Opinie
Waar blijven de seculiere twijfelaars in het gesprek over leven en dood?
Het is zorgelijk dat een gesprek over ethische dilemma's niet van de grond komt, omdat we blijven hangen in de veronderstelling dat de ene partij rationeel is en de andere in sprookjes gelooft, vindt Sophie Rutenfrans, redacteur bij De Balie.
De donorwet is nog maar net door de Eerste Kamer en Pia Dijksta is al weer volop bezig het volgende medisch-ethische dilemma op te lossen. Ze trekt het land door om het voltooid leven aan te prijzen.
Dat dit kabinet de kwestie rond kweek-embryo's voorlopig op de lange baan heeft geschoven mag een wonder heten. De vorige minister van volksgezondheid, Edith Schippers, had haar fiat al gegeven voor het speciaal kweken van embryo's voor medisch onderzoek. Dat dit besluit nu toch is teruggedraaid danken we aan de ChristenUnie. 'Het instrumenteel gebruik van embryo's druist in tegen de menselijke waardigheid', aldus de partij.
Op medisch-ethisch gebied lijkt het alsof er maar twee smaken zijn: volle kracht vooruit of godsdienstige weerstand. Van een discussie lijkt nauwelijks sprake, omdat de voorstanders van volle kracht vooruit als verstandig en rationeel worden bestempeld, en de twijfelaars als irrationeel en dom.
De twijfelaars komen namelijk vaak uit gelovige hoek en zijn daarmee per definitie 'af'. Dat kwam treffend naar voren in een gesprek tussen Arjen Lubach en Gert-Jan Segers in de Leidse Pieterskerk in februari vorig jaar. Lubach, overtuigd atheïst, stelde dat we beter af zijn met een wereld die gebaseerd is op wetenschap en logica. "Zodra je het domein fantasie toelaat, is het hek van de dam."
Sprookjes
Het is zorgelijk dat een gesprek over ethische dilemma's niet van de grond komt omdat we blijven hangen in de veronderstelling dat de ene partij rationeel is en de andere in sprookjes gelooft. In plaats daarvan zouden we ons moeten afvragen hoe het komt dat twijfelaars over medische ethiek vaak een gelovige achtergrond hebben. Zonder de ChristenUnie zouden we nu, zonder maatschappelijk gesprek, laat staan maatschappelijke consensus, embryo's aan het kweken zijn voor onderzoek.
Dat de enige partij die hier bezwaar tegen heeft gemaakt is gebaseerd op godsdienst baart me zorgen. Ook seculiere partijen zouden moeten opkomen voor een maatschappijbreed gesprek over leven en dood.
God is een menselijk construct, daar zullen alle seculieren en misschien wel een deel van de gelovigen het over eens zijn. Als wij god bedacht hebben, betekent dat ook dat we de fundamenten waar godsdienst vanuit gaat bedacht hebben. Waarom hebben we dat gedaan en kunnen we nu, in deze tijd, nog iets hebben aan die fundamenten?
Rottend vlees
Rechtsfilosoof Britta van Beers verwoordt het mooi in een interview over medische ethiek op De Correspondent. Ze maakte een vergelijking met een ander fundament in onze samenleving: respect voor de doden. Zo stelt ze dat een lijk wetenschappelijk gezien slechts een hoop rottend vlees is, maar dat we desondanks besloten hebben om dat niet de doorslag te geven in de manier waarop we omgaan met onze doden. Het behoort tot onze beschaving dat we respect tonen voor een hoop rottend vlees, ook al is dat misschien wetenschappelijk of rationeel gezien niet goed te verklaren.
Ook zonder god of godsdienst voelen we aan dat het weliswaar irrationeel, maar volkomen logisch is om de doden met respect te behandelen. Kunnen we het idee van god als menselijk construct gebruiken om dit te verklaren en toe te passen op andere, ongrijpbare zaken? Of is er meer nodig, wellicht een heel nieuw discours?
Want Pia Dijkstra en ik zijn het over één ding eens, en dat is dat de discussie over voltooid leven zorgvuldig gevoerd zou moeten worden. Net als alle discussies over alle ethische onderwerpen. Maar dat gebeurt nu niet. Het ontbreekt aan serieuze gesprekken met geïnformeerde twijfelaars. Ik wil niet overdrijven, maar het gaat over zaken van leven en dood.
Lees ook:
Wie is de baas over DNA? Die vraag kan niet vier jaar blijven liggen
Verruiming van de Embryowet is een lastig onderwerp in de huidige coalitie van liberalen en christen-democraten, schrijft Coen Brummer, directeur van het wetenschappelijk bureau van D66. Maar er moét een knoop over worden doorgehakt.