers trainen
In de tussentijd gaan er wel stemmen op om dan in ieder geval alvast te beginnen met het trainen van Oekraïense vliegers voor dit type toestellen. Dat vindt Ollongren ‘niet een onlogische gedachte’ omdat Oekraïne ‘hoe dan ook’ in de toekomst afscheid zal moeten nemen van de Russische MiG-straaljagers, onafhankelijk van de afloop van deze oorlog.
Na het Ramstein-overleg begonnen de ministers van defensie van de dertig Navo-landen aan hun reguliere tweedaagse bijeenkomst. Een van de discussiepunten is of de Navo-norm – dat lidstaten minstens 2 procent van hun nationaal inkomen uitgeven aan defensie – omhoog moet of op z’n minst strenger moet worden vastgelegd. Harde afspraken daarover worden tijdens een Navo-top in de zomer verwacht.
Lees ook:
De tanks voor Oekraïne waren al ingewikkeld, de F-16’s zijn dat nog veel meer
In de discussie over de mogelijke levering van gevechtsvliegtuigen aan Oekraïne liggen talloze vragen nog open.