FramingHans de Bruijn
Een booster? Nee, een herhaalprik
Wie wil, kan een herhaalprik halen, in de strijd tegen corona. Nog niet zo lang geleden noemden we dat een booster. Waarom die verandering van taal?
Een. Bij een booster kun je denken aan iets wat een enorme kracht voortbrengt. Een raket heeft boosters, die de raket omhoogstuwen. Met dat frame in je hoofd, kun je gaan twijfelen aan de effectiviteit van de vaccins. Als je een paar maanden na een vaccinatie alweer een booster met raketkracht nodig hebt, hoe effectief is die oorspronkelijke vaccinatie dan?
Twee. Het gebruik van booster kan het idee voeden dat we op een gegeven moment wel uitgeboosterd zijn. De raket heeft z’n bestemming bereikt, heeft niet nog meer stuwkracht nodig. Je kunt bij een booster ook denken aan een energiedrankje of een smoothie. Daar krijg je energie van. Maar op zeker moment heb je wel voldoende energie en vitaminen binnen en dus geen boosters meer nodig. Sterker, te veel van dit soort drankjes kan ongezond zijn. Het is wel genoeg geweest en dat is ook weer niet het frame dat je wilt oproepen met die booster.
Drie. De herhaalprik roept de associatie op van een herhaalrecept. Een herhaalrecept is een normaal iets. Je gaat door dat woord herhaal niet twijfelen aan de effectiviteit van een medicijn. Of denken dat het wel genoeg is geweest. Integendeel, een medicijn werkt blijkbaar goed en dus wil je graag een herhaalrecept hebben.
Met een slimme term kun je de werkelijkheid niet alleen beschrijven, maar ook maken. Hans de Bruijn is bestuurskundige en debatspecialist. Wekelijks analyseert hij de sturende taal van beleidsmakers.