InterviewPieter Hasekamp
CPB-directeur Hasekamp: ‘Er zijn nog nooit zoveel mensen aan het werk geweest’
Als directeur van het Centraal Planbureau rolde Pieter Hasekamp van de coronapandemie in de energiecrisis. Hij lijdt er niet onder, en zegt zelfs dat er volgend jaar geen bezuinigingen nodig zijn. ‘De kernboodschap bij de energietransitie is ook: geef perspectief waar je heen wilt.’
“Ik zou het niet erg vinden als er voorlopig geen crisis meer komt”, zegt Pieter Hasekamp glimlachend. De directeur van het economisch onderzoeksinstituut Centraal Planbureau (CPB) begon in maart 2020, aan het begin van de coronapandemie, bij het CPB en moest meteen vol aan de bak. Hij adviseerde het kabinet hoe de economische gevolgen van de pandemie en de energiecrisis te beperken. Nu denkt hij mee over onder meer de energietransitie en de groeiende armoede.
Hasekamp is niet ontevreden over het resultaat. “Met alle gesomber dat er niets meer mogelijk is, moet je toch constateren dat de economie er best goed voor staat. Nederland zit op het verwachte welvaartsniveau van vóór corona. We doen het zelfs beter dan andere landen. Best opmerkelijk. De arbeidsmarkt is krap, maar dat is ook weer positief: er zijn nog nooit zoveel mensen aan het werk geweest, en nog nooit zo weinig mensen werkloos.”
U zegt optimistisch dat er volgend jaar nog geen bezuinigingen nodig zijn. Er ligt nog voldoende ongebruikt geld op de plank. Maar minister Kaag van financiën is wat sceptischer.
“Dat is ook haar taak. En wij waarschuwen ook dat dit kabinet scherp aan de wind zeilt met het begrotingstekort. We zitten nu op het Brusselse maximum van 3 procent van het BBP (bruto binnenlands product). Je bent bezig om lasten naar de toekomst te verschuiven en dat moet een keer worden gecorrigeerd. Maar op korte termijn is er geen enkel probleem. Er komen misschien hogere uitgaven, zoals bij asiel. Of tegenvallers. Maar het energieprijsplafond valt weer in kosten mee. We vreesden dat dit 20 miljard euro ging kosten. Nu schatten we 5 miljard euro. Dat betekent dat je iets ruimer in het jasje zit.
“Het kabinet heeft aangekondigd nog wel extra inkomenssteun te willen geven aan mensen die het moeilijk hebben. Daarvoor moet structureel financiële ruimte komen, via bezuinigingen of lastenverschuivingen. Maar dat is aan het kabinet.”
Zijn er lessen te trekken uit de steunpakketten tijdens de coronapandemie en de energiecrisis?
“Het waren heel verschillende crises. Tijdens corona deed de overheid wat moest gebeuren, namelijk de economie overeind houden, die dreigde ineen te storten. Het nationaal inkomen kukelde met 10 procent omlaag. Dat was sinds de Tweede Wereldoorlog niet gebeurd.
“Met het steunpakket is goed geacteerd. Maar een les is wel dat je eerder moet nadenken over de afbouw. Wees van tevoren helder hoe en wanneer je gaat afbouwen, als je geloofwaardig wilt blijven. De nadelen komen nu boven. Het duurt nog heel lang voor alle steun is terugbetaald. Het probleem was ook dat de steun steeds werd verlengd en zelfs verruimd, ook op aandringen van de Kamer. Terwijl die steun steeds minder effectief was, omdat de economie zich aanpaste. Ik denk dat de coronasteun in het tweede jaar in deze omvang niet nodig is geweest.
“Bij de energiecrisis vorig jaar zat het probleem vooral bij huishoudens. Die hadden echt steun nodig. Dat heb ik zelf ook bepleit, en hebben we met onze stresstest duidelijk gemaakt. Een miljoen mensen met lage inkomens en hoge energielasten dreigden niet meer rond te kunnen komen. De 190 euro steun voor elke woning was achteraf gezien overdreven. En niet zo verstandig. Mensen met vier huizen kregen het zelfs vier keer. En het prijsplafond is wel heel ruim. Nu moet het kabinet nog snel helderheid geven over wat ze volgend jaar doet voor de laagste inkomens. Want de steun hoeft niet meer te lopen via de energiebedrijven.”
U pleit voor meer structurele inkomenssteun om de armoede te verminderen?
“Huishoudens met lage inkomens moeten financieel weerbaarder worden en een buffer hebben. De mensen in de bijstand en de onderkant van het loongebouw komen nu heel snel in de problemen als het even tegenzit. Om die structurele armoede aan te pakken, zoals het kabinet wil, moet je kijken naar het bestaansminimum. En dan praat je al snel over een hoger Wettelijk Minimumloon en hogere uitkeringen. Het kan ook via de belasting of toeslagen. Zo’n kindgebonden budget is bijvoorbeeld een maatregel die gericht helpt. Maar we willen juist af van de toeslagen.”
Dat inmiddels alles duurder nu is geworden, werkt ook niet mee voor de lage inkomens. Maar Hasekamp maakt zich daar geen zorgen om. Het CPB verwacht voor 2024 zelfs een koopkrachtstijging van 2 procent. “De CAO-lonen stijgen nu”, constateert hij tevreden. En voor het minimumloon en de uitkeringen geldt dat die volgend jaar automatisch met het inflatiepercentage worden verhoogd.
Maar vooral de lage inkomens blijven kwetsbaar, vooral als de energieprijzen opeens wel weer fors stijgen. “Nu lijkt die prijs mee te vallen. Maar zodra het prijsplafond wordt afgeschaft, kan de energieprijs weer stijgen. Er kan ook een strenge winter komen, of Rusland stopt helemaal met gas leveren. Het is belangrijk dat de regering met dit risico rekening houdt, juist voor lage inkomens. Ze kan bijvoorbeeld stimuleren dat mensen weer vaste contracten afsluiten. Of sluit collectieve energiecontracten af voor bijstandsgerechtigden, zoals gemeenten nu al doen met de zorgverzekering.”
Is het niet verstandiger om nog een soort prijsplafond in stand houden?
“Nee. Dan houd je de energiemarkt aan het overheidsinfuus, en is er geen enkele prikkel voor producenten om onder dat plafond te gaan zitten.”
We staan voor een periode van een grote energietransitie en verduurzaming. Hoe zorgen we ervoor dat we tegelijkertijd een brede welvaart en eerlijke verdeling daarvan realiseren?
“We zijn net als het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) bezig met toekomstscenario’s. Ik denk niet dat de overheid zelf met een blauwdruk moet komen hoe het land eruit moet zien. Welke bedrijven ze wel en niet wil. De overheid moet vooral sturen via randvoorwaarden, zoals energieneutraal produceren en goede arbeidsomstandigheden. En verbied alleen wat echt ongewenst is.
“Dan blijkt vanzelf dat niet alles meer kan. Dan gaan bedrijven en consumenten andere keuzes maken. Want uiteindelijk is het niet logisch dat je hier tomaten verbouwt op aardgas, en de tomatenplukkers importeert uit Oost-Europa. Misschien is het logischer die tomaten te importeren. Maar je gaat niet zeggen: we verbieden de kassen. Nee. De ongewenste arbeidsomstandigheden moet je verbieden, en een fatsoenlijk salaris en huisvesting afdwingen. Maar als kassen verduurzamen, en ook qua arbeidsvoorwaarden en arbeidsomstandigheden een duurzaam verdienmodel kunnen neerleggen, dan zijn ze van harte welkom.”
Maar hebben we die buitenlandse arbeid niet nodig vanwege de arbeidsmarktkrapte?
“Voor een deel blijft er altijd behoefte aan ongeschoolde arbeid. Maar sommige producten kunnen we beter van het buitenland afnemen. De brede welvaart van Nederland is er het meest bij gebaat als bedrijven en de mensen die werken relatief productief zijn. Misschien kan niet iedereen naar een hoger opleidingsniveau. Maar voorlopig hebben we iedereen hard nodig, want er gaan hele cohorten met pensioen. En de oplossing is niet om werknemers uit het buitenland te halen. Dat kan soms nodig zijn, maar daarover moet je heel goed nadenken. De oplossing zit veel meer in het productiever maken van dat type arbeid. In de zorg kan veel meer met innovatie en e-health worden bereikt. Er kan meer thuis, met goede hulpmiddelen en advies. Er zitten grenzen aan, maar juist in de zorg zijn nog stappen te zetten.”
Hadden we die stappen niet allang moeten zetten?
“Ik denk dat vergrijzing juist een succesverhaal is van het Nederlandse beleid. Er wordt vaak gezegd dat we niet meer vooruit kijken en tijdig maatregelen nemen. Maar vanwege de vergrijzing zijn we al in de jaren negentig begonnen met maatregelen. Eerst de arbeidsongeschiktheidsregeling, toen de vervroegde uittredingsregeling en vervolgens de aanpassing van de AOW en pensioenen. De Fransen demonstreren nu tegen de verhoging van 62 naar 64 jaar pensioenleeftijd. Wij hebben dat veel geleidelijker, en met brede steun van sociale partners, gedaan. En langer doorwerken blijkt niet alleen goed voor de economie, maar ook voor mensen. Natuurlijk moet je goed kijken naar groepen die dat niet kunnen meemaken, zoals zware beroepen. Maar de meeste mensen profiteren er qua gezondheid van om langer door te werken.
“Diezelfde uitdaging ligt er nu voor de ruimtelijke ordening en de leefomgeving: Op klimaat, natuur en wonen. Nederland heeft een goede traditie met de Deltawerken. De kunst is weer een brede visie neer te leggen, die aanspreekt en waar we geleidelijk naartoe gaan werken. En het is van belang om tot één visie te komen met een brede coalitie van maatschappelijke partijen (met boeren- en natuurorganisaties). Want dit is niet alleen een probleem van de politiek. De kracht van het poldermodel zit erin dat je gezamenlijk tot de conclusie komt dat de knop om moet.
“We zouden elkaar toch moeten kunnen vinden op de vraag wáár we op langere termijn naartoe gaan? De speelruimte moet je vervolgens zoeken in de vraag hóe je daar komt. En je krijgt nooit iedereen mee. Ook bij de WAO-maatregelen ontstond grote maatschappelijke onrust. Accepteer dat grote veranderingen gepaard gaan met weerstand.”
U spreekt over brede welvaart. Maar tot nu toe profiteren vooral de rijkeren van de subsidies voor verduurzaming en energietransitie, zoals de Tesla en de zonnepanelen. Kan dat niet eerlijker?
“Dat is een aspect dat is onderschat. Het was iets te veel een megatonnen-tellen-benadering. Je kunt huurwoningen isoleren. Maar dat wil niet zeggen dat het vanuit de energietransitie ook de meest effectieve stap is. De nare energielabels zitten ook vaak in Bloemendaal en Wassenaar, waar grote energieonzuinige huizen staan. De subsidie voor isolatie en zonnepanelen kwam inderdaad bij de hoogste inkomens terecht.
“We moeten nu de slag maken. Van dit boekhoudkundig kijken – waar bereik je het snelst de energiebesparing – naar de economische mechanismen en de verdelingsaspecten.
“Want uiteindelijk wil je ook dat lagere inkomens hun huis kunnen isoleren. Vandaar ook ons pleidooi om meer structureel naar (energie-)armoede en inkomensverdeling te kijken. Door de energiecrisis is er nu een duidelijke aanleiding om in te zetten op isolatie van corporatiewoningen. Dat is misschien vanuit klimaatwinst niet het aller-effectiefst, maar mensen die het zich kunnen veroorloven gaan nu toch wel isoleren.
“De kernboodschap bij de energietransitie is ook: geef perspectief waar je heen wilt, en creëer daarvoor de ruimte. Je moet heel voorzichtig zijn met voortdurende ad-hocmaatregelen, en alles proberen te repareren. Dan creëer je een compensatiemaatschappij. Zet in op die langetermijnstrategie, en pas die zo nodig aan. Dat deden we ook bij de Deltawerken. Eerst gooiden we alles dicht. Vervolgens hebben we de Oosterschelde toch weer half open gemaakt.”
Moeten we niet accepteren dat we allemaal een beetje armer gaan worden door de verduurzaming en energietransitie, zoals de Franse econoom Jason Hickel zegt? Hij pleitte in deze krant voor ‘ontgroeien’.
Hasekamp ziet ontgroeien niet snel gebeuren. “Het resultaat van inzetten op duurzame groei, kan zijn, zal zijn, dat bepaalde sectoren minder groeien of zelfs krimpen. Als je eerlijk bent, zal ook niet de volledige industrie of het vliegverkeer dezelfde omvang kunnen behouden als nu. Zelfs al nemen ze verduurzamingsmaatregelen. Maar onderschat de menselijke inventiviteit en creativiteit niet. Mensen streven ook gewoon naar verbetering van hun situatie. ”
Het klopt dat wereldwijd nog steeds de CO2-uitstoot toeneemt en dat we extra grondstoffen gebruiken. Maar volgens Hasekamp is er in het Westen wel een duidelijke omslag zichtbaar. “Nederland heeft nu zijn Urgenda-doel gehaald. Veel westerse landen zitten op 25 tot 30 procent minder CO2-uitstoot, ten opzichte van 1990. Terwijl hun economie is gegroeid.
“De rijke landen lopen voorop, daarna komt de rest. Maar het is ingewikkeld, ik noem het een wicked problem. Want ga je nu armere landen dwingen te krimpen, zoals Degrowth wil? Dat zie ik als een nog veel moeilijker weg. Ontgroeien is ook wel een beetje een welvaartsstandpunt, vind ik.”
Vindt u het ambitieloos?
“Ja, ja. En in zekere zin heel erg paternalistisch. Hickel velt ook morele oordelen over dingen die niet wenselijk zijn, zoals vlees eten of vliegen. De Degrowth-beweging heeft de insteek dat alle spullen slecht zijn. Je kan wel regels stellen aan ongewenst gedrag, maar wees voorzichtig met mensen voorschrijven wat ze moeten doen.”
Want dat past niet in onze samenleving?
“Nee, omdat dit uiteindelijk ten koste gaat van de vrijheid van meningsuiting en de keuzevrijheid om zelf je leven in te richten.” Hij lacht kort: “Als je deze beweging consequent doordenkt, dan krijgt zij zelfs autoritaire trekjes.”
Lees ook:
De inflatie was in februari nog 8 procent,
in maart is dat flink afgenomen naar 4,4 procent