null Beeld
Beeld

ColumnSylvain Ephimenco

Waarom een vreedzame schrijver op een lijn stellen met bloeddorstige moslimterroristen?

Sylvain Ephimenco

Dinsdag zal het precies vijf jaar geleden zijn dat twee moslimterroristen, de gebroeders Kouachi, een bloedbad aanrichtten op de redactie van het Franse weekblad Charlie Hebdo. Op die 7 januari 2015 moordden de twee broers bijna de voltallige redactie van het satirische blad uit. Charlie had jaren daarvoor cartoons over de islamitische profeet Mohammed gepubliceerd. In totaal vermoordden de Kouachis op die dag twaalf personen onder wie acht leden van de redactie.

Philippe Lançon kende ik alleen van gezicht uit de tijd dat we samen voor het dagblad Libération werkten. Hij was en is nog actief als literair criticus. Hij is één van de overlevenden van het bloedbad bij Charlie waarvoor hij ook schreef. Op die dag werd hij drie keer geraakt en zwaargewond afgevoerd. Gedurende twee jaar moest hij 22 operaties ondergaan: vooral om zijn kaak en mond die half waren weggeschoten, te herstellen. Twee jaar geleden schreef hij een relaas van de aanslag en zijn lange revalidatie getiteld, ‘Le Lambeau’. Het boek werd met lof ontvangen en kreeg verschillende literaire prijzen waaronder het prestigieuze ‘Prix Femina’. In totaal gingen meer dan 350.000 exemplaren over de toonbank in Frankrijk.

De roman van Michel Houellebecq

Ook ik heb zijn boek onlangs gelezen. Lançon vertelt in ‘Le Lambeau’ hoe de hele redactievergadering vooral over het laatste boek van Michel Houellebecq ‘Soumission’ ging voordat de jihadisten binnenstormden. Deze roman verhaalt over een aan de islam onderworpen Frankrijk. Ik ga volgende week verder in op het boek van Lançon want deze column was eigenlijk bedoeld voor dinsdag. Maar gisteren, na het lezen van een opiniebijdrage van de Nedermarokkaanse schrijver Fouad Laroui in de Volkskrant, besloot ik alvast over Charlie te beginnen.

In zijn Volkskrant-stuk getiteld ‘Charlie vijf jaar later, samen tegen de haat’, haalt Laroui vooral hard uit naar zijn Franse confrater Houellebecq. Hij merkt op dat de avond vóór de aanslag de schrijver langdurig door de Franse tv was geïnterviewd. Hij vindt dat deze gebeurtenissen, interview en aanslag, ‘op een wonderlijke manier samenkwamen’. Volgens Laroui is ‘Soumission’ een ‘gevaarlijk’ boek dat ‘racisme tot iets alledaags maakt’. Houellebecq is in zijn ogen een ‘islamofoob’ die hij vervolgens op een weerzinwekkende manier met de terroristen verbindt: ‘Wanneer we op zo’n manier tussen twee vuren belanden, tussen islamisten en islamofoben, tussen de broers Kouachi en Houellebecq, hoe kunnen wij, vreedzame humanisten, ons dan beschermen tegen de handelaren in haat?’

Woede

Laroui is geen ‘vreedzame humanist’ maar iemand die juist een vreedzame schrijver als Houellebecq op een lijn stelt met twee bloeddorstige moslimterroristen die in totaal twaalf doden en elf gewonden hebben veroorzaakt. Wie is hier de echte ‘handelaar in haat’? Ik vermoed dat wanneer dit stuk niet in Nederland maar in Frankrijk was verschenen, waar Laroui veel publiceert, menig lezer in woede was ontstoken.

Drie keer per week werpt columnist Sylvain Ephimenco zijn blik op de actualiteit. Lees zijn columns hier terug.

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden