Verdeling
Het spel met de restzetels in de Eerste Kamer is begonnen: wie schaakt het beste?
Als de coalitiepartijen handig opereren, kunnen zij 24 in plaats van 22 zetels bemachtigen in de Eerste Kamer. Tenzij de oppositie zich verenigt.
De verkiezingswinst van de BoerBurgerBeweging (BBB) is zo enorm, dat premier Mark Rutte zijn drie vicepremiers heeft uitgenodigd voor beraad. Komende dinsdag praten zij op het ministerie van algemene zaken over de gevolgen. Wat betekent dit voor het beleid? Hoe kan het dat kiezers zo massaal op een nieuwkomer hebben gestemd?
Tijdens dat overleg zal de situatie in de Eerste Kamer ongetwijfeld ter sprake komen. Met als kernvraag: hoe moeilijk wordt het regeren voor Rutte IV?
Dat het kabinet in de senaat een groot probleem heeft, is evident. De coalitie (VVD, D66, CDA, ChristenUnie) heeft nu nog 32 van de 75 zetels in de Eerste Kamer, zes te weinig voor een meerderheid. Het afgelopen jaar had het kabinet voldoende aan de steun van een of twee oppositiepartijen om wetten door de senaat te loodsen. De provinciale verkiezingen hebben de positie van de coalitie verder bemoeilijkt.
Somber vooruitzicht
De definitieve uitslag van de verkiezingen wijst erop dat de coalitie afstevent op slechts 22 zetels in de senaat, liefst 16 te weinig voor een meerderheid. In dit geval schiet de steun van de fusiefractie van GroenLinks en PvdA, samen 15 zetels sterk, tekort. Voor het kabinet is dit een somber vooruitzicht, met belangrijke wetsvoorstellen over het spreiden van asielzoekers en vermindering van stikstof in aantocht.
Toch is de hoop niet verloren voor de coalitie. Achter de schermen zijn de partijen druk aan het rekenen met de restzetels. De fractiegrootte in de Eerste Kamer kan nog veranderen.
Op 30 mei kiezen de 572 Provinciale Statenleden de nieuwe senatoren. Het lijkt logisch dat iedereen op zijn of haar eigen partij stemt, maar zo vanzelfsprekend is dat niet. Dit jaar zijn er acht restzetels te verdelen, vertelt politicoloog Simon Otjes. Hij is zelf aan het rekenen geslagen. “Een buitengewoon fascinerend spel”, zegt hij.
Oppositie te slim af
Otjes legt uit dat CDA en CU dicht bij een extra restzetel zitten. Als de coalitiepartijen handig opereren, zegt hij, kunnen ze gezamenlijk 24 zetels in de Eerste Kamer bemachtigen. Dat zou ten koste kunnen gaan van PVV en SGP.
Hoe het werkt: ieder Statenlid vertegenwoordigt een aantal punten. Hoe groter de provincie, hoe meer een provinciaal politicus waard is. Voor een (rest)zetel is een bepaald aantal punten nodig. Het CDA heeft nu recht op vijf senatoren. Otjes heeft becijferd dat de partij 383 punten tekort komt voor een zesde. De oplossing kan zijn dat vier Statenleden van VVD en D66 in Zeeland, die ieder 100 punten vertegenwoordigen, op hun landelijke coalitiegenoot CDA stemmen. Of één VVD’er of D66’er in Gelderland moet dit doen; die is 388 punten waard, net voldoende voor het CDA om die restzetel binnen te slepen.
De uitdaging voor het kabinet is om de oppositie te slim af te zijn. Dat de coalitiepartijen samenwerken en strategisch zullen stemmen, is duidelijk. Maar of dit de anderen lukt, is niet zeker. Otjes is benieuwd hoe warm de banden binnen de oppositie zijn. Kunnen zij over meningsverschillen heen stappen om de coalitie dwars te zitten?
“De Partij voor de Dieren zit ook dicht bij een restzetel, maar in het verleden deden zij niet aan dit spel mee.” Het is niet uitgesloten dat een Statenlid van een andere partij toch bereid is op de PvdD te stemmen, waardoor de coalitie moet inleveren.
Het maakt de uitkomst van de verkiezing van de Eerste Kamer ongewis. De enige zekerheid die het kabinet heeft is dat de oppositie, links- of rechtsom, keihard nodig is.
Lees ook:
Politiek Den Haag moet iets met de onvrede, maar wat?
De proteststem schuift op naar het midden van de politiek. Premier Rutte was gewend er pragmatisch mee om te gaan, maar dat gaat niet meer.
De Haagse binnenwereld en de provincies zijn elkaar kwijtgeraakt
In de VVD en het CDA herkennen provinciale leden zich niet meer terug in de landelijke politici in Den Haag. Nemen de Haagse fracties de provincies wel serieus genoeg?