De vraag vanMonic Slingerland
Ziet u nog kansen voor christelijke politiek? En hoe zou die er dan uit moeten zien?
Waar staat de C voor in het CDA? Wie het weet mag het zeggen.
“Waar staan we als CDA voor? Ik weet het ook niet.” Wim van de Camp, CDA-er sinds zo ongeveer zijn eerste ademtocht, was niet bang om op de avond van de verkiezingsuitslag de leegte in het hart van zijn partij te benoemen (Trouw, 15 maart).
De C. Het was jarenlang een begrip waarbij geen uitleg nodig was. Maar waar de C nu voor staat is onduidelijk. Wat is het christelijke geluid in de coalitie als het gaat om stikstof, boeren, klimaat, asielbeleid, toeslagdrama’s, wonen? Onder CDA-premier Balkenende stond die C voor ‘normen en waarden’. Daar is nooit vanaf gestapt, maar het zijn binnen het CDA fletse begrippen geworden.
Harde klappen kregen de christelijke partijen bij de afgelopen verkiezingen. Het CDA gaat, volgens verwachting, in de Eerste Kamer van negen naar vijf zetels en is in menig provincie gehalveerd. Ook de ChristenUnie verloor fors. De SGP won iets, maar bij deze partij is stapje vooruit, stapje achteruit al jarenlang feitelijk een pas op de plaats.
Alleen de kiezers kunnen het tij keren, en die zijn afgehaakt
De positie van het CDA ligt gevoelig bij de lezers van Trouw, blijkt al jaren uit de reacties op onze berichtgeving. Trouw zou te weinig CDA-stemmers aan het woord laten, alleen negatieve berichten over de partij plaatsen, te weinig bijdragen aan het zo nodige herstel. En heeft Trouw niet net zo goed een christelijke bedding? Het sentiment achter die reacties is geen boosheid, maar verdriet. Pijn in het hart, dat die ooit grote christelijke partij, die 1991 nog 27 zetels telde in de Eerste Kamer, dreigt af te glijden naar een marginaal bestaan.
Lezers verwachten dat de redactie die pijn ook voelt en er van alles aan doet om het tij te keren. Laten we dat een overschatting van de journalistieke invloed noemen. Alleen de kiezers kunnen het tij keren. En die zijn afgehaakt.
De vraag die door de gestage terugloop van het aantal zetels van vooral het CDA en nu ook de CU op tafel ligt, is of er nog wel bestaansreden is voor christelijke partijen. En wat is het dan, dat christelijke politiek onderscheidt van andere? Het woord rentmeesterschap viel vaak. Maar dat woord werkt niet goed als het gaat om stikstofplannen of asielbeleid. En komt de SP niet net zo goed op voor de verdrukten, bijvoorbeeld in de toeslagenaffaire? En is GroenLinks niet veel meer een rentmeester als het gaat om het behoud van de schepping? Laat staan de Partij voor de Dieren. Die hebben pas echt compromisloos eerbied voor al wat leeft op aarde.
Zelfs verbondenheid met een kerk leidt niet meer tot een stem op het CDA. Uit de reportage in Oldebroek, randje Biblebelt, blijkt dat ‘mainstream PKN’ óok op de BBB gestemd heeft (Trouw, 19 maart). Protestantse kerkgangers zien in de partij van Van der Plas kennelijk meer rentmeesterschap dan in het CDA van Hoekstra.
Ziet u nog kansen voor christelijke politiek? En hoe zou die er dan uit moeten zien?
Monic Slingerland is chef van de opinieredactie. Elk weekend stelt ze een vraag aan de lezers, op woensdag verschijnt een selectie van de antwoorden.
Stuur uw reacties van circa 150 woorden uiterlijk dinsdag 12 uur naar lezers@trouw.nl, voorzien van naam en adres.