Het aantal arbeidsmigranten is de afgelopen jaren verviervoudigd. Minister Karien van Gennip (CDA) van sociale zaken en werkgelegenheid wil hun positie verbeteren, het aantal mensen dat naar Nederland komt beheersen en de samenleving ontlasten.
Ze slaat nog net niet met de vuist op tafel in haar werkkamer op het ministerie, maar het scheelt niet veel. Minister Karien van Gennip laat er aan het eind van het gesprek geen misverstand over bestaan. Ze vindt dat het roer écht om moet als het gaat om de arbeidsomstandigheden van migranten. “Deze minister van sociale zaken verlaat deze stoel niet voordat de situatie voor deze mensen verbeterd is.”
De ferme uitspraak toont haar betrokkenheid bij dit onderwerp. Maar het is ook een verrassende interpretatie van de vertrouwensregel in de politiek. Normaal stapt een bewindspersoon op als hij of zij faalt in het uitvoeren van beleid, en de steun van het parlement ervoor verliest. Zij wil het omkeren: ze blijft zolang mogelijk aan om het beleid te laten slagen. “Ik zie het als een opdracht. Kijk, ik kom uit het bedrijfsleven en wist wel zo’n beetje wat er speelde in de economie en de samenleving. Maar wat ik sinds ik minister ben hoor en zie over wat zich aan de basis van de arbeidsmarkt afspeelt bij migranten, heeft me diep geschokt. Ik vind dit voor onze Nederlandse samenleving onwaardig.”
Meerderheid Tweede Kamer wil beperking arbeidsmigratie
De druk op minister Van Gennip om de instroom van arbeidsmigranten terug te dringen neemt toe. Zowel de regeringspartijen - minus D66 - als oppositiepartijen vragen om maatregelen.
Het gaat vooral om werknemers uit andere EU-landen die zich hier vrij mogen vestigen. Afgelopen weekend vroeg fractievoorzitter Gert-Jan Segers (ChristenUnie) de mogelijkheid te onderzoeken dat EU-inwoners een werkvergunning moeten aanvragen om hier te kunnen werken. De SP wil een tijdelijke stop op de komst van alle arbeidsmigranten uit de EU. De VVD hamert erop dat veel Nederlanders werkloos aan de kant staan. De minister zou hen moeten stimuleren de banen van arbeidsmigranten in te nemen.
Binnen de coalitie is D66 als enige uitgesproken voorstander van méér arbeidsmigratie. Volgens de sociaal-liberalen kan de Nederlandse economie niet zonder extra werknemers. De partij denkt dat Nederland meer migranten kwijt kan, als de huisvesting en de beloning verbeterd worden. Lees hier verder.
Nederland is hard op weg naar 18 miljoen inwoners
Het wordt deze week ongetwijfeld een van de belangrijkste thema’s bij de behandeling van haar eerste begroting van Sociale Zaken en Werkgelegenheid: de positie van arbeidsmigranten. Het kabinet staat onder grote druk van vooral de VVD om met voorstellen te komen om het aantal mensen dat asiel vraagt in Nederland te verminderen, een dure belofte van premier Mark Rutte. Inmiddels hebben het CDA en – in mindere mate – de ChristenUnie zich erbij aangesloten. Maar valt daar gezien het VN-vluchtelingenverdrag en de EU-afspraken wel iets aan te doen?
Daarom wordt tegelijkertijd gekeken naar het groeiende aantal arbeidsmigranten dat in Nederland komt werken en wonen. Jaarlijks zijn er in Nederland gemiddeld 500.000 arbeidsmigranten, een verviervoudiging ten opzichte van vijftien jaar geleden. De toename van asielzoekers – volgend jaar worden er 50.000 verwacht – valt hierbij relatief mee. Nog een cijfer: het eerste halfjaar van 2022 zijn er al 107.000 nieuwe landgenoten, zowel mensen met een verblijfsvergunning (status), expats van buiten de Europese Unie als arbeidsmigranten binnen de EU, bijgekomen – het aantal inwoners van een stad ter grootte van Leeuwarden. Voor de krapte op de arbeidsmarkt een zege, maar een domper voor de toch al overspannen woningmarkt, de druk op sociale voorzieningen en de leefbaarheid. Nederland is hard op weg naar 18 miljoen inwoners.
Wat moeten we aan die toestroom van vooral arbeidsmigranten doen, vragen politici zich af. Het probleem zit niet in de paar duizend kennismigranten die elk jaar op uitnodiging de grens oversteken, maar het gros dat onder erbarmelijke omstandigheden laagbetaald werk doet. Ze werken in de bouw, zorgen dat we pakketjes thuis bezorgd krijgen en ze plukken tomaten. Karien van Gennip kende de verhalen over uitbuiting, onderbetaling en andere misstanden wel, maar toen ze elf maanden geleden minister werd besloot ze regelmatig op werkbezoek te gaan om met eigen ogen te zien wat er allemaal speelde.
Buitenlandse werknemers wisten niet eens waar ze woonden
Ze schrok ervan. “In september was ik mee met de Arbeidsinspectie. Ze bezochten een restaurant dat verbouwd werd en ondervroegen de werknemers uit het buitenland. Die wisten niet eens waar ze woonden. Ze werden met een busje gebracht en gehaald, elke week naar een andere klus en een ander adres.”
Op Schiphol sprak ze met de afhandelaars van bagage, zwaar werk aan de ‘basis van de arbeidsmarkt’, zoals Van Gennip deze groep steevast noemt. Afgelopen zomer was er veel aandacht voor de verschillende bedrijven op de luchthaven die met elkaar concurreren om de laagste prijs. Een ‘concurrentie op arbeidsvoorwaarden’, die de minister onacceptabel vindt. Zeker omdat het gepaard gaat met slechte werkomstandigheden. “Ik zag ze sjouwen met koffers en heb zelf ook even een tilmachine mogen proberen. Maar omdat alles zo snel mogelijk moet worden ingeladen, hebben ze daar weinig aan. Er stond daar een beer van een vent en ik complimenteerde hem met het zware werk dat hij verrichtte. Hij kreeg tranen in zijn ogen. Nog nooit had iemand daar op een vriendelijke manier met hem gesproken. Zulke momenten doen me wat. Dan denk ik: dit moet echt anders.”
Samen met minister Harbers van infrastructuur is ze in gesprek met Schiphol om aan de slechte arbeidsomstandigheden bij de bagage-afhandelaars een einde te maken. De vliegmaatschappijen zijn er verantwoordelijk voor, maar de luchthavendirectie gaat erop toezien dat de moordende concurrentie op prijs een halt wordt toegeroepen.
Niet in balans
De beroerde werkomstandigheden zijn voor arbeidsmigranten heftig, maar het schaadt de samenleving ook, meent de minister. “Wat de discussie intensiever heeft gemaakt, is de druk op de kwetsbare wijken. Steeds wonen er andere arbeidsmigranten in een huis, er is lawaai en als je met z’n zessen in een klein appartement zit en het is zomer, dan ga je buiten bier drinken, wat overlast geeft. Werkgevers hebben de lusten van deze migranten met lage inkomens, de samenleving de lasten, dat is niet in balans.”
Ook haar voorgangers deden pogingen de werk- en leefomstandigheden van arbeidsmigranten te verbeteren, maar kregen er nauwelijks grip op. Ruim twee jaar geleden kwam voormalig SP-leider Emile Roemer met een rapport waarin hij alle kwalijke zaken op een rijtje zette. De vijftig aanbevelingen werden door de Kamer overgenomen en worden nu in praktische voorstellen omgezet. Al is er scepsis over de vraag of er iets zal veranderen. “De afgelopen tien jaar hebben we het te veel laten gaan en aan de markt overgelaten, dat gaan we nu versneld inhalen.”
Vorige week maakte de minister bekend dat er volgend voorjaar een wet naar de Tweede Kamer gaat om malafide uitzendbureaus aan te pakken. Daar zit de kern van het probleem: zij ronselen arbeiders die in busjes worden afgezet bij bedrijven, zonder dat deze mensen van hun rechten weten. Ze werken en wonen zodoende in erbarmelijke omstandigheden. Er komt een speciaal orgaan dat erop toeziet of een uitzendbureau deugt of niet. Een belangrijke stap, zegt Van Gennip. “Zo halen we het verdienmodel van malafide uitzendbureaus onderuit. Arbeiders moeten netjes betaald en behandeld worden.”
Braamplukmachine
Het is een stap in de richting van wat de minister uiteindelijk voor ogen heeft: de waarde van arbeid verhogen en zo de positie van de laagstbetaalden verbeteren. Een voornemen is ook het nuluren-contract te verbieden en flexwerk meer vast te maken. “Dan wordt de tomaat misschien duurder, of dat pakketje, maar dat betekent wel dat de waarde van arbeid stijgt. We moeten leren waarderen dat deze mensen voor ons werken, zweten en rondfietsen.”
Door de herwaardering van laagbetaalde arbeid zullen ook bepaalde banen uit ons land verdwijnen. “Want waarom moeten we steeds weer nieuwe distributiecentra neerzetten? Ik wil nu dat deze bedrijven eerst aantonen dat hun werknemers voldoende volwaardige huisvesting hebben, voordat de gemeente een vergunning afgeeft. Anders gaat de bouw gewoon niet door.”
Een hogere prijs voor arbeid stimuleert daarnaast ondernemers om te innoveren en te automatiseren. Zodat het laagwaardige werk op den duur gedeeltelijk kan verdwijnen. “Ik sprak een tuinder die zei: het investeren in een braamplukmachine was niet aantrekkelijk vanwege de lage kosten van arbeid en omdat de techniek nog niet zover was. Als die arbeid meer waard wordt, moeten we innovaties stimuleren en loont het eerder om daarin te investeren. Hetzelfde geldt voor de distributiecentra. Die blijven nodig, maar moet het werk niet meer geautomatiseerd worden?”
Gesprek durven voeren
De missie van Van Gennip gaat nog dieper. “We moeten het gesprek durven voeren over welke economie we willen zijn en welke banen daarbij horen. Als die tomaat duurder wordt, of dat pakketje, hoeveel banen wil ik dan nog in Nederland hebben waar arbeidsmigranten voor ingeschakeld worden? Dan stijgt de waarde van arbeid, gaan de lonen omhoog en worden Nederlanders die nu aan de kant staan gestimuleerd aan de slag te gaan.”
Het is dit effect waar de minister op hoopt. Maar die discussie is bijna zo oud als het probleem zelf: veel Nederlanders willen die banen niet, ook als ze beter betaald worden. Dat argument maakt geen indruk op haar. “Er staan meer dan een miljoen mensen aan de kant: bijstandsgerechtigden, 55-plussers, statushouders, herintreders en een half miljoen deeltijdwerkers die heel graag meer uren willen maken.”
Het is eerder geprobeerd, maar toen bleek dat werklozen het vertikten om tomaten te plukken in het Westland. “Inderdaad, maar die willen misschien wel in de zorg en onderwijs meer uren werken, of in de kinderopvang’’, zegt Van Gennip. Dat dit ander werk is dan bijvoorbeeld in een distributiecentrum werken, geeft ze toe. “Maar als die oproep- en nuluren-contracten netter worden geregeld en het minimumloon omhooggaat, wordt het voor hen aantrekkelijker om wel te gaan werken. Met een bijstandsuitkering weet je wat je de volgende maand in handen krijgt, met een nuluren-contract niet per se. Als een contract zekerder wordt, kun je mensen meer vastigheid bieden.”
Vieze stapelbedden
Daarmee is de angel nog niet uit de actuele politieke discussie. De Tweede Kamer eist nu dat de instroom van asielzoekers en arbeidsmigranten onmiddellijk verlaagd wordt. De SP wil zelfs dat er een tijdelijke stop komt op werknemers uit andere EU-landen. Wettelijk kan dat helemaal niet, omdat iedere EU-onderdaan zich in een van de 27 lidstaten mag vestigen. Zover willen andere partijen niet gaan, omdat arbeidsmigranten altijd nodig zullen zijn, maar ze willen wel dat het kabinet met een oplossing komt.
Van Gennip onderkent de urgentie. “Ik denk dat het probleem voor iedereen wel zichtbaar is. Op het moment dat in Nederland asielzoekers in het gras slapen en arbeidsmigranten in vieze stapelbedden gehuisvest worden, is duidelijk dat het zo niet langer kan en dat we er echt iets aan moeten doen.”
Binnen het kabinet is een werkgroep gevormd met tweetallen uit elke coalitiepartij om over een oplossing na te denken. Meer dan dat er “over dit gevoelige onderwerp een goede inhoudelijke discussie wordt gevoerd” wil Van Gennip niet zeggen. Ingewijden melden dat nu nog vooral de cijfers worden bestudeerd en gekeken wordt naar mogelijke ‘knoppen om aan te draaien’. “Het gaat om de vraag wat een samenleving nog kan absorberen zonder schade op te lopen. Het gaat uiteindelijk om de cohesie in de samenleving.”
Als christendemocraat wil Karien van Gennip de discussie over onze toekomstige economie beschaafd voeren, los van de politieke waan van de dag, met oog op de lange termijn. Ze heeft niet voor niets een staatscommissie ingesteld die de toekomstige demografische ontwikkelingen gaat onderzoeken. Eind volgend jaar moet het rapport er liggen. “Die commissie onderzoekt de combinatie van vergrijzing en migratie, want we blijven mensen van buiten nodig hebben. Welke scenario’s zijn er denkbaar en wat kunnen we als politiek hieraan doen?”
Om het belang ervan te onderstrepen, maakt de minister een stevige vergelijking. “Onze demografische ontwikkeling is iets dat op ons afkomt. Je moet er tijdig op aansturen, want je wilt niet dat wij als een Titanic gedachteloos op de toekomst afvaren. Want dat is het gevaar.”
Lees ook:
De Poolse Jaroslaw kwam naar Nederland om te werken, nu is hij dakloos en woont in een kelderbox
De Pool Jaroslaw Tatarowicz heeft zijn intrek heeft genomen in een kelderbox. Daartegen optreden is ingewikkeld. Dakloze arbeidsmigranten uit de EU krijgen maar moeizaam toegang tot opvang en ondersteuning, en kunnen of willen vaak niet terug naar hun geboorteland.