Weekboek formatieWeek 38
Niets is zeker in deze formatie, die is overladen met gebroken beloftes
We zouden hier graag schrijven dat dit het allerlaatste Weekboek formatie is, dat we na 38 (!) weken het feuilleton kunnen sluiten. Maar deze ren-spring-vlieg-duik-val-sta-op-en-ga-weer-door-formatie zit zo vol met valse beloftes en boude uitspraken, dat inmiddels niets meer zeker is.
Dat begon al voor de verkiezingen, toen Mark Rutte verkondigde dat er, met het oog op de coronacrisis, snel een nieuw kabinet moest komen. Gert-Jan Segers: “Je wilt hier niet in oktober nog mee bezig zijn”. Wopke Hoekstra, destijds: “Ik sta niet bekend om mijn engelengeduld”.
Ook niet vergeten is het campagneoptreden van Hoekstra bij Nieuwsuur, toen hij aangaf ook naar linkse partijen als SP, GroenLinks en PvdA te kijken voor de nieuwe coalitie. Die handreiking was na de verkiezingen verdwenen. De CDA-leider bleek opeens wel over engelengeduld te beschikken en wachtte rustig het moment af dat Sigrid Kaag haar linkse vrienden wel moest loslaten en zo de weg vrijmaakte voor een doorstart van Rutte III.
Kaag op haar beurt kwam daarmee terug op de overtuiging dat de ChristenUnie een ‘roestige auto’ is waar je vooral niet meer in moet stappen. We herinneren ons haar uitspraak ‘Hier scheiden onze wegen’ tegen Rutte, tijdens het beladen debat over Pieter Omtzigt en de ‘functie elders’. Die wegen zijn allesbehalve gescheiden. Mocht de D66-leider vicepremier worden, dan hebben we straks zelfs min of meer een kabinet-Rutte-Kaag.
Mooie woorden bleken wensdenken
Zeker vermeldenswaardig: Segers die na dat Omtzigt-debat verkondigde dat zijn ChristenUnie niet meer in een kabinet met Rutte zou stappen. “Daarvoor is er gewoon te veel gebeurd.” Maar kennelijk niet genoeg om hem ervan te weerhouden die woorden weer in te slikken. De ChristenUnie “zit gewoon nog in het mandje”, zei Rutte in augustus. Dat ‘functie elders’-debat ontspoorde overigens vanwege de bewering van de premier dat hij met de verkenners niet over Omtzigt zou hebben gesproken, wat wel het geval was. Rutte zei: “Ik heb niet gelogen, ik heb het me verkeerd herinnerd”.
Over het snel afronden van de formatie zijn mooie woorden gesproken. Toen de storm over de Omtzigt-kwestie was geluwd, zei Kaag dat het kabinet nog voor de zomer op het bordes moest staan. Het bleek wensdenken. Weer later, toen Segers met zijn roestige auto richting de formatietafel was gereden, klonken hoopvolle geluiden over een sinterklaasakkoord en een kerstkabinet. Beide, opnieuw, onhaalbaar.
Ook wij waren te stellig, toen in weekboek 26 (18 september) werd geconcludeerd dat de ChristenUnie zich definitief tegen de oude coalitie keerde, door coronamaatregelen van het kabinet af te wijzen en door moties van afkeuring tegen de toenmalige ministers Kaag en Ank Bijleveld te steunen. We hadden beter moeten weten: in deze formatie is niets definitief.
Het vooruitzicht van een dun regeerakkoord
Rutte III maakt dus een doorstart, hoewel de coalitiepartijen zullen zeggen dat Rutte IV echt wat anders wordt. “Meer elan”, zei Rutte al. “Een heel ander kabinet, met een andere uitstraling.” Het zijn beloftes die niet snel worden vergeten.
Informateur Johan Remkes benadrukte eind september nog maar eens dat er dit keer echt een beknopt regeerakkoord moet komen. De nieuwe ministers krijgen de gelegenheid om zelf een regeerprogramma samen te stellen, zonder veel fractiebemoeienis. Dualisme, eindelijk. Dat laatste idee schijnt gesneuveld te zijn. Blijft over: het vooruitzicht van een dun regeerakkoord.
We gaan het aantal bladzijden van het nieuwe akkoord dus tellen, ervan uitgaande dat een dun document niet meer dan twintig pagina’s telt. En de vraag is wat zowel ‘meer elan’ als ‘een andere uitstraling’ precies inhoudt.
Het is onvermijdelijk: volgende week op deze plek Weekboek formatie 39.
Lees ook:
Dezelfde fracties, maar een fris elan? Dit staat kabinet Rutte IV te wachten
Begin 2022 staan ze op het bordes, de ministers (helft man, helft vrouw) van het vierde kabinet onder leiding van premier Mark Rutte. Onder welk gesternte zullen zij hun werk moeten doen?
Wie wil er nog minister worden in het tijdperk van Rutte IV?
De zoektocht naar nieuwe ministers en staatssecretarissen is volop gaande. Het wordt dit keer nog moeilijker ze te vinden.