Opinie

Vroeger gebeurden er nare zaken, daar moet Nederland aan wennen

Nederlandse mariniers in een vuurgevecht. Beeld anp
Nederlandse mariniers in een vuurgevecht.Beeld anp

Een onderzoek naar het tegenhouden van de dekolonisatie van Indonesië? Heb niet de illusie dat daarmee alle historische lijken uit de kast worden gehaald.

Piet Emmeremeritus hoogleraar in de geschiedenis van de Europese expansie en Universiteit Leiden

"The past is a foreign country: they do things differently there." Deze bekende constatering (het verleden is een vreemd land: ze doen daar de dingen anders) uit het boek 'The Go-between' van L.P. Hartley is aan de gemiddelde Nederlander niet besteed.

Wij erkennen geen morele drempel tussen het heden en het verleden en zijn er rotsvast van overtuigd dat vorige generaties in alle omstandigheden net zo over goed en kwaad dachten als wij nu. Onze voorouders hebben dus de verkeerde keuzes gemaakt toen ze overzee slaven hielden, de bevolking van de Banda-eilanden uitmoorden, met hondenkarren reden, kleine kinderen niet naar school stuurden maar lieten werken, vrouwen een plaats in het beroepsleven ontzegden, met de bezetter collaboreerden, de Joden hebben laten afvoeren, de Indonesiërs hun onafhankelijkheid onthielden en sigaretten rookten. Hoe konden ze dit doen? Telkens als deze zaken worden opgerakeld, zijn we diep geschokt.

Is Nederland in dit opzicht uniek? Dat de Engelsen, de Portugezen en de Spanjaarden hun verleden niet met dezelfde morele duimstok de maat nemen, vinden we onbegrijpelijk, terwijl de Duitsers in deze vergelijking eigenlijk niet eens horen mee te tellen. Zij hebben vroeger zoveel fout gedaan dat schaamte over hun verleden voor hen net zo normaal zou moeten zijn als ademhalen.

Fransen
Het is echter verheugend dat de Fransen - van nature toch vrolijke, rooms-katholieke flierefluiters - sinds een aantal jaren op hun manier ook het morele tekort van hun verleden lijken in te zien. Zij doen er zelfs nog een schepje bovenop, want naast de Holocaust en de slavenhandel dienen de Fransen zich bij wet te schamen voor de genocide op de Armeniërs, waar hun voorvaderen part noch deel aan hadden.

Maar op de Fransen kun je niet bouwen, want de protesten van professionele historici en een ordinaire ruzie over een wetsontwerp, waarin de geschiedenisleraren wordt opgedragen ook eens te spreken over de positieve kanten van het kolonialise, hebben de deputés ertoe gebracht voortaan geen wetten meer over het verleden uit te vaardigen, maar alleen nog déclarations.

Wij Nederlanders hechten niet zo aan wetten, maar wel aan geld. Daarom trekt onze Tweede Kamer vaak in paniek de portemonnee als weer eens duidelijk wordt dat onze voorvaderen zich in hun ogen misdragen hebben. Zo ontdekte Jan Marijnissen min of meer toevallig dat vmbo-leerlingen niet eens van de morele tekorten in onze geschiedenis op de hoogte waren, omdat ze überhaupt niets van het verleden wisten. Een groots opgezet Nationaal Museum zou hierin verandering brengen. Nu, vijf jaar later en 15 miljoen euro verder, blijkt dat toch niet zo'n goed plan.

Zo ging het ook met het instituut voor onderzoek naar het slavernijverleden. Onze morele verontwaardiging over het verleden heeft ook veel duurbetaalde rapporten opgeleverd, die meestal in een la belandden, omdat onze aandacht inmiddels weer naar wat anders uitging, zoals de studies naar de terugkeer en opvang van oorlogsslachtoffers, naar de rol van Pieter Menten in het door Duitsland bezette Polen, naar de gang van zaken rond de veroordeling van (en de gratieverlening aan) drie Duitse oorlogsmisdadigers, ooit opgesloten in Breda, naar het eigendom van tijdens de Duitse bezetting verkochte of geconfisqueerde kunst, naar de gebeurtenissen in en rond Srebrenica, en naar de gevolgen van de Japanse bezetting van Nederlands-Indië.

Onderzoeksinstituten
En de geschiedenis van onze wandaden lijkt een rupsje nooitgenoeg, want vorige week deden drie onderzoeksinstituten (NIOD, NIMH en KITLV) de oproep om een paar miljoen ter beschikking te stellen voor een 'definitieve' studie naar de manier waarop een vorige generatie de dekolonisatie van Indonesië heeft proberen tegen te houden. Voor dat bedrag zou Nederland de zekerheid kopen dat ten aanzien van deze kwestie eens en voor altijd alle historische lijken uit alle historische kasten zouden worden gehaald.

Dat laatste is een illusie, want de manier waarop wij ons rekenschap geven van het verleden is nooit definitief. De mislukte en doodgeboren onderzoeksinstituten en de vele hapsnap-rapporten bewijzen dat morele paniek over het verleden een slechte raadgever is bij het toekennen van onderzoeksgelden. Subsidies voor historisch onderzoek dienen volgens vaststaande, wetenschappelijk criteria te worden verdeeld. De Tweede Kamer zou eindelijk moeten inzien dat het verleden een vreemd land is.

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden