ColumnBart Zuidervaart
De Kamerleden maken elkaar gek, en daar kiezen ze zelf voor
Omdat het Binnenhof vorige week in de ban was van het treurspel rond een knuffelende minister, bleef het aangekondigde vertrek van een partijgenoot onderbelicht. CDA-Kamerlid Michel Rog zal na de verkiezingen niet terugkeren. Hij worstelt met de enorme werkdruk en de gevolgen voor zijn privéleven, zegt hij. “We maken elkaar in dit werk de hele dag gek.”
Het is verleidelijk om deze mededeling voor kennisgeving aan te nemen, als een jammerklacht die op gezette tijden terugkeert. Rog vertelt namelijk niets nieuws. In 2018 verliet Nine Kooiman (SP) de Kamer om dezelfde reden. En vorig jaar vertrok VVD’er Arno Rutte voortijdig vanwege een verstoorde relatie tussen werk en gezin. Het Kamerwerk vraagt grote offers. En voor sommigen dus te grote offers.
Toch is er meer aan de hand. Meerdere Haagse politici maken in deze periode bekend te zullen vertrekken omdat het werk hen simpelweg niet meer bevalt. Het gaat verder dan werkdruk. SP’er Frank Futselaar, Kamerlid sinds 2017, zei in NRC dat hij merkt dat hij zich voortdurend moet ‘verkopen aan de media’. Futselaar is zonder twijfel een aanwinst voor het politieke debat. Hij is scherp, discussieert met humor en kent zijn dossiers. Maar dat is vandaag de dag onvoldoende. Je moet ook werken aan je profiel en zichtbaar zijn buiten de vergaderzaal.
De parlementaire democratie veranderde in een mediademocratie
Zijn fractiegenoot Ronald van Raak vertrekt eveneens. De afgelopen jaren heeft hij de parlementaire democratie tot zijn verdriet zien veranderen in een mediademocratie. Het is niet meer zo dat de Kamer ergens over debatteert en de media verslag doen. Nee, de politici gebruiken de media om problemen te signaleren, om vervolgens in een Kamerdebat nog wat na te praten. Van Raak heeft recht van spreken; hij loopt sinds begin deze eeuw rond op het Binnenhof.
De mediademocratie vraagt om een ander soort politicus, concludeert Van Raak. Een politicus die hij niet wil zijn. Dat is een trieste boodschap die hopelijk wordt opgevangen door alle aspirant-Kamerleden die nu dromen over een mooie plek op de nieuwe kandidatenlijsten. Ook voor hen dreigt straks een leven in Den Haag waarin het belangrijk is om ‘in beeld’ te zijn bij de buitenwereld. Dat betekent ook veel debatten aanvragen, ook al is er geen plek op de agenda. En vooral veel moties indienen, ook al zijn ze kansloos.
Kamervoorzitter Khadija Arib ziet hoe parlementariërs opbranden door het werk. Zij roept de collega’s al enige jaren op wat zuiniger te zijn op zichzelf en elkaar. De coronacrisis bood wat dat betreft een kans. Het parlement kwam dit voorjaar nagenoeg tot stilstand, op enkele debatten over de bestrijding van het virus na. Het gaf de Kamerleden tijd voor enige zelfreflectie.
En verzoek tegen beter weten in
Arib dacht het ijzer te kunnen smeden toen het heet was door de parlementariërs expliciet op te roepen zich ook in de toekomst beter te beheersen. Het was een verzoek tegen beter weten in.
Toen de Kamer vlak voor de zomer weer op stoom kwam, was van enige terughoudendheid bij de politici niets te merken. Op de laatste dag voor het reces stemden de Kamerleden over welgeteld 378 moties, die, hoe vervelend ook, de wereld niet wezenlijk zullen veranderen. Daarna volgden dertien hoofdelijke stemmingen, onder andere over de vraag of de ballonvaart corona-steun zou moeten krijgen. Arib hamerde om 05.10 uur in de ochtend af.
Het is wat Rog zei: de Kamerleden maken elkaar gek. En daar kiezen ze zelf voor.
Bart Zuidervaart is chef van de redactie politiek. Hij schrijft wekelijks een column.