Betaal huisartsen anders, zodat het weer loont om een band op te bouwen met de patiënt, schrijft huisarts Wim Heres.
Het is crisis in de gezondheidszorg en in de huisartsenzorg in het bijzonder. Bert Keizer (Gezondheid & zorg, 17 maart) schreef over de waarnemende nomaden, waarnemend huisartsen die geen enkele band met de patiënt opbouwen. Waarnemers Tibor Poelmann en Danka Stuijver (Opinie, 24 maart) nuanceerden dit: het is een probleem met vele facetten. Toch is de oplossing makkelijker dan men denkt.
De meerwaarde van huisartsen is hun vertrouwensband met de patiënt. Die wordt opgebouwd in jaren van continue en persoonlijke zorg. Per Fugelli, een Noorse huisarts en hoogleraar, gebruikt de vergelijking T=mc², parafraserend op E=mc². De hoogte van het vertrouwen in dokters (de T van trust) wordt bepaald door de geneeskunde van die dokter (de m van medicine) vermenigvuldigd met maar liefst het kwadraat van de continuïteit (c) die de dokter biedt. Deze continuïteit is de crux.
Laat het nu juist daar mis gaan. Huisartsen krijgen de helft van hun inkomsten uit een vast bedrag per ingeschreven patiënt. Ruim een derde komt van het werk dat ze voor deze patiënten doen. De rest verdienen ze met zogeheten ketenzorg (zoals voor diabetes en hart-vaatziekten) en met innovatie.
Hoger inschrijfgeld en meer jonge collega's
De 7500 huisartsen die nu een eigen praktijk hebben, hebben meestal te veel patiënten om die allemaal zelf te zien. Deze praktijkhouders maken massaal gebruik van waarnemers en van huisartsen in dienstverband. Dat houdt de huidige situatie in stand.
Laten we de inschrijftarieven fors verhogen (zeg 30 procent) voor de eerste groep van bijvoorbeeld 1700 patiënten die zich inschrijven. Voor patiënten boven dat aantal krijgen huisartsen nog maar de helft.
Jonge huisartsen kunnen dan makkelijker een praktijk starten, ze krijgen meer geld voor inschrijvingen. Gevestigde praktijkhouders gaan jonge collega’s als nieuwe maat aantrekken. Want boven de 1700 patiënten levert een patiënt nog maar de helft op, terwijl de nieuwe maat extra inschrijfgeld ‘meebrengt’ voor diezelfde patiënt.
Voorkom nog meer uitstappende jonge huisartsen
Commerciële ketens zoals CoMed, Quin, Centric en Arene die hun verdienmodel ontlenen aan de huidige financiering zijn foetsie. Maar goed ook, zij hebben met huisartsgeneeskunde niets te maken.
Van de 13.000 huidige huisartsen hebben er meer dan 4000 (nog) geen eigen praktijk. Dit nieuwe model kost iets meer, maar voorkomt dat jonge huisartsen uit het vak stappen, zoals nu tientallen al doen. Als we niets doen, worden dat er honderden. Bedenk dat elke huisarts de samenleving aan opleiding een miljoen euro aan belastinggeld kostte.
Wat nodig is: een minister die dit omarmt, een zorgautoriteit die deze bekostiging mogelijk maakt en een huisartsenvereniging die zich hiervoor hard maakt.
Gewoon doen.
Lees ook:
Het blijft een hachelijke zaak: nomadisch werkende huisartsen
Als u uitgetobd bent over stikstof, migratie en klimaat dan hebben we nog een zorgcrisis voor u.
Die nomadische huisarts is geen generatiedingetje
Bert Keizer schetst een scheef beeld van de jonge huisarts die geen praktijkhouder wil zijn, vinden Tibor Poelmann en Danka Stuijver, waarnemend huisartsen