null

OpinieSlavernij

Waarom zadelt het Rijksmuseum scholieren op met het racistische beeld van de slaaf als sullige Sambo?

Het educatieve magazine over slavernij dat het Rijksmuseum uitbrengt, schetst een vertekend beeld van de positie van slaven in Suriname, vindt Piet Emmer, auteur van De Nederlandse slavenhandel (2019).

Piet Emmer

Het Rijksmuseum heeft een magazine Slavernij en nu? uitgebracht als leermiddel voor de hoogste klas van de basisschool en de eerste klassen van het middelbaar onderwijs. In dat magazine wordt het sombere leven van een jonge slavin gebruikt om de leerlingen in te lichten over het Surinaamse plantageleven. Dat is een mislukking geworden, want de historische context ontbreekt en het slavenbestaan wordt gemeten met de normen van vandaag.

Het magazine vertelt het verhaal van het slavenmeisje Tirara, dat om vijf uur ’s morgens wakker wordt en ziet hoe haar moeder zich klaarmaakt om naar het veld te gaan. Meer dan twaalf uur later komt ze “afgepeigerd” naar huis “gestrompeld”. Dat wekt de indruk dat het werk op de plantages onmenselijk zwaar was, want het Rijksmuseum vertelt er niet bij dat ook in Europa miljoenen moeders na lange dagen op het veld te hebben gewerkt ’s avonds waarschijnlijk niet naar huis huppelden en dat de meeste bezoekers uit Nederland van mening waren dat de Surinaamse slaven ongeveer de helft tot drie vijfde uitvoerden van een dagtaak van de landarbeiders thuis.

Niet naar school

Tot in de negentiende eeuw gingen de slavenkinderen niet naar school, maar het Rijksmuseum informeert de leerlingen niet dat hun leeftijdsgenootjes in Afrika dat evenmin deden, net als de meeste Nederlandse kinderen. Neem Michiel de Ruijter, die op elfjarige leeftijd als scheepsjongen ging varen en daarvoor al in een touwslagerij had gewerkt. Ook noemt het magazine de wrede lijfstraffen voor de slaven zonder te vermelden dat deze soms ook in Nederland werden toegepast, bij de marine nog tot 1879.

Ronduit tendentieus wordt de tekst als het Afrikaanse vriendje van Tirara ter sprake komt, die “zonder vader, zonder moeder” naar Suriname was gebracht. Het Rijksmuseum brengt de leerlingen in de waan dat de schuld daarvoor bij de Nederlanders lag, want het vertelt er niet bij dat de Afrikaanse handelaren de slavengezinnen al uit elkaar hadden gehaald lang vóórdat ze te koop werden aangeboden.

Op heterdaad betrapt

Op een kwade dag komt de vader van Tirara niet meer opdagen, omdat hij “op heterdaad” is betrapt toen hij terugkeerde naar zijn eigen plantage. Je zou er tranen van in je ogen krijgen als dit verhaal niet zo ongeloofwaardig was. In Suriname bezochten tijdens de weekenden honderden en wellicht zelfs duizenden slaven hun familie en kennissen op andere plantages. Als iedereen maandagochtend maar op tijd op het werk was, waren straffen niet aan de orde. Het Rijksmuseum komt niet op de gedachte dat de vader ook om een andere reden kon wegblijven: een nieuwe vriendin. Partnerwisselingen waren volgens de zendelingen op de plantages zeer frequent.

Was het slavenvoedsel karig en slecht zoals het Rijksmuseum de leerlingen wil doen geloven? Decennia geleden heeft onderzoek al aangetoond dat de slavenskeletten in Noord- en Zuid-Amerika gemiddeld langer waren dan van slaven in Afrika. Dat kwam door minder ziekten en meer calorieën, die ook de Nederlandse man tussen 1900 en 1984 gemiddeld 12 centimeter langer hebben gemaakt. Het Rijksmuseum lijkt er niet van op de hoogte te zijn dat sommige slaven zelfs over te veel voedsel beschikten, het overschot op de markt verkochten en met de opbrengst zichzelf soms konden vrijkopen.

Racistisch beeld

Waarom zadelt het Rijksmuseum de scholier op met het racistische en achterhaalde beeld van de slaaf als sullige, gedweeë Sambo? Die heeft nooit bestaan. Gesteund vanuit Europa wisten de slaven met hun acties zoals sabotage en stakingen een steeds groter deel van de opbrengst van hun arbeid in handen te krijgen. In Brits West-Indië gingen de slaven na 1750 er zelfs veertig procent in inkomen op vooruit. Uiteraard laten die loonsverhogingen de talloze nadelen van de slavernij onverlet, maar dat is geen reden de onderzoeksresultaten van de afgelopen vijftig jaar te negeren.

Lees ook:

Multatuli vertelt maar de (Nederlandse) helft van het verhaal, deze schrijvers vertellen de andere helft

Boeken uit de koloniale tijd zijn nog steeds prima leesbaar. Als je er maar exemplaren met een ander verhaal tegenover plaatst.

Vijf experts over de zin en onzin van excuses voor de slavernij

Autochtone Nederlanders zien weinig heil in excuses voor het slavernijverleden, waar vooral de Surinaamse en Antilliaanse gemeenschap om vraagt. Wat is de zin van excuses als het draagvlak zo gering is? Doen andere landen dat wel? Wat kost het? Waarom zijn Marokkanen warm voorstander en kan het Indonesische Nederlanders minder schelen? Vijf experts geven het antwoord.

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden