ColumnJamal Ouariachi
Wilt u mijn boek kopen? Vul dan eerst een diversiteitsvragenlijst in
In het neurodivergente (‘debiele’ mag je niet meer zeggen) tv-programma Eus’ Boekenclub schuiven politici aan om te praten over een boek dat ‘indruk’ op hen heeft gemaakt. Onweerstaanbare formule sinds Geert Wilders ooit bij Eva Jinek exclusief over zijn poezen mocht komen keuvelen. Kritische vragen zijn niet gezellig.
Onlangs was de staatssecretaris voor cultuur en media, Gunay Uslu, te gast bij Eus. Ze vertelde over Homerus’ Ilias en de Trojaanse oorlog. ‘Ik ben gepromoveerd op Troje.’ Even gecheckt: klopt, haar proefschrift heet Homer, Troy and the Turks: Heritage and Identity in the Late Ottoman Empire 1870-1915.
Het woord dat eruit springt is ‘identity’. Dat is zo’n beetje de kern van Uslu’s visie op kunst en cultuur: het identiteitsdenken als geloofsbelijdenis. Wie krijgt er subsidie? Voor de periode 2025-2028 verwacht de staatssecretaris onder meer dat de Code Diversiteit en Inclusie binnen de cultuursector volledig ‘geïncorporeerd’ zal zijn. De Raad voor Cultuur bediende de staatssecretaris op haar wenken en kwam met een advies waarin, laat ik het kort samenvatten, artistieke kwaliteit voortaan bepaald wordt door de naleving van de Code D&I op het gebied van ‘de vier p’s’: programma, publiek, partners en personeel.
Zijn mijn personages wel divers genoeg?
Dit is ongelofelijk complexe materie en als kunstenaar die het maatschappelijk belang van zijn activiteiten vooropstelt, denk ik graag mee met de staatssecretaris en de raad. Ook omdat ik zelf een beetje in dubio zit over mijn diversiteitsbaarheid. Zijn mijn personages wel divers genoeg? Vormt mijn lezerspubliek wel een representatieve afspiegeling van de Nederlandse bevolking?
Om dit probleem bij de hoorns te vatten heb ik de Goede Kunst Coëfficiënt (Kg) ontwikkeld. Voorbeeld: voortaan zal iedereen die in een boekwinkel een roman van mij aanschaft, gevraagd worden een lijst persoonskenmerken in te vullen – etniciteit, etniciteit van beide ouders, etniciteit van alle vier de grootouders. Voorts verzamel ik gegevens over geboortegeslacht, genderidentiteit en seksuele oriëntatie. Via factoranalyse monden deze gegevens dan uit in een diversiteitsquotiënt tussen -1 en 1.
Hoe tel je iemand mee die midden in een proces van gendertransitie zit?
Een moeilijk berekening, want hoe tel je iemand mee die, ik noem maar wat, midden in een proces van gendertransitie zit? Ik heb dat proces opgedeeld in zestien fasen, corresponderend met de letters A t/m P. Voorbeeld: iemand die bezig is aan een transitie van man naar vrouw en zich in dat proces in fase L bevindt, wordt voor 62,2 procent als vrouw meegenomen in de analyse, en voor 37,8 procent als man.
Soortgelijke berekeningen kunnen losgelaten worden op de andere p’s: programma, partners en personeel. Kunstenaars en culturele instellingen wier Goede Kunst Coëfficiënt boven de 0.75 uitkomt, kunnen rekenen op een ruimhartige subsidie.
Zo werken we samen aan een culturele wereld die voor iedereen veilig en toegankelijk is.
Jamal Ouariachi is schrijver. Behalve romans en verhalen schrijft hij onder meer recensies en columns. Lees hier eerdere columns van Ouariachi terug.