InterviewToeslagenaffaire
Pieter Omtzigt heeft er geen vertrouwen in dat de gevolgen van het ‘Belastingdienstschandaal’ ooit netjes worden opgelost
Pieter Omtzigt is een halfjaar terug in politiek Den Haag, waar hij keihard aanloopt tegen de beperkingen van een afgesplitst Kamerlid. ‘Mijn plan was iedere ochtend naar het koffiezetapparaat lopen en een paar uur werken. Dat laatste lukte niet heel erg goed.’
Als Pieter Omtzigt zich boos maakt, gaat hij niet harder praten, of sneller. Hij maakt geen wilde armgebaren. Omtzigt schakelt dan juist een tandje terug. Zijn toon wordt rustiger, maar de woorden klinken indringend: “Het is mij volstrekt duidelijk dat de rechtsbescherming bij het uit huis plaatsen van kinderen volstrekt niet op orde is in dit land. Het gaat om een van de meest ingrijpende dingen die je een mens in het leven kunt aandoen. Een kind weghalen. Artikel 8 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens regelt het recht op eerbiediging van het gezinsleven. En de overheid doet daar vervolgens de meest grove inbreuk op, door een gezin uit elkaar te trekken.”
Pieter Omtzigt geeft dit interview op een vrijdagochtend, via een videoverbinding vanuit huis. De avond ervoor debatteerde hij tot 22.00 uur met minister Wopke Hoekstra (buitenlandse zaken) over de gebrekkige uitvoering van de sancties tegen Rusland. Rond 23.00 uur zat Omtzigt in de trein van Den Haag naar Enschede. Aankomst 01.15. Thuis 01.30. Na een korte nacht is zijn aandacht weer bij het onderwerp waar hij de afgelopen jaren meer dan druk mee is geweest.
‘Het is een Belastingdienstschandaal’
Zelf spreekt Omtzigt inmiddels niet meer over de toeslagenaffaire. “Het is de Belastingdienstaffaire geworden.” En het woord ‘affaire’ ruilt hij liever om voor ‘schandaal’.
De grootste zorg gaat op dit moment uit naar de gedupeerde ouders en hun kinderen die de afgelopen jaren uit huis zijn geplaatst. Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) becijferde in oktober vorig jaar dat het om minimaal 1115 kinderen gaat. Omtzigt vermoedt dat het er veel meer zijn.
Het kabinet heeft besloten dat er vanaf deze week een ondersteuningsteam komt waar ouders met uit huis geplaatste kinderen terecht kunnen. Ze mogen kosteloos een gespecialiseerde advocaat inhuren. Tegelijkertijd werd duidelijk dat nog geen enkel gezin is herenigd.
U reageerde zeer geïrriteerd op dat nieuws. Waarom precies?
“Dit is ingewikkelde materie, iedereen begrijpt dat. Dit los je niet op in een week. Maar het is wel de wettelijke plicht van de overheid om bij een uithuisplaatsing te onderzoeken of ouders en kind op enig moment weer herenigd kunnen worden. Het is een half jaar nadat het CBS met dit nieuws kwam. Dat de regering in die tijd geen enkele poging heeft ondernomen om in beeld te krijgen hoe groot die groep precies is, in welke leeftijdscategorieën het uiteen valt, waar ze wonen; dat vind ik schokkend. Er zijn zeer kostbare maanden verloren gegaan.”
Heeft u er vertrouwen in dat het uiteindelijk goed komt?
“Nee, geen enkel. Het kabinet laat twee inspectiediensten onderzoek doen naar hoe dit heeft kunnen gebeuren. Die diensten hebben zelf 15 jaar lang gemist dat een groep kinderen uit huis werd geplaatst op een manier die waarschijnlijk niet zo had gemogen. Hier gaan mensen dus zichzelf onderzoeken. Het gaat hier niet eens om de schíjn van afhankelijkheid. Het ís afhankelijkheid. Dit gaat niet om een paar individuele gevallen. Het systeem is uit de rails gelopen. Daar heb je toezichthouders voor. Die hadden dit moeten zien.”
U opperde onlangs dat u een eigen meldpunt wilde beginnen, om ouders en kinderen bij elkaar te kunnen brengen. Gaat dat er komen?
“Om te beginnen heb ik deze week een lang gesprek met de onderzoekers van het CBS over hun data, over die groep van 1115 kinderen. Ze houden ieder jaar bij hoe het hiermee gaat. Dat aantal was de stand van zaken op 1 januari 2021. Wat was het op 1 januari 2022? Ik neem een statistisch expert mee naar het CBS. Ik had overigens verwacht dat het ministerie dit zou doen.”
Welke parallellen ziet u tussen de uithuisplaatsingen en de kinderopvangtoeslag?
“Als me iets duidelijk is geworden, is dat er in beide gevallen nauwelijks onderzoek is gedaan naar de feiten en omstandigheden. Ik heb al sinds oktober vragen uitstaan bij het ministerie of de fraudelijsten bij de Belastingdienst ook gedeeld zijn met instanties die de uithuisplaatsingen doen.
“Het is al gebleken dat je vanwege je kinderopvangtoeslag ten onrechte op een fraudelijst kon komen, die vervolgens werd gedeeld met het ministerie van justitie. Terwijl ze de huidige belastinggegevens van de Russische oligarchen vanwege de privacywet zeggen niet te kunnen delen. Mijn hemel. Als je een paar bewezen fraudegevallen mengt met vermoedens van fraude, kliksignalen en zelfs gewoon opgevraagde informatie, en als je die gegevens vervolgens stiekem uitwisselt krijg je een rechtsstatelijke ramp. Mensen worden aangepakt als fraudeur, zonder dat ze dat weten en ze kunnen zich niet verweren.
“Niemand heeft zich dat gerealiseerd, maar de rechtsgevolgen waren ongelooflijk ingrijpend. Wat de laatste fraude-onderzoeken van PricewaterhouseCoopers vorige week duidelijk maakten, is dat de hele Belastingdienst ermee werkte, niet alleen bij toeslagen.”
Heeft u een analyse hoe dit heeft kunnen gebeuren?
“Wat mij opvalt is dat er weinig gevoel meer was voor de rechtsstatelijkheid bij de Belastingdienst. Dat kan gebeuren als je geen fiscaal jurist meer in de top van je dienst hebt, maar vooral gaat werken met econometristen en analisten. Men haalde de leiding van de Belastingdienst weg bij de Immigratie- en Naturalisatiedienst. Klokkenluiders werden keihard aangepakt. Er was een totaal funeste werkcultuur voor mensen die hier wat van zeiden.”
Is de cultuur nu veranderd door de toeslagenaffaire?
”Heel veel belastingambtenaren zijn zich rot geschrokken, maar ook bang om nu naar de andere kant door te slaan. Die houding belemmert weer hun controletaak, terwijl ze iedere dag wel met misbruik in aangiftes worden geconfronteerd. Maar er bestaan werkinstructies om onvolledige dossiers toch voor te leggen aan de rechterlijke macht. En dat gaat tot op de dag van vandaag door.
“Als de Belastingdienst ergens over besluit, kun je er formeel bezwaar tegen maken of in beroep gaan. Maar als burgers of rechters doelbewust niet alle informatie krijgen, zoals dat de burger op een fraudelijst stond, dan kan de rechter niet het hele dossier goed wegen. Daarom is dit geen cultuurprobleem, maar een rechtsstatelijk probleem. Omdat ze zich niet aan de wet houden, en dat ook geen gevolgen heeft. Zelfs rechters worden tot op de dag van vandaag misleid, met grote gevolgen voor burgers.”
De staatssecretaris noemt de werkwijze bij de Belastingdienst discriminatoir.
“Mensen zijn al op een fraudelijst terecht gekomen vanwege een gift aan een moskee. Dit is institutioneel racisme. En dit zou het kabinet bestrijden, dat staat zelfs centraal in het regeerakkoord. Als een werkgever een sollicitant beoordeelt op basis van diens uiterlijk of geloof, dan wordt die gestraft. Mag de fiscus dat dan wel?”
Omtzigt vertelt dat hij nog niet helemaal de oude is, de man van vóór de burn-out. In september vorig jaar keerde hij na een half jaar afwezigheid terug in Den Haag, als onafhankelijk Tweede Kamerlid. De breuk met het CDA was in zijn ogen onvermijdelijk. “Ik kan jullie vertellen dat dit een heel raar vak is om te integreren. Vanaf dag één vroegen mensen aan me wat mijn plan was. Mijn plan? Dat is iedere ochtend naar het koffiezetapparaat lopen en een paar uur werken. Dat laatste deel van het plan lukte niet heel erg goed. Van vrijdag tot en met maandag zit ik nu thuis, ik leg heel weinig werkbezoeken af. Maar het is lastig om echt tot rust te komen.”
Het leven als zelfstandig Kamerlid valt hem zwaar. Hij loopt aan tegen de beperkingen die de Tweede Kamer oplegt aan afsplitsers: minder spreektijd tijdens debatten en minder financiële en personele ondersteuning. “Ik heb op dit moment 75 procent minder budget dan de BoerBurgerBeweging, die ook één zetel heeft. En de helft van de spreektijd.”
Ook de CDA-fractie, waar u in zat, ging destijds akkoord met het inperken van de rechten van afsplitsers.
“Ik heb binnen de fractie mijn bezwaren geuit.”
Dat heeft niet geleid tot een andere opstelling.
“Nee, maar ik heb me wel verzet. Ik heb er volledig mee ingestemd dat je als afsplitser niet meer de toelage krijgt als een gewone eenmansfractie. Maar ik heb ook gewaarschuwd dat we niet moeten doorslaan. Er werden bij dit soort discussies direct vragen gesteld of ik zelf wat van plan was. Nou ik was toen niets van plan. Die discussie destijds ontstond vanwege afsplitsingen die echt een ander karakter hadden dan die van mij, of van Wybren van Haga (ex-FvD, red.). Er waren Kamerleden die een behoorlijk scheve schaats hadden gereden, zelfstandig verder gingen en als beloning een flink budget kregen. Er was ook discussie over wat te doen met Kamerleden die zelfstandig de kiesdeler hadden gehaald, maar die werd niet afgerond. Van Haga en ik behaalden beiden bij de verkiezingen meerdere zetels. Daarna hadden hij en ik buitengewoon valide redenen om bij onze fracties te vertrekken. Dat is echt onvergelijkbaar.”
De uitgeklede rechten zijn niet de enige reden tot zorg van Omtzigt. “We moeten het even hebben over hoe de Kamer functioneert”, zegt hij. Twintig fracties zijn er inmiddels, een record. “Om iedere wet met z’n twintigen te behandelen of te controleren is niet efficiënt en niet heilzaam voor het debat.”
Hij pleit voor rapporteurs die mede namens andere partijen het wetgevingsproces volgen. En Omtzigt moppert over de vele moties die worden ingediend. Het gevolg is dat hij, met zijn magere ondersteuning, wekelijks honderd tot honderdvijftig moties moet beoordelen.
“Begrijp me niet verkeerd, ik doe hier vrolijk aan mee. Maar het gevolg is wel dat moties iedere scherpte hebben verloren. In Duitsland worden er 250 per jaar ingediend, door in totaal 700 parlementsleden. Hier vierduizend door 150 mensen.
“Ik besteed veruit mijn meeste tijd aan wetgeving. Bij moties denk ik wel eens: ze kunnen me gestolen worden. Ik weet dat er toch niets mee gebeurt. Bij wetgeving is dat anders, omdat je weet hoe groot de impact kan zijn. Bij het toeslagenschandaal heeft de Belastingdienst veel fouten gemaakt, maar het zat ook in de kwaliteit van de wetgeving. Daarom mijn voorstel voor meer rapporteurs. En mijn wens voor fatsoenlijke ondersteuning voor afsplitsers. Ik vind dat ik grondwettelijk gelijk behandeld moet worden als andere Kamerleden. Want volgens de grondwet bestaan er zelfs geen fracties.”
Uw plan was aanvankelijk om rustig te re-integreren. Wat is het plan met de Provinciale Statenverkiezingen van volgend jaar?
“Het gaat al stukken beter met me dan toen ik terugkwam in september, maar ik heb voor mezelf besloten dat ik de dingen stap voor stap ga doen. Het besluit over mijn toekomst valt zodra ik daar klaar voor ben. Ik doe mijn best om zo goed mogelijk mijn weg te vinden. En die weg ligt nog niet voor 100 procent vast. Ik moet vooral niet te snel te veel willen. Wat dat betreft ben ik door schade en schande wijs geworden.”
Lees ook:
Minister Weerwind biedt gratis advocaat aan voor toeslagenouders
Het kabinet zegt ouders die te maken kregen met de toeslagenaffaire en een uithuisplaatsing extra te ondersteunen. Toch zal niet elk kind teruggaan naar huis.