De gezichten van de linkse oppositie de afgelopen jaren: Jesse Klaver, Lilian Marijnissen en ­Lodewijk Asscher.

Analyse

Op eigen kracht redt een linkse partij het niet meer

De gezichten van de linkse oppositie de afgelopen jaren: Jesse Klaver, Lilian Marijnissen en ­Lodewijk Asscher.Beeld ANP

Ze konden vier jaar vrijuit oppositie voeren tegen een centrumrechts kabinet en toch dreigt er volgende week een zeer mager verkiezingsresultaat voor PvdA, GroenLinks en de SP. Is er nog toekomst voor links?

Niels Markus en Bart Zuidervaart

Voor iedereen die linkse ­politiek een warm hart toedraagt, zijn het statistieken om moedeloos van te worden: sinds eind vorige eeuw krimpt het blok van SP, PvdA en GroenLinks stap voor stap en een nieuwe teleur­stelling dreigt.

In 1998, de hoogtijdagen van Paars, haalden de drie partijen gezamenlijk nog 61 zetels bij de Tweede Kamerverkiezingen. Dat aantal was alleen in 2006 hoger, dankzij de 25 zetels die de SP toen kreeg. Sinds 2017 bezet links 37 plekken in de Tweede Kamer. Als de peilingen er niet gigantisch naast zitten, stokt de teller volgende week woensdag ergens tussen de dertig en veertig zetels. En dat ondanks vier jaar waarin de drie linkse partijen frank en vrij oppo­sitie konden voeren tegen een centrumrechts kabinet dat zich met veel moeite door de regeerperiode worstelde.

Dat er nieuwe uitdagers zijn die de drie partijen zetels hebben afgesnoept, zoals de Partij voor de Dieren en Denk, kan niet verbloemen dat het crisis is op links. GroenLinks, PvdA en de SP hebben nog geen begin van een antwoord op de vraag hoe de dalende trend valt te keren.

Niet dat links de laatste jaren geen successen behaalde. In 2019 won de PvdA aan de hand van Frans Timmermans onverwachts de verkiezingen voor het Europees Parlement, terwijl het vooraf leek uit te draaien op een strijd op rechts, tussen de VVD en Forum voor Democratie. De kiezer besloot anders.

null Beeld Louman & Friso
Beeld Louman & Friso

Bij de vorige Tweede Kamerverkiezingen, in 2017, behaalde GroenLinks het beste resultaat sinds de oprichting dertig jaar geleden. Jesse Klaver dankte de veertien zetels aan een frisse, vernieuwende campagne, met optredens in grote poptempels als Paradiso (Amsterdam), Paard (Den Haag) en TivoliVredenburg (Utrecht), waar hij met name jongeren wist te enthousiasmeren met zijn klimaatverhaal.

GroenLinks hoopt dat Klaver dit keer kan doorstoten naar de macht. In de wandelgangen spreekt GroenLinks al enkele jaren over Project 2021. De partij mikt op het allerhoogste: het Torentje.

Corona maakt manifestaties in poptempels onmogelijk

Met de verkiezingen in zicht, wijst niets daarop. De peilingen laten geen grote doorbraak van GroenLinks zien. Sterker, de trend is het afgelopen jaar juist dalend. Wat kan meespelen, is dat corona manifestaties in poptempels onmogelijk maakt. Bovendien is GroenLinks niet langer dé klimaatpartij van Nederland. Ook Partij voor de Dieren, D66 en de ChristenUnie profileren zich nadrukkelijk op dat thema. En daarnaast drukt corona alle andere belangrijke kwesties in deze campagne naar de achtergrond.

De vraag is hoe de linkse partijen de komende week nog de wind in de zeilen kunnen krijgen. Mei Li Vos, PvdA-fractievoorzitter in de Eerste Kamer, zegt eerlijk: “Ik zou het niet weten. Als iemand het wel weet, dan hoor ik het graag. Je moet blijven vertellen waar je in gelooft.”

Vos komt met een analyse, die ook vaak klinkt in kringen van politicologen. De Nederlandse kiezer is op sociaal-economisch gebied best links. Als het gaat over inkomensverdeling, de zorg of de positie van zzp’ers, dan is ongeveer tweederde van de kiezers het eens met de linkse partijen, liet politicoloog Simon Otjes zien op het politieke blog StukRoodVlees.

Toch vertaalt dat zich niet in linkse zetels. Dat komt volgens Otjes doordat kiezers hun stem vaker bepalen aan de hand van culturele opvattingen over identiteit en migratie. Ruim de helft van de kiezers is rechts als het gaat over de opvang van asielzoekers, de bouw van moskeeën en ontwikkelingssamenwerking. Tweevijfde van de Nederlandse kiezers combineert sociaal-economisch linkse overtuigingen met een rechtse blik op cultuur en identiteit.

De PVV maakt de combinatie, SP en PvdA lonkten ernaar

Die voorkeur van de kiezer kennen partijen al langer. De PVV is het succesvolst met een combinatie van harde kritiek op de islam en het tegengaan van immigratie en een links programma voor de zorg. In haar verkiezingsprogramma staat een appèl voor een hoger minimumloon en lagere huren.

De SP lonkte even naar de cul­tureel-conservatieve kiezer. Maar het niet langer uitsluiten van vluchtelingendeals en oproepen tot het reguleren van migratie leidden vooral tot interne onenigheid en tot opzeggingen, niet tot electorale resultaten.

Ook binnen de PvdA klonk kortstondig de roep om te rade te gaan bij de Deense sociaaldemocraten, die daar de grootste partij zijn. De partij van premier Mette Frederiksen voert een harde migratie- en integratieagenda, waarmee het ­gelukt is om kiezers terug te winnen van de rechts-populistische Deense Volkspartij. De vorige PvdA-partijleider, Lodewijk Asscher, sprak met Frederiksen en andere Europese sociaal­democratische collega’s en hij probeerde het migratiedebat in zijn ­partij aan te zwengelen. Toen hij een ­extreem verdeelde partij aantrof, liet hij het thema verder on­aangeroerd.

De nieuwe partij­leider ­Lilianne Ploumen spreekt vooral over ongelijkheid en de woningmarkt, niet over culturele thema’s.

Extra wrang: de tijdgeest gaat de linkse kant op

Mei Li Vos gelooft niet dat de oplossing voor de PvdA schuilt in een rechtsere koers op migratie. “Je moet bij je eigen verhaal blijven. Ik geloof dat als je het gelijk aan je zijde hebt, je uiteindelijk aan het langste eind trekt. En zo niet, als Nederland een in- en inrechts en conservatief middenland is, dan is dat zo. Maar ­laten we dan niet vergeten dat Nederland zo welvarend is, mede dankzij de PvdA. Ik hoop dat mensen dat erkennen.”

Extra wrang voor GroenLinks, PvdA en de SP is dat de tijdgeest onmiskenbaar hun kant op komt. De coronacrisis heeft een al eerder ingezette trend naar een grotere overheid versterkt. De VVD wil ‘de rafelranden van het kapitalisme bijschaven’ en het CDA is tegen marktwerking in de zorg en voor hervorming van de woningmarkt. Jarenlang riepen de linkse partijen vanuit de oppositie tevergeefs dat er meer geld naar de publieke sector moest. En plots, om de gevolgen van corona op te vangen, trekt het kabinet van VVD, CDA, D66 en ChristenUnie miljarden uit om bedrijven overeind te houden, bonussen uit te keren aan zorgpersoneel en het onderwijs te verbeteren.

Vos: “Dat is ineens de consensus. Tijdens de vorige crisis vonden Nederlanders het nog heerlijk om te bezuinigen. Dat moest, economen vonden dat het moest. Nu is de consensus dat we allemaal keynesianen zijn. Maar vergis je niet, de VVD heeft echt een andere mens- en maatschappijvisie. Die ­partij is er als enige van overtuigd dat succes een keuze is.”

Liesbeth van Tongeren, wethouder voor GroenLinks in Den Haag en Tweede Kamerlid tussen 2010 en 2018, zit op de lijn van Mei Li Vos: vooral het eigen verhaal vertellen. Voor GroenLinks betekent dat vol inzetten op klimaatmaatregelen. Het is niet erg dat andere partijen hetzelfde doen, zegt ze. “Je kunt in splendid isolation gelijk hebben, maar beter is om anderen te over­tuigen. Anders verandert er niets.”

Het is ook niet rampzalig, mocht straks blijken dat GroenLinks geen grote zetelwinst boekt, vindt Van Tongeren. “Je moet nodig zijn voor het volgende kabinet, daar gaat het om.”

Door schade en schande werd links wijs: regeren met rechts kan pijn doen

Cruciaal voor links zal straks zijn om gezamenlijk een blok te vormen. Niet voor niets zeggen PvdA en GroenLinks al een jaar lang dat zij ­elkaar tijdens een formatie zullen vasthouden. De partijen zijn door schade en schande wijs geworden. PvdA-leider Diederik Samsom stapte achteraf gezien veel te enthousiast in een kabinet met de VVD. De sociaaldemocraten werden ongenadig hard afgestraft voor het bezuinigingsbeleid van Rutte II; ze kelderden van 38 naar 9 zetels.

Jesse Klaver onderhandelde in 2017 twee keer met het centrumrechtse ‘motorblok’ van VVD, CDA en D66, waarna hij de formatie verliet vanwege onenigheid over vluchtelingendeals.

Daarom, vinden de linkse partijen, moeten we samen optrekken, ­zodat andere partijen niet meer om ons heen kunnen. Vorig jaar maart, pal voor de coronacrisis, kwamen Klaver, Asscher en Lilian Marijnissen samen in een volgepakte concertzaal in Amsterdam. Ze dreigden tegen het belastingplan van het kabinet te stemmen en spraken af vaker samen op te trekken. Dat ging erin als zoete koek bij de toegestroomde leden, die het liefst een nog intensievere samenwerking hadden gezien. Maar in de maanden erop, kwamen er weinig gezamenlijke plannen.

Enkele maanden terug spraken Klaver en Asscher uit dat zij niet zonder elkaar een kabinet in zouden gaan. En ook Asschers opvolger ­Ploumen wil niet zonder een andere linkse partij regeren. Een belangrijk nuanceverschil: zij heeft het over GroenLinks óf de SP, waar haar voorganger zijn voorkeur uitsprak voor GroenLinks, eventueel aangevuld met de SP.

Het is maar een van de voorbeelden waaruit blijkt dat de linkse samenwerking stokt. Onlangs liet Marijnissen in de Volkskrant weten dat zij graag zou formeren met de PvdA of GroenLinks, maar dat zij afgelopen regeerperiode net zo prettig heeft samengewerkt met het CDA en de ChristenUnie.

Klaver zette zijn linkse collega’s op GroenLinks-posters

Klaver koos diezelfde week de vlucht naar voren. Door hun voor­namen op een GroenLinks-verkiezingsposter te drukken, nodigde hij Marijnissen, Ploumen én D66-leider Sigrid Kaag uit om samen op te trekken in een kabinetsformatie. Hij noemt zijn initiatief Keerpunt ’21, verwijzend naar Keerpunt ’72, een samenwerking van PvdA, D66 en PPR, die uitmondde in het kabinet-Den Uyl, het meest progressieve ­kabinet uit de Nederlandse geschiedenis.

De reacties van de lijsttrekkers die op de poster prijkten, waren verre van enthousiast. Ploumen wil zich nog nergens op vastleggen. En Kaag voelt er weinig voor om tussen de linkse partijen geschaard te worden. Zij was onaangenaam verrast dat haar naam onaangekondigd op een poster opdook. Haar partij heeft weliswaar genoeg overeenkomsten met GroenLinks, maar ze vreest dat kiezers denken dat er nauwelijks verschillen zijn tussen beide partijen. En dat terwijl zij al eerder heeft gezegd dat zij niet met de SP – “radicale socialisten die uit de euro willen en onze banen op het spel zetten” – wil optrekken.

In de Volkskrant ontvouwde Kaag afgelopen week haar tactiek: “Ik denk dat onze partijen elkaar op een aantal progressieve thema’s vanzelf vinden. Maar ik wil graag progressief Nederland leiden door de liberale VVD’ers naar D66 te halen. Ook de progressieve CDA’ers wil ik duidelijk maken dat de plek voor ambities en idealen bij ons is. Als we voortijdig stembusakkoorden sluiten, kunnen we bepaalde kiezers niet meer voor ons interesseren.”

Vooral GroenLinks is er veel aan gelegen om straks toch D66 aan boord te krijgen. In een essay bij zijn poster schreef Jesse Klaver al dat ­samenwerken met de SP onwaarschijnlijker wordt. Een samenwerking met ‘de buren’ van D66 is daarom veel natuurlijker, schrijft Klaver: “als kinderen van de verlichting, progressief en modern”. Klaver weet ook dat hij en de PvdA in een kabinet met de VVD veel meer voor elkaar krijgen als ook D66 aantreedt. Bovendien is niet uitgesloten dat de huidige coalitie haar meerderheid behoudt. Dan stapt D66 opnieuw in een kabinet met de VVD en twee christelijke partijen en dan kijkt links weer vier lange jaren vanaf de zijlijn toe.

Een linkse fusiepartij, zegt de onderzoeker, maakt gerede kans om de grootste te worden

Zeker dan zal ook de roep om een fusie weer oplaaien. Onderzoekers wezen er al vaker op dat de PvdA en GroenLinks samen waarschijnlijk meer zetels zullen halen dan als zij afzonderlijk de verkiezingen ingaan. Volgens opiniepeiler Peter Kanne van I&O Research maakt een linkse fusiepartij een gerede kans om de grootste te worden.

Van Tongeren snapt de roep om samengaan, maar zelf vindt ze het ‘niet de allerbelangrijkste discussie’. “Ik heb een tijd in Australië gewoond, waar je min of meer een tweepartijenstelsel hebt. Dat is niet ideaal. Je bent dan echt niet van de discussies op links af. De flanken zullen blijven, maar dan binnen één partij.”

PvdA-senator Vos denkt juist dat een fusie onvermijdelijk zal zijn. “De geschiedenis leert, kijk naar GroenLinks en CDA, dat partijen pas fuseren als ze helemaal op hun rug liggen. Misschien moeten wij maar eens breken met die geschiedenis en in onze kracht fuseren.”

Al zal het moeilijk worden, denkt zij, met twee partijen die een heel verschillende achtergrond hebben. “Uit moties op het PvdA-congres blijkt dat een grote meerderheid wel meer wil samenwerken, maar niet wil fuseren. Dus dat duurt nog wel even.”

Lees ook:

Jesse Klaver daagt de collega’s op links nóg een keer uit

Het mag gerust plagend en zelfs licht provocerend worden genoemd. GroenLinks lanceerde een nieuwe verkiezingsposter met daarop ook de voornamen van Sigrid Kaag, Lilian Marijnissen en Lilianne Ploumen. GL-leider Jesse Klaver probeert zijn collega’s op links op deze manier nóg een keer uit te dagen om tot een stembusakkoord te komen.

Met het nieuwe verkiezingsprogramma maakt de SP linkse samenwerking niet makkelijker

De SP scherpt haar standpunten aan, onder meer over Europa. Het maakt samenwerken met PvdA en GroenLinks niet makkelijker.

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden