AnalyseLage opkomst
Een op de drie thuisblijvers wist niet wat te stemmen
De lage opkomst bij de gemeenteraadsverkiezingen baart zorgen. Bleven kiezers thuis uit gebrek aan vertrouwen in de politiek, of ligt de oorzaak ergens anders?
Zijn analyse was niet wetenschappelijk onderbouwd, waarschuwde VVD-leider Mark Rutte op de uitslagenavond. Het was meer een eerste gevoel, zei hij toen hij oorzaken probeerde aan te wijzen voor de lage opkomst bij de gemeenteraadsverkiezingen. “Normaal zijn die verkiezingen een groot onderwerp, dat was dit jaar echt minder.”
Rutte had het gezien aan de lage kijkcijfers van het slotdebat. Er keken dit jaar maar een half miljoen mensen naar, drie keer zo weinig als anders.
De premier hoopt dat het iets eenmaligs is, die stevige dip in de belangstelling bij kiezers. Hij wil niet meteen de alarmbel luiden. “Ik had liever een hogere opkomst gezien”, zei hij. “Maar ik denk dat hier meespeelt dat de aandacht van iedereen de afgelopen tijd vooral is uitgegaan naar Oekraïne”.
Er bleef in de media minder tijd over om het over de lokale verkiezingen te hebben. Dát, en dus niet eventuele diepere oorzaken zoals onvrede bij kiezers, wijst Rutte aan als de belangrijkste oorzaak.
Geschrokken reacties
Waar Rutte nog wat voorzichtig klinkt, zijn anderen meer uitgesproken. “Teleurstellend laag", noemt burgemeester Ahmed Aboutaleb de opkomst in zijn stad Rotterdam, de laagste van het land. Minder dan 39 procent van de kiezers is er komen stemmen, met uitschieters in sommige wijken naar slechts 17 procent.
Ook in steden als Tilburg, Almere, Eindhoven en Amsterdam is de opkomst ver onder de symbolische 50 procent blijven steken. Het is vooral een grotestedenprobleem, zo lijkt het. Buiten de steden is de opkomst hoger.
Minister van binnenlandse zaken Hanke Bruins Slot, ook geschrokken, heeft meteen een onderzoek uitgevaardigd. Zij wil weten of het aan lokale omstandigheden of aan landelijke zaken ligt dat kiezers zo weinig motivatie voelen om hun gemeenteraad te kiezen. De gemeenten Amsterdam en Rotterdam laten ook nieuw onderzoek doen.
Gebrek aan interesse
Eigenlijk kunnen daar nauwelijks verrassingen meer uitkomen. Er ligt al een hele stapel onderzoek. Gebrek aan vertrouwen in de politiek speelt volgens die onderzoeken wel een rol, maar is niet de hoofdoorzaak dat kiezers thuisblijven. Gebrek aan interesse is de belangrijkste reden, bleek tot nu toe telkens. Kiezers blijven vooral thuis omdat ze de lokale politiek minder belangrijk vinden dan de landelijke politiek. Ze zijn – vooral in de grote steden – moeilijker te motiveren, omdat de media en ook de politieke partijen zelf minder aandacht hebben voor raadsverkiezingen dan voor de landelijke verkiezingen. Van de kiezers die woensdag thuis zijn gebleven, zou bijna de helft wel zijn gaan stemmen als het voor de Tweede Kamer was geweest, zo peilde bureau Ipsos.
Dit jaar speelt daarbij nog een nieuw probleem, zo blijkt uit hetzelfde Ipsos-onderzoek: kiezers kunnen niet kiezen. Op welke partij moeten ze stemmen? Het is dit jaar voor het eerst de meest genoemde reden om thuis te blijven. Een op de drie niet-stemmers vond het te lastig om een beslissing te maken, of weet niet zo goed wat de verschillende partijen komen brengen. ‘Geen vertrouwen’ in de gemeentepolitiek of ‘geen interesse’ worden ook genoemd, maar minder vaak.
De keuzestress van kiezers is bij deze verkiezingen ondertussen alleen maar toegenomen. De uitslag liet woensdag een beeld zien van verdere politieke versnippering. Er komen in de meeste gemeenteraden nieuwe partijen bij; bestaande fracties worden kleiner. Er zijn nog meer politieke schakeringen, partijnamen, gezichten. Beslissen op welke partij te stemmen wordt bij de volgende gemeenteraadsverkiezingen alleen maar ingewikkelder.
Lees ook:
Nederland stemde lokaler dan ooit, en niet alleen uit protest
Geen enkele landelijke partij wist de stembusgang naar de hand te zetten. Daarmee waren de gemeenteraadsverkiezingen lokaler dan ooit. Niemand uit Den Haag kan de overwinning claimen, hoe graag ze dat uit zouden willen.