ColumnJames Kennedy
Zo gek is een vergelijking met 1940 niet eens
Verkeerde prioriteiten. Dat kreeg Joe Biden te horen van een aantal Republikeinen, toen hij deze week een verrassingsbezoek bracht aan Kiev. Waarom was hij in Oekraïne en niet in Ohio? Daar ontspoorde begin deze maand in het plaatsje East Palestine een goederentrein met een grote brand tot gevolg. Daarbij kwamen waterstofchloride en fosgeen in de lucht.
Donald Trump ging wel bij de bewoners langs en bevestigde hun angst – overigens zonder bewijs – dat hun water niet meer drinkbaar was. Waarom zou Biden zoveel geld en aandacht schenken aan een ver land, zo klonk het verwijt, terwijl het crisis is in zijn thuisland en de zuidelijke grenzen ook nog niet zijn veiliggesteld?
Het zijn vragen die typerend zijn voor het ‘America First’-denken, dat inmiddels gedeeld wordt door een aanzienlijke minderheid van de Republikeinen. De verwijten lijken nogal hypocriet, gezien het feit dat de meeste Republikeinen nauwelijks hebben willen investeren in een beter spoor of de Amerikaanse infrastructuur.
Maar de vraag waar de prioriteiten van de regering-Biden zouden moeten liggen, mag wel gesteld worden. Amerikanen betalen veel meer aan de verdediging van Oekraïne dan Europeanen, terwijl deze oorlog voor hen veel meer een ver-van-mijn-bedshow is. Wat hebben de inwoners van East Palestine in Ohio, en in alle andere plaatsen in de VS, aan een duur en langdurig bondgenootschap met Oekraïne? En waarom zou je escalatie riskeren door zo duidelijk partij te kiezen in dit conflict?
Ik geef daar gedeeltelijk een antwoord op door een parallel te trekken met de VS in… 1940. En ik geef toe: nogal tendentieus en elke vergelijking gaat al snel mank. Ik ben me ervan bewust dat Poetin zijn oorlog ook graag presenteert als een herhaling van 1941. Toch waag ik me er nu aan, omdat het de bezinning kan stimuleren nu de oorlog al een jaar lang voortduurt.
In september 1940 was Amerika nog neutraal, maar veel Amerikanen waren bezorgd dat Amerika partij zou kiezen. Zij richtten toen de America First-beweging op als reactie op de koers van president Franklin Roosevelt, die de Amerikaanse neutraliteit probeerde om te buigen naar sympathie voor de geallieerden. Het America First-idee werd deels gedreven door sympathie voor Hitler en door antisemitisme, én door een haat voor Roosevelt – haat als motief is geenszins nieuw in de Amerikaanse politiek. Andere, sympathiekere redenen speelden ook een rol: een principieel pacifisme en het gevoel dat Amerika niets te winnen en veel te verliezen had in een Europese oorlog.
We weten hoe het afliep. Na de nazi-invasie van de Sovjet-Unie in juni 1941 verflauwde de steun voor America First. En kort na de aanval van Japan – een onverwachte vijand – op Pearl Harbor in december 1941, hield America First als organisatie op te bestaan. Terwijl het Amerikaanse debat vooral over Europa was gegaan, kwam de oorlog uit een andere hoek van de wereld naar Amerika. De oorlog daar stond niet op zichzelf, maar was onderdeel van een mondiale strijd.
Helaas zitten we nu niet in een totaal onvergelijkbare situatie. De laatste maanden hebben we gezien dat de oorlog in Oekraïne een mondiaal karakter heeft gekregen, waarin oude bondgenootschappen versterkt zijn en nieuwe zijn aangegaan. De uitkomst van de oorlog zal veel landen raken, hoewel het (voorlopig) de burgers van Oekraïne zijn die het leed van de oorlog moeten verduren.
Verlies in Oekraïne is niet alleen een nederlaag en een afgang voor Poetin, maar in toenemende mate ook voor China en Iran. Ook de toekomst van de Navo-landen en Europa staat op het spel, waarbij zowel de eigen veiligheid als de geloofwaardigheid van democratische landen om sterk te staan tegen oprukkende autoritaire regimes in het geding zijn. Inmiddels is er al een nieuwe, mondiale Koude Oorlog, die ook van Amerikanen offers vereist. Vooralsnog denken de meeste Republikeinse politici daar net zo over.
Zijn we daarmee gedoemd om de Tweede Wereldoorlog te herhalen? Nee. De opdracht om te voorkomen dat het geweld zich uitbreidt naar East Palestine in Ohio, of waar dan ook op de wereld, blijft onverkort van toepassing. Maar in je schulp kruipen is – net zoals in 1940 – geen reële optie.
James Kennedy is een Amerikaanse historicus verbonden aan de Universiteit Utrecht. In Trouw geeft hij om de week zijn visie op de Nederlandse samenleving. Lees hier meer columns van James Kennedy.