Defensienota
Defensie hoeft niet meer op een houtje te bijten: miljarden erbij om het gammele gebouw te stutten
Mede door de Oekraïne-oorlog krijgt Defensie er structureel 5 miljard euro per jaar bij. Hoe dat geld wordt besteed, staat in de langverwachte Defensienota.
Na decennialang op een houtje bijten krijgt de Nederlandse krijgsmacht opeens vijf miljard euro per jaar extra te besteden, en waar gaat dat geld in eerste instantie naartoe? Naar het haastige stutten van het hele defensiegebouw, want de instorting is nabij.
Bij de presentatie van de langverwachte Defensienota van het kabinet-Rutte IV, woensdag op de Van Ghentkazerne in Rotterdam, ging veel (pers)aandacht uit naar de nieuwe spullen die Nederland met al die miljarden zal kunnen kopen. En inderdaad: er komen zes peperdure F-35-jachtvliegtuigen bij, bovenop de achttien die er al zijn. Het aantal Reaper-drones wordt verdubbeld naar acht. Die onbemande toestellen worden bovendien bewapend. Een gevoelige kwestie, maar de Tweede Kamer staat daar nu achter.
Minister Kajsa Ollongren van defensie mag zich sinds kort de rijkste Nederlandse vakminister sinds mensenheugenis noemen, met zo’n enorme extra storting op haar begroting. “Ik ben inderdaad een heel gelukkige minister”, zegt ze in Rotterdam. “Ik krijg er ontzettend veel geld bij, maar het is ook hard nodig.”
Vooral veel opknappen
De eerste prioriteit in de Defensienota is het opknappen van het materieel dat er al is. “Het kernpunt uit deze plannen: alles wat we hebben, moet beter gaan rijden, vliegen en varen”, zoals staatssecretaris Christophe van der Maat het bij de presentatie uitdrukte.
De hoogste militair van Nederland, commandant der strijdkrachten Onno Eichelsheim, is ‘tevreden over de balans, over de vernieuwingen, maar met name over het herstel van wat we de afgelopen 20, 25 jaar hebben weggehaald.’
Stroomversnelling door oorlog Oekraïne
In januari, vlak voordat het nieuwe kabinet aantrad, constateerde de afzwaaiende demissionaire inval-defensieminister Henk Kamp al dat de onmiddellijke inzetbaarheid van het huidige materieel en personeel van de Nederlandse krijgsmacht onder de 50 procent ligt. Bovendien zijn er duizenden vacatures.
De nieuwe defensie-inspanningen, in een stroomversnelling geraakt door de Russische invasie van Oekraïne, ‘betekenen niet – en soms zie je dat daar te veel aandacht naar uitgaat – dat we allemaal nieuwe spullen gaan kopen’, aldus Eichelsheim. “Het betekent vooral dat we de achterstanden die we hebben opgelopen, zo snel mogelijk weer opvullen. We gaan ervoor zorgen dat onze mannen en vrouwen weer met munitie kunnen oefenen en dat we het materieel weer inzetbaar krijgen en houden. Weg met al die frustraties uit het verleden, eerst die basis op orde brengen.”
Ook forse loonsverhoging voor defensie
Die frustraties gelden ook voor de lage beloning en de ouderwetse salarisstructuur voor het defensiepersoneel. Al dan niet toevallig werd er aan de vooravond van de Defensienota-presentatie een principeakkoord bereikt met de vakbonden over een forse loonsverhoging voor de periode 2021 tot en met 2023.
Het defensiepersoneel gaat er minimaal 8,5 procent op vooruit. De lagere rangen en schalen, waar de laatste tijd nog wel eens de armoedegrens in zicht komt, maken soms wel een sprong van 20 procent. “Er werd wel eens gezegd: je kunt beter hamburgers flippen dan bij Defensie werken”, aldus Van der Maat. “Die vergelijking ging al een beetje mank, maar is nu echt verleden tijd.”
Internationale samenwerking
Los van dat urgente achterstallige onderhoud bevat de Defensienota wel degelijk ook een strategische langetermijnvisie. Die zet vol in op internationale samenwerking, in zowel Navo- als EU-verband. “Voor de landmacht ligt de nadruk op verdere integratie met de Duitse landmacht”, zo staat in de nota. Die Nederlands-Duitse samenwerking is al nauw, en wordt verder verdiept.
De marine zal meer aansluiting zoeken bij de partners in het Verenigd Koninkrijk, Duitsland en België, terwijl de luchtmacht meer gaat optrekken met Noorwegen en (opnieuw) Duitsland. Verder streeft Nederland ernaar een voortrekkersrol te spelen bij de versterkte EU-defensiesamenwerking die eerder dit jaar is afgesproken.
Ook wordt stevig geïnvesteerd in de onderdelen die Nederland als eigen specialismen beschouwt, waaronder het verzamelen van inlichtingen, cyberdefensie en de lucht- en raketverdediging.
Navo-norm in zicht
Al met al zal Nederland in 2024 en 2025, eerder dan verwacht, voldoen aan de Navo-norm. Die stelt dat lidstaten minimaal 2 procent van hun nationale inkomen aan defensie moeten besteden. Naar verwachting zal Nederland daar in 2026 weer iets onder zakken, onder meer vanwege de verwachte economische groei. “Op termijn zullen we daar toch weer naar moeten kijken”, zei Ollongren.
Bij al het positivisme rond de opleving van de Nederlandse krijgsmacht heeft staatssecretaris Van der Maat tot slot nog wel een ‘disclaimer’: “We zitten in een krappe arbeidsmarkt, hebben te maken met lange levertijden, en er is ook nog zoiets als stikstof.”
.@DefensieStas komt met 'disclaimer #Defensienota :' We zitten in een krappe arbeidsmarkt, levertijden zijn lang, en er is ook nog zoiets als stikstof'.
— Christoph Schmidt (@trouwschmidt) 1 juni 2022
Hoe staat het met de plannen van het kabinet? Op trouw.nl/regeermeter houden we dat voor verschillende thema's bij.
Lees ook:
Geef ons geld, zeggen deze topmannen van Defensie: ‘Wij zijn de klaplopers van de Navo’
De top van Defensie vindt dat er fors meer geld bijmoet om de krijgsmacht overeind te houden. Bij wijze van uitzondering traden ze in april 2021 in de openbaarheid.