null Beeld Trouw
Beeld Trouw

ColumnStevo Akkerman

Zweten in de distributiecentra, graaiflatie aan de kassa

Stevo Akkerman

Het is niet dat ik al honger begon te lijden, en het is mij bekend dat er in Nederland meer supermarkten bestaan dan die van Albert Heijn, maar de lege schappen bij de winkel om de hoek riepen toch een angstige associatie op. Roemeense toestanden, dacht ik, puttend uit een herinnering uit lang vervlogen tijden, toen ik het winkelaanbod van Nicolae Ceausescu een paar keer mocht ondergaan.

Nogal overdreven natuurlijk, deze associatie, maar toch was er ergens een connectie. De staking die Albert Heijn trof – die het bedrijf over zich afriep, bedoel ik – vond plaats in de distributiecentra, waar voornamelijk slecht betaalde arbeidsmigranten het werk doen, veelal Roemenen, Bulgaren en, zij het minder dan voorheen, Polen. Het einde van het communisme heeft allerlei goeds gebracht, maar nog steeds zijn de levensomstandigheden in het oosten van Europa slechter dan in het westen, en dus komen miljoenen deze kant op om zwaar werk te doen voor weinig geld en schamele huisvesting. In Nederland gaat het om circa 900.000 mensen, de meesten werken via uitzendbureaus en uitleenbedrijven, daar zijn er maar liefst 22.000 van, las ik zaterdag in een schrijnende reportage van de Volkskrant.

Als de voortekenen niet bedriegen, werpt de staking bij Albert Heijn zijn vruchten af; de onderhandelingen worden heropend, het bedrijf lijkt bereid tegemoet te komen aan de arbeiders. Veel pijn zal dat niet doen; moederbedrijf Ahold Delhaize beleeft gouden tijden, de omzet was vorig jaar 87 miljard euro, de winst steeg met 14 procent naar 2,5 miljard, de beloning van topman Muller ging naar 6,5 miljoen.

Daarmee zet loonconflict bij Albert Heijn de schijnwerpers niet alleen op het rauwe bestaan van de arbeidsmigranten, maar ook op de merkwaardige toestand dat bedrijven het uitstekend doen, terwijl werknemers en consumenten door de hoge inflatie sterk achteruit boeren. Shell haalde met 36 miljard euro de hoogste winst in 115 jaar, de winst van Unilever ging 25 procent omhoog, die van Heineken met 31 procent. Blijkbaar zien ondernemingen kans de inflatie – waar zij natuurlijk ook last van hebben – niet alleen door te berekenen aan hun klanten, maar er nog een flinke schep bovenop te doen.

Inmiddels heeft dit verschijnsel een eigen naam gekregen: graaiflatie. Van diverse kanten werd het aangetoond: de Rabobank deed er onderzoek naar, de Europese Centrale Bank zag het gebeuren, de FNV sloeg alarm, de Delftse wetenschapper Servaas Storm wees er vorig jaar al op. Dat wij voor alles en nog wat veel meer moeten betalen, wordt volgens zijn berekening voor veertig procent veroorzaakt door hogere winstnemingen van dominante bedrijven. En zij kunnen dat doen door de ‘marktmacht’ die ze hebben, van concurrentie is nauwelijks sprake.

Zo ontstaan de zogeheten ‘overwinsten’, buitensporige resultaten over de rug van werknemers en consumenten heen. Daar is iets aan te doen, maar dan moet de politiek durven ingrijpen in wat de ‘vrije markt’ wordt genoemd. Dat gebeurt wel, maar slechts met tegenzin en aarzeling. Een voorstel van PvdA en GroenLinks om overwinsten extra te belasten haalde het eind vorig jaar niet. Nog steeds laten we, zoals Michael Sandel zei in Trouw, ‘de markt bepalen wat waardevol is’. Het is een valstrik.

Drie keer per week schrijft Stevo Akkerman een column waarin hij de ‘keiharde nuance’ en het ‘onverbiddelijke enerzijds-anderzijds’ preekt. Lees ze hier terug.

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden