InterviewVerkiezingen
CDA-wethouder Peter Heijkoop: ‘Er is verdriet en frustratie in de partij’
De halvering van het CDA in de provincies is als een mokerslag aangekomen. Dit is ook ‘onverdiend’, want vooral een ‘harde afrekening’ met de Haagse politiek , zegt de Dordtse wethouder Peter Heijkoop, tevens CDA-voorzitter Zuid-Holland.
Heijkoop heeft de hele dag telefoontjes en mailtjes beantwoord van diep teleurgestelde lijsttrekkers, provinciaal bestuurders en partijleden. “Er is zoveel verdriet en frustratie. Van leden die al meer dan veertig jaar lid zijn, en nu echt voor de toekomst van de partij vrezen. Van wethouders in de grote steden die er klaar mee zijn”, zegt Heijkoop.
Het vertrouwen kwijt
In zijn eigen provincie Zuid-Holland valt het verlies gelukkig nog mee. Het CDA verloor in Zuid-Holland één zetel van de vier. Toch voelt ook hij de pijn diep, benadrukt hij. “Want dit is echt mijn partij”.
De verkiezingscampagne ging er ook hard aan toe, het CDA kwam er niet tussen. Heijkoop: “De uitersten overschreeuwden elkaar. En dan komt Hoekstra weer met migratie, zegt dat er elk jaar een stad zo groot als Deventer aan migranten bijkomt. Toen hij dat in 2021 deed, werd het al niet gepruimd. Maar we moeten ook eerlijk zijn en erkennen dat de kiezer ons gewoon niet meer het vertrouwen geeft.”
Heijkoop: “En de kiezer heeft gelijk. We hebben een Rijksoverheid die verantwoordelijk is voor Groningen, de toeslagenouders en honderdduizenden mensen die onzeker zijn over hun inkomen, werk, woning en boerenbedrijf. En er zit een kabinet dat onmachtig is hieraan iets te doen, dat leeft in een eigen politieke werkelijkheid. Onze Tweede Kamerfractie is heel positief bezig is met goede mensen. Maar de achterban denkt niet meer dat het beter wordt met het CDA in het kabinet.”
Niet langer pappen en nathouden
Heijkoop is dan ook klaar met de strategie van pappen en nathouden. “Dat we inhoudelijk goed bezig zijn, dat we hier even doorheen moeten en dat het tijd kost, horen we al te lang. Drie verkiezingen op rij verliezen we nu. Het is niet meer aan de partijtop om te bepalen welke betekenis we hieraan moeten geven. Ik verwacht ook een meer nederige houding. Want dit raakt alle leden, raadsleden en CDA-bestuurders. Het barst van de ideeën bij onze jongeren. Iedereen moet hierover kunnen meepraten. Het gaat nu over de toekomst van het CDA.”
Er is maar één manier om vooruit te komen, zegt hij. “Het gaat om ramp, plan en man. We hebben nu te maken met een ramp, en er moet nu een goed plan komen. We wachten niet rustig af. Dat plan moet gaan over het wegnemen van alle onzekerheden van mensen. Ze een hoopvolle richting geven. En dat concreet laten zien, geen marketingtaal meer. We zijn een christelijk-sociale partij, die luistert naar mensen, aan wie kiezers de toekomst kunnen toevertrouwen.”
En de man in het plan? “Ik ben niet voor een bijltjesdag. Niet nu. Ik vind dat het kabinet moet blijven zitten om verantwoording af te leggen over de afhandeling van de Groningse aardbevingsslachtoffers. Zoals het kabinet met de toeslagenaffaire deed, twee maanden voor verkiezingen ontslag nemen, en daarna gewoon doorgaan, daar trapt niemand meer in. Dit kabinet is niet geliefd door dit soort dingen.”
Lees ook:
(Het CDA in 2012):
‘Er zijn aansprekende gezichten nodig’
Hervormen is nog helemaal niet zo eenvoudig. Daar weet Aart Jan de Geus alles van.