Plein 2Duracell-konijnen aan het Binnenhof
In crisistijd is er meer compassie voor vermoeide ministers
De coronacrisis vraagt het uiterste van bewindslieden. Met als meest dramatische illustratie het flauwvallen van minister Bruno Bruins (medische zorg) tijdens het debat over de virusuitbraak. Donderdag trad hij af wegens oververmoeidheid, in weerwil van een oproep van premier Mark Rutte om het een paar dagen aan te kijken.
Een minister die onwel wordt in vak K is geen unicum. In 2009 overkwam het minister Gerda Verburg van landbouw. Tijdens een beladen debat over de uitdieping van de Westerschelde begon ze te hakkelen en op haar benen te wankelen. Het debat werd geschorst. Bij de hervatting, enkele weken later, deed Verburg luchtig over het voorval. Ze had last gehad van een “hongerklop”, een fenomeen dat zij als marathonloopster misschien al kende. Verburg: “Ik heb vanochtend goed gegeten. Gebakken eieren met spek.”
Werk zo hard als je kunt
Bruins’ beslissing om af te treden, geldt als uitzondering in Den Haag. Daar is het mantra: werk zo hard als je kunt, en toon nooit vermoeidheid of zwakte. Kiezers zouden niet van zwakke leiders houden. Dat geldt ook in het buitenland. Hillary Clinton voerde campagne met een longontsteking, Angela Merkel bezwoer dat er niets aan de hand was toen ze op verschillende bijeenkomsten trillend werd gefilmd en Donald Trump schept op dat hij maar een paar uur slaap nodig heeft.
Ooit was dat anders. In 1956 werd minister van buitenlandse zaken Joseph Luns ’s nachts gebeld over de crisis rond het Suezkanaal. Dat kon best tot morgen wachten, vond Luns: “De regering slaapt.”
Nacht van Schmelzer
Mogelijk sloop het huidige machismo er tien jaar later in, tijdens de Nacht van Schmelzer. Tijdens het beruchte debat dat de val van het kabinet-Cals inluidde, sprak Kamervoorzitter Van Thiel de woorden: “wie flauw valt valle flauw, maar wij gaan door tot we klaar zijn.” Dat was uiteindelijk na zeventien uur debat, om half 5 ’s ochtends.
Mogelijk heeft de mentaliteit die de voorzitter verwoordde, de val van het kabinet bespoedigd. Volgens slaapwetenschappers worden mensen door slaaptekort roekelozer en nemen zij eerder ondoordachte beslissingen.
Zo was slaapgebrek ook een factor bij de val van het kabinet Balkenende II. In juni 2006 vergaderde de Tweede Kamer over het Nederlanderschap van VVD-Kamerlid Ayaan Hirsi Ali. VVD-Kamerlid Willibrord van Beek stelde een vraag voor CDA-fractievoorzitter Maxime Verhagen, die door zijn interrupties heen was. Maar in plaats van aan verantwoordelijk minister Rita Verdonk stelde Van Beek de vraag aan premier Balkenende. De vermoeide premier deed een ongelukkige uitspraak. De verklaring die Hirsi Ali moest tekenen waarin stond dat zij Verdonk op het verkeerde been had gezegd, was volgens hem vooral omdat Verdonk ermee “moest kunnen leven.” Er was geen juridische basis. Een crisisberaad om half vijf ’s nachts kon het kabinet niet meer redden.
Slaaptekort als onderhandelingstactiek
En dat terwijl ook Balkenende er prat op ging dat hij zo weinig slaap nodig heeft. Hij en Verhagen zetten slaaptekort in als onderhandelingstactiek: als je de rest uitput terwijl je zelf enigszins monter blijft, win je onderhandelingen. Het was ook een beproefd recept van Joop den Uyl.
Mogelijk ontbrak het Balkenende aan zelfinzicht. In 2009 brak vermoeidheid hem nog eens op. Bij de Algemene Beschouwingen had hij een buitengewoon ongelukkig optreden, later door de oppositie gekenschetst als “een premier onwaardig” en een “rommeltje”. Balkenende weet het aan een griepje en slaaptekort; hij had het debat tot diep in de nacht voorbereid.
Duracell-konijnen aan het Binnenhof
1.Mark Rutte
2.Joop den Uyl
3.Diederik Samsom
Balkenendes compagnon Maxime Verhagen wilde ook boven alles krachtig overkomen. Vanwege zijn hevige rugklachten droeg hij altijd pijnstillers bij zich. Hij strompelde na een nachtelijk beraad eens naar de interruptiemicrofoon. Een kiezer die klaagde dat hij na een herkeuring aan het werk moest met drie versleten nekwervels moest niet zeuren, vond Verhagen: “Ik heb vier versleten nekwervels, altijd pijn en ik werk zeventig uur in de week.”
Mogelijk is de publieke opinie milder in crisistijd. Bruins kreeg veel steunbetuigingen, ook van politieke tegenstanders en op sociale media. Een bezorgde journalist vroeg de nog altijd verbazingwekkend kwieke Rutte vorige week of het goed gaat met hem. Rutte stelde de journalist gerust en verklapte terloops zijn methode om scherp te blijven. “Slaap genoeg, eet gezond. Dan kun je heel veel aan. En zorg voor ontspanning.” Rutte ging proberen in het weekend wat dagdelen een boek te lezen.
Lees ook:
Alle afleveringen van onze parlementaire rubriek zijn hier te vinden.
Alleen oorlog en de watersnoodramp hielden Kamerleden thuis - tot het coronavirus kwam
De coronacrisis raakt ook het hart van de democratie: de Tweede Kamer vergadert deze week maar één keer; vanzelfsprekend over de coronacrisis zelf. Maar komen er wel voldoende Kamerleden opdagen?