Opinie

Waarom we wel degelijk van een joods-christelijke traditie kunnen spreken

null Beeld ANP XTRA
Beeld ANP XTRA

De 'joods-christelijke samenleving' bestaat niet, stelt C.E.H.J. Verhoef eerder in Trouw. Hij zegt het rabbijn Van de Kamp na die daarmee ageert tegen het al te makkelijk gebruik van deze term door CDA, CU en PVV. Maar dat religies niet meer dan een doorgeefluik zijn geweest klopt niet, schrijft bijbelwetenschapper Sam Janse.

Sam Janse

Het laat zich begrijpen dat na zoveel eeuwen christelijk antisemitisme Joden zich ongemakkelijk voelen bij deze term. Ook bij filosemitisme moet je oppassen, heb ik een Jood wel eens horen zeggen.

Tot zover kan ik het verhaal van Verhoef volgen. Maar dan gaat hij wat kort door de bocht en gebeuren er ongelukken. In het vervolg van zijn artikel beweert hij namelijk dat het Oude Testament alles heeft overgenomen van de cultuur van het Midden-Oosten en dat het christendom hetzelfde gedaan heeft met de klassieke oudheid. Meer dan doorgeefluik zouden deze religies niet zijn geweest.

Andere visie

Dat vraagt om tegenspraak. Allereerst is er binnen Israël een andere visie op macht ontstaan. Dat een profeet een koning kan kapittelen is in de cultuur van het Midden-Oosten uniek. Dat hoef je in Egypte niet te doen. Het besef dat absolute macht gevaarlijk is, hebben we mede aan Israël te danken. In dat land is ook een ander concept van religie ontstaan. De Duitse Egyptoloog Jan Assmann heeft dat overtuigend laten zien. Religie is buiten Israël dienst aan de goden, concreet: het brengen van offers. In Israël ontstaat het besef dat religie en moraal onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn. 'Dit is wat de Heer van ons vraagt', zeggen de profeten: 'gerechtigheid doen'. 'Dit is zuivere godsdienst', zegt Jakobus in het Nieuwe Testament: 'weduwen en wezen helpen'.

Verandert dat de moraal ook inhoudelijk? Volgens de socioloog Rodney Stark wel. In het Romeinse Rijk vluchtten christenen bij pestepidemieën niet weg van de ziektehaarden, maar bleven ze de zieken verzorgen. Dat viel in die tijd al op. Met tabellen en berekeningen laat Stark zien dat dat een van de voornaamste redenen is geweest voor de groei van de kerk destijds.

Het christendom heeft veel overgenomen van de omgeving waarin het ontstond. Daar wijst Verhoef terecht op. Vooral de accenten op soberheid en bezonnenheid bij de Stoïsche filosofen spraken de christenen aan. Maar soms maakten ze eigen keuzes.

Nooit blanco

Homofilie, in de oudheid moeilijk te onderscheiden van pedofilie, werd afgewezen. Abortus eveneens. Christenen verzetten zich ook sterk tegen infanticide, het doden van de zuigeling als deze bijvoorbeeld gehandicapt ter wereld kwam. Volgens de Romeinse wetgeving was dit geoorloofd, de filosoof Seneca verdedigt het ook, maar de christenen wezen het af en kwamen op voor de beschermwaardigheid van het pasgeboren leven.

En zo is er meer te noemen. De kerkvaders fulmineerden tegen de gladiatorenspelen, een bloederig massaspektakel, dat pas door de christelijke keizers verboden werd. Christenen volgden op deze punten eerder het spoor van het jodendom dan dat van de pagane oudheid.

Zo bezien kunnen we inderdaad van een joods-christelijke traditie spreken, al blijft het de vraag of dat in dit tijdsgewricht wijs en gewenst is. Het kan natuurlijk nooit de bedoeling zijn om er Joden mee binnen te halen en er moslims mee weg te duwen.

Het christendom was in elk geval meer dan doorgeefluik. Een nieuwe beweging kan nooit blanco beginnen. Het lukt evenmin om de omgeving volledig te kopiëren. Historici dienen dat te weten.

Lees ook: 'Joods-christelijk' bestaat niet, de moraal komt uit andere culturen

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden