Politieke middenpartijen
Samenwerken met Forum voor Democratie? Dit zijn de harde lessen van 2002 (LPF) en 2010 (PVV)
Middenpartijen VVD en CDA staan in Noord-Brabant voor de keuze: moeten ze opnieuw een avontuur met een populistische partij aangaan? Voor het antwoord kijken de partijen vooral naar het verleden.
Onze volkspartij staat, en leeft! Wij hebben met de LPF geregeerd. Hebben wij onze partij verloren? Nee. Hebben wij ons geloof verloren? Nee. Wij zijn er gróter uitgekomen”.
Het is 2010, en het CDA moet beslissen of de partij gaat samenwerken met de PVV van Geert Wilders. De congreshal in Arnhem zit vol met vertwijfelde leden. De emoties zijn zo hoog opgelopen dat het erop lijkt dat de partij die zo lang het land heeft bestuurd, ter plekke in scherven uiteen zal vallen.
Maar dan gebeurt het wonder, in de beslissende toespraak van CDA-kroonprins Camiel Eurlings. Een verlossende golf van applaus trekt door de zaal, eerst nog voorzichtig, dan overdonderend. Tot twee keer toe bezweert Eurlings de leden: het CDA zal niet stuk gaan aan dit avontuur. “Wij brengen onze partij weer op nummer één!”, belooft hij tot slot de achterban, met overslaande stem. Op het podium heeft politiek leider Maxime Verhagen tranen in de ogen. Het is gelukt, het congres zal instemmen.
Die beelden van die toespraak uit 2010 vertellen tien jaar later een verhaal dat nog steeds actueel is, niet alleen voor het CDA.
De kans dat populisten hun toon matigen
Dat is het verhaal hoe middenpartijen bij de moeilijke beslissing over samenwerken een lange reeks argumenten pro en contra wegen. Waarbij ideologische kwesties vaak de overhand hebben, zoals de discussie of nieuwe partijen als LPF, PVV en Forum voor Democratie een kans moeten krijgen, dan wel dat zij zichzelf uitsluiten door hun aanvallen op de rechtsstaat. Er wordt gewikt en gewogen, over de kans dat samenwerking temmend kan werken, de populisten kan uitnodigen om in toon en inhoud te matigen. Maar in eerdere avonturen in 2002 en 2010 zijn het soms ook heel praktische argumenten geweest die de doorslag gaven.
Wat bij het CDA in 2010 de meerderheid van de leden overtuigde om ‘ja’ te zeggen tegen de PVV was uiteindelijk een pragmatische afweging. Het leek geen kwaad te kunnen om het maar eens te proberen met de PVV, in een gedoogconstructie. Het CDA zou dan kunnen regeren, en verantwoordelijkheid dragen voor het landsbestuur, ondanks een slechte verkiezingsuitslag waarbij de partij niet langer de grootste was. Het zou risico’s meebrengen, maar de partij vooral iets opleveren. Uit de toespraak van Eurlings blijkt hoe dat laatste de doorslag gaf.
Alle alarmbellen aan
Wel of niet samenwerken? De discussie is terug, nu in Noord-Brabant VVD en CDA in onderhandeling zijn met Forum voor Democratie over een nieuw provinciebestuur. Daar is een nieuw college nodig waarbij Forum als eerste keuze is uitgenodigd, door de VVD. Het CDA besloot die gesprekken aan te gaan. In de VVD leidt het nauwelijks tot discussie, de leden houden zich stil. In het CDA staan alle alarmbellen aan. Daar is alleen al de start van de gesprekken aanleiding voor grote nervositeit onder de achterban en binnen de partijtop, die voorlopig vindt dat samenwerken op landelijk niveau uitgesloten is, maar in de provincie bespreekbaar moet zijn.
In Duitsland blijkt hoe verwoestend de toenadering tot populistische partijen kan zijn voor middenpartijen. Een politieke aardbeving trof afgelopen week het land na een regionaal experiment in de deelstaat Thüringen. De liberale FDP en de christendemocratische CDU besloten daar, voor het eerst in Duitsland, samen te werken met de rechts-nationalistische AfD. Eén dag duurde het experiment, waarna bondskanselier Angela Merkel (CDU) ingreep en haar partijgenoten terugfloot. “Onvergeeflijk”, noemt zij de constructie, “Een slechte dag voor de democratie.”
Desastreuze gevolgen
Net als in Nederland, heeft in Duitsland de samenwerking met de AfD vooral voor de christendemocraten meteen desastreuze gevolgen, veel meer dan voor de liberale partij FDP. Die was weliswaar zijn premier alweer kwijt na één dag. Maar die wonden vallen in het niet bij de gehavende toestand waarin de CDU al binnen een week verkeert, met partijvoorzitter Annegret Kramp-Karrenbauer die haar functie moest opgeven omdat ze geen gezag bleek te hebben bij zulke cruciale beslissingen in de partij.
In Nederland hebben middenpartijen bij eerdere avonturen in 2002 en 2010 harde lessen geleerd. Samenwerking met de PVV, maar ook met de LPF mislukte. Wat de middenpartijen mede opbrak, was dat ze in de afweging vooraf veel te optimistisch waren over de praktische kant van de samenwerking, met partijen die dat niet in zich hebben, omdat ze wars zijn van compromissen en consensus.
Rinus van Schendelen, hoogleraar bestuurskunde, maakte van dichtbij mee hoe in 2002 het kabinet van VVD, CDA en LPF al na 87 dagen stukliep op persoonlijke ruzies tussen LPF-politici en bonje tussen de LPF en de andere coalitiepartijen. Het was de eerste keer dat in Nederland een nieuwe, populistische partij meebestuurde. De Lijst Pim Fortuyn was tot schrik van de middenpartijen in één keer met 26 zetels in het parlement gekomen, vlak na de moord op Pim Fortuyn. De proteststem moet worden gehoord, was het belangrijkste argument om de LPF uit te nodigen om te regeren. “Het is faliekant mislukt door de personen. De chemie was hopeloos”, blikt van Schendelen terug. Hij had gehoopt dat, net als eerder in Rotterdam, samenwerking kon lukken.
Tot op de uitvaart van prins Claus ruzieden de LPF’ers
Op de avond voor dat het kabinet viel, zat Van Schendelen als bemiddelaar aan tafel met zeven ruziënde LPF-ministers. ‘The Magnificent Seven’, noemde hij ze schertsend, naar de klassieke westernfilm. De setting was dramatisch: diezelfde week was prins Claus overleden. Tot op de uitvaart waren de ruzies binnen de LPF doorgegaan, vooral tussen de ministers Heinsbroek en Bomhoff. De bemiddeling kwam te laat. De volgende dag zegden VVD en CDA het vertrouwen in de LPF op. ‘Nooit weer’, klonk het in het CDA.
Als middenpartijen willen samenwerken met een nieuwe, onervaren populistische partij, moeten ze de ideologie nadrukkelijk parkeren, vindt Van Schendelen, die datzelfde jaar in Rotterdam een gemeentebestuur met Leefbaar Rotterdam, CDA en VVD smeedde. “Het laatste wat je moet doen is de partijprogramma’s openslaan. Daar staat vaak ook weinig in. Het staat of valt met de personen. In Rotterdam heb ik zelfs een groepspsycholoog ingeschakeld om Leefbaar tot een eenheid te brengen.” Dat lokale experiment werkte wel.
Protestpartijen haten de PvdA
Het argument dat de proteststem gehoord moet worden, klonk in 2002 en ook in 2010 luider dan nu. Middenpartijen hadden in 2002 zwaar op hun donder gekregen van de kiezer, en zochten naar manieren om de onvrede te kanaliseren. Eén ervan was om de protestpartijen LPF en later de PVV een plek aan tafel te geven.
Voor de PvdA was dat net zo goed een discussie. Maar omdat die partij zulke grote verliezen had geleden, en de nieuwe protestpartijen de PvdA haatten, kwamen de sociaaldemocraten veel minder voor de keuze te staan. De PvdA voert zijn eigen strijd, bijvoorbeeld: wel of geen moties steunen van populistische partijen? Na de ‘minder Marokkanen’-uitspraak van Geert Wilders weigerde de fractie in de Tweede Kamer twee jaar lang principieel elke motie van de PVV te steunen.
Vaak spelen partijen de vorige wedstrijd, als ze moeten beslissen over samenwerking. VVD en CDA konden in 2010 redeneren dat een gedoogakkoord met de PVV beperkte risico’s had voor henzelf. Het eerdere avontuur met de LPF in 2002 had hen immers nauwelijks stemmen gekost. De LPF was wel flink afgestraft. Er heerste nog volop de overtuiging dat het recept van ‘indammen’ zou werken. Al liep ook de VVD wel degelijk schade op. Die had inmiddels Rita Verdonk, die binnen de partij een eigen protestbeweging begon.
Geen worsteling voor de VVD
Voor de VVD ‘is er geen worsteling’ over samenwerken met populistische partijen, zegt Henri Kruithof, die in 2010 als lid van het VVD-hoofdbestuur dicht op de kabinetsformatie zat. Het hoofdbestuur besliste mee over de principiële vraag of het verkiezingsprogramma van Wilders, met zijn kopvoddentaks, een stop op immigratie uit moslimlanden en sluiting van islamitische scholen , samenwerking in de weg stond. Het hoofdbestuur vond van niet.
Nog steeds ziet Kruithof de discussie niet zo: “VVD’ers zijn buitengewoon pragmatisch. Laat ze maar verantwoordelijkheid dragen. Soms is samenwerken de enige reële optie voor een meerderheid. Je komt er alleen maar achter of het werkt door het te doen. Wij zaten er helemaal niet met lange tanden in.”
De VVD nam op de koop toe dat Geert Wilders ook in een gedoogkabinet vanaf de eerste dag de grenzen zou opzoeken, of er overheen zou gaan. Hij had dat al aangekondigd. Bij de presentatie van het gedoogakkoord zou hij zulke radicale uitspraken doen dat bij CDA en VVD ‘de hoofden rood zouden kleuren’. Kruithof: “Wij waren voorbereid, maar het viel mee. Rutte vond trouwens: laat hem dat maar lekker doen. Zolang het niets met het regeerakkoord te maken heeft, kijken we wel even de andere kant op.” Wilders maakte zijn beloftes waar, onder andere door een ‘Polenmeldpunt’ af te kondigen. Het kabinet nam dat voor kennisgeving aan. Toen de kritiek in heel Europa losbrak, bleef een standpunt uit.
Afweging van alternatieven
Wat is het alternatief voor samenwerken met protestpartijen, vroeg en vraagt de VVD zich af. Het alternatief is besturen met links. Ook in Brabant speelt die afweging dezer dagen weer een rol, als VVD en CDA moeten kiezen met wie ze een provinciebestuur vormen. Net als het CDA wil de VVD bij voorkeur over rechts regeren. Maar een meerderheid hebben ze samen niet, daarvoor zijn ze afhankelijk van andere partijen. In de praktijk zijn dat sinds 2002 populistische partijen. Met de PVV willen beiden niet opnieuw in zee, hebben zij al in 2017 op papier vastgelegd in de kabinetsformatie. Met Forum voor Democratie ligt dat nog open. VVD-leider Rutte zei daarover: “Wij sluiten eigenlijk nooit partijen uit.”
In het zuiden van het land volgt oud-minister Gerd Leers (CDA) de collegeonderhandelingen in de provincie Brabant met argusogen. Hij heeft zo zijn vergelijkingen gemaakt. “Het gedrag van Forum voor Democratie is heel anders dan wat ik meemaakte met de PVV”, oordeelt hij. “Mocht Forum in Brabant in het college van gedeputeerden komen, dan verwacht ik niet dat Baudet net zo’n roeptoeter wordt als Wilders was.” Leers was minister voor immigratie en asiel in het gedoogkabinet met de PVV.
Leers, tot deze maand waarnemend burgemeester in Brunssum, doet een voorstel voor een nieuw criterium voor onderhandelingen met protestpartijen die nooit eerder regeerden. “Het komt aan op de personen, of je met elkaar kunt samenwerken. Wil je een succesvolle coalitie, dan moeten de partijen ook afspraken mogen maken over elkaars kandidaten.” Hij baseert dit op het provinciebestuur van Limburg, waarvan PVV en Forum beide deel uitmaken, zij het met kandidaten die op persoonlijke titel zijn benoemd in plaats van dat zij namens hun partij besturen. “Ik zie dat Forum zich daar pragmatisch opstelt.” Elkaars kandidaten keuren is nu nog taboe in de Nederlandse politiek. Het moet om de inhoud gaan, niet om de personen, is de rode lijn die tot nu toe niet is overgestoken.
De harde lessen van 2002 en 2010 hebben de middenpartijen geleerd om voorzichtiger te zijn over samenwerken met populisten. LPF en PVV bleken zich niet, zoals gehoopt, vanzelf te matigen. Verdwijnen deed het populisme evenmin.
Met Forum, dat landelijk als grootste partij uit de bus kwam bij de provinciale statenverkiezingen van vorig jaar, kunnen CDA en VVD nu in Brabant vast oefenen. Met het oog op de Tweede Kamerverkiezingen van 2021, die zomaar weer kunnen leiden tot verhitte partijcongressen.
Correctie 17-2: In een eerdere versie van dit artikel stond in een fotobijschrift dat toenmalig minister Bomhoff op weg was naar een persconferentie om zijn ontslag aan te kondigen. Dat ontslag vond echter plaats op 16 oktober, de foto is enkele weken eerder genomen.
Lees ook:
Oude wonden belemmeren debat over nieuwe CDA-koers
Het CDA praat in kroegen en op scholen over de koers van de partij. Maar tumult over boeren en samenwerking met Forum doorkruisen de herbezinning.
CDA houdt ook voor Baudet de deur op een kier
Als je de brieven van Rutte en de toenmalige CDA-fractieleider Buma aan de informateur uit 2017 naleest, moet de conclusie zijn dat de VVD uitgesprokener was in het afwijzen van de PVV als partner dan het CDA. Rutte voerde ook de strijdigheid aan met de liberale kernwaarden, zoals de stelselmatige ondermijning van de instituties van de democratische rechtsstaat, aldus columnist Hans Goslinga.