Plein 2Herkomst
Friezen en Zeeuwen in de Kamer spreken vaak ook namens hun provincie
Het is nog niet zolang geleden dat de Kamervoorzitter sprekers corrigeerde die uitspraken deden in andere talen dan het Nederlands. In het Nederlands parlement is er immers één voertaal.
Hoewel, voor één andere taal wordt een uitzondering gemaakt: het Fries. Vorige week was er weer eens een Kamerdebat over de Friese taal en cultuur. De deelnemende partijen vaardigden veelal hun Friese Kamerleden af, die uiteraard hun best deden om het vanuit Friesland naar Den Haag afgereisde publiek in eigen taal toe te spreken.
Immers, zo zei D66-Kamerlid Romke de Jong, via de foarsitter, “sûnder Frysk, gjin Friezen”. De meest exotische deelnemer aan het debat, naast Groninger Stieneke van der Graaf (ChristenUnie) en de Sliedrechtse Amsterdammer Peter Kwint (SP) was VVD’er Harry Bevers. Bevers groeide op in Maassluis, onder de rook van Rotterdam, maar hij woont al enige tijd in Leeuwarden. Lang genoeg om de Kamer in vloeiend Fries toe te spreken: “myn woartels binne yn de Rânestêd, myn hert yn Fryslân”.
De uit Leeuwarden afkomstige Attje Kuiken is nog altijd populair in haar geboorteprovincie, maar de PvdA-fractievoorzitter woont inmiddels al zo lang in Breda dat ze haar collega’s moest bekennen dat haar Fries “in bytsje roastig” is geworden.
Het hoge Noorden
Het is veel politici én burgers van buiten de Randstad al langer een doorn in het oog: de oververtegenwoordiging van Kamerleden uit Zuid-Holland, Noord-Holland en in iets mindere mate Utrecht. Die trend wordt bepaald niet minder. Als gevolg daarvan zoeken Kamerleden uit andere provincies elkaar op. Dat geldt voor de Friezen, maar óók voor andere politici die tot hun afgrijzen steeds moeten horen dat ze uit ‘het hoge Noorden’ komen.
De Groningers Sandra Beckerman (SP), Henk Nijboer (PvdA) en de eerder genoemde Stieneke van der Graaf gaan net wat intensiever met elkaar om dan met andere collega’s. Ze zijn verenigd in hun gevoel op te moeten komen voor Groningen, de provincie die zo te lijden heeft gehad onder de in het westen geïnitieerde gaswinning.
Eenzelfde gemeenschapszin tref je bij de Limburgse Kamerleden. Tijdens de vorige periode deelden die een appgroep, én ze gingen gezamenlijk naar een concert van André Rieu. Dat biechtte de Limburgse D66’er Rens Raemakers op in deze krant: “Hoe Limburgs wil je het hebben”. Zijn provinciegenoot Dion Graus (PVV) roemde in datzelfde gesprek de ‘Bourgondische lobby’ in Limburg. “Er wordt gesproken met een hapje, een drankje en met humor. Maastricht is Palermo aan de Maas.” Die laatste typering moesten we vooral in de goede zin van het woord zien: “Met een Italiaanse inslag, wil ik daarmee zeggen”.
De zachte g van Van Helvert
Ook de Limburgers moeten soms vechten om in de Randstad voor vol te worden aangezien. Voormalig CDA-Kamerlid Martijn van Helvert, die in zijn eigen provincie bij de vorige verkiezingen niet genoeg stemmen verzamelde om alsnog in de Kamer te komen, belde eens in bij een ochtendprogramma van omroep WNL. De programmamakers gingen er kennelijk vanuit dat de zachte g van Van Helvert in de vroege ochtend voor veel kijkers te heftig zou zijn. De buitenlandwoordvoerder van het CDA werd ondertiteld.
Met name Kamerleden uit provincies die er in het parlement bekaaid vanaf komen, beschouwen zichzelf vaak als woordvoerder namens die provincie. Zeeuwse Kamerleden zetten zich in voor de marinekazerne in Vlissingen of het tolvrij maken van de Westerscheldetunnel. Drentse Kamerleden maakten zich sterk om de Formule 1 naar het TT-circuit in Assen te halen.
Zo’n vertegenwoordigende taak zie je soms ook op microniveau. Voormalig 50Plus-Kamerlid Norbert Klein zette zich onvermoeibaar in voor de reconstructie van het knooppunt Hoevelaken, op de grens van Gelderland en Utrecht. Hij sprak zich erover uit in Kamerdebatten, diende moties in en hij schreef opiniebijdragen. Klein wist waar hij het over had. Hij woonde in Hoevelaken.
Dun vertegenwoordigde provincies in de Tweede Kamer
Flevoland (2 Kamerleden)
Drenthe (2)
Zeeland (3)
De rubriek Plein 2 behandelt de belangrijke en minder belangrijke bijzaken in politiek Den Haag, beschreven door de parlementaire redactie van Trouw.