Debat
Kabinet blijft erbij: geen extra koopkrachtmaatregelen
Het kabinet komt niet met meer koopkrachtmaatregelen om specifiek de lage en middeninkomens te helpen. Deze groep profiteert nu het minst van de koopkrachtmaatregelen.
De regering wijst vrijwel alle alternatieve koopkrachtvoorstellen van de oppositie van de hand. Die partijen uitten woensdag forse kritiek op de door het kabinet voorgestelde btw- en accijnsverlaging voor energie en brandstof. Die helpen huishoudens nauwelijks die net geen minimum-inkomen meer hebben. Een accijnsverlaging draagt ook helemaal niet bij aan de Klimaatdoelen.
GroenLinks-fractieleider Jesse Klaver noemt het ‘onbegrijpelijk’ dat het kabinet de hoge inkomens het meest laat profiteren. “Ik ben teleurgesteld”, aldus Klaver. Denk-fractieleider Farid Azarkan denkt dat het kabinet de alternatieven ook niet ‘serieus’ heeft gewogen. “We zitten hier voor spek en bonen”, aldus Azarkan.
Maar er zitten te veel uitvoeringsproblemen en financiële bezwaren in de alternatieven, aldus het kabinet. Het ging om verhoging van het minimumloon, een huurbevriezing, de btw voor het openbaar vervoer op nul, of die van zonnepanelen. Wel mogelijk is overigens een voorstel van coalitiepartij VVD om de onbelaste kilometervergoeding versneld te verhogen.
Energiebedrijven maken zelf bezwaar
De SGP kwam woensdag met een nieuw alternatief voor de btw-verlaging op energie. Ze wil de belastingvrije voet in de energiebelasting met 136 euro verhogen naar 961 euro. Van deze maatregel profiteren de lage- en middeninkomens relatief meer.
De energiebedrijven zelf maken echter bezwaar tegen dit voorstel, vanwege het extra werk. Dat vindt de SGP te ‘overzien’. Kamerlid Christoph Stoffer: “Dit helpt huishoudens die we willen helpen, is effectief, en het houdt de energietransitie niet tegen.”
De Kamer belooft gemeenten wel dat ze voldoende geld krijgen om minima de toegezegde 800 euro energiecompensatie te geven. Gemeenten vreesden zelf hierdoor in problemen te komen.
Het kabinet moet nog wel in gesprek met gemeenten die hun armoedebeleid standaard richten op huishoudens tot 125 (zoals Utrecht) of 130 procent (zoals Den Haag) van het minimum om te kijken hoe zij met die 800 euro moeten omgaan. Maar de coalitie steunt niet GroenLinks en PvdA die huishoudens tot 130 procent van het minimumloon ook 800 euro willen geven. Dat gaat om 400.000 extra huishoudens en is te duur.