OpinieOnderwijs
Vrije wetenschap is belangrijker dan een sociaal veilige universiteit
Anonieme klachten over sociale onveiligheid bedreigen de vrijheid van wetenschappers, vindt Marinus van IJzendoorn, emeritus hoogleraar algemene pedagogiek aan de Erasmus Universiteit Rotterdam en de Universiteit Leiden.
In de roerige jaren zeventig van de vorige eeuw verhinderde een kleine groep luidruchtige studenten en jonge docenten aan de Universiteit van Amsterdam de colleges politicologie van enkele politiek ‘incorrecte’ hoogleraren. Een voorbeeld van mobbing, wegpesten, ten koste van academische vrijheid.
Tegenwoordig horen we geregeld van zulke conflicten. Onlangs onderbraken rechtenstudenten aan Stanford University een lezing van een rechter, omdat ze zich onveilig voelden door zijn ‘anti-woke’ standpunten. Op de Universiteit van Amsterdam beklaagde docent Laurens Buijs zich recent over de radicale woke-cultuur onder studenten en collega’s, die zich in hun sociale veiligheid bedreigd voelden. Buijs is voorlopig op non-actief gesteld, maar protesteert tegen de inbreuk op zijn academische vrijheid.
Gevoelens zijn onweerlegbaar, en dat is een probleem
Steeds vaker klagen studenten én docenten over gevoelens van onveiligheid. Omdat ze hoge prestatiedruk ervaren of omdat hun ideeën worden genegeerd door leidinggevenden, of door onwelkome feedback. Of ze worden zelf doelwit van (meestal anonieme) klachten. Wat opvalt, is dat de uiteenlopende klachten over sociale veiligheid de gevoelens van slachtoffers centraal zetten en niet wat er feitelijk is gebeurd. Dat is een probleem, want dan is geen verdere rationele of juridische discussie mogelijk. Gevoelens zijn onweerlegbaar; waarheidsvinding of feitenonderzoek ter bescherming van de klager en aangeklaagde is dan irrelevant.
Ook de academische vrijheid dreigt dan het onderspit te delven. Dat is het recht om op het eigen vakgebied onderzoek te doen en te publiceren, kritiek te geven en onderwijs te verzorgen zonder politieke, institutionele of ideologische inmenging, en zonder dreiging van uitsluiting of ontslag.
Academische vrijheid is in Nederland een fragiel ‘recht’
De recente zaak van hoofddocent Susanne Täuber laat zien waarom sociale veiligheid een gevaar kan vormen voor academische vrijheid. Zij publiceerde kritiek op het in haar ogen mislukte gelijkekansenbeleid van de Rijksuniversiteit Groningen. De decaan van haar faculteit zag daarin reputatieschade en eiste dat het artikel werd ingetrokken, wat uiteraard werd geweigerd.
In de nasleep van dit conflict waren afdeling en faculteit in rep en roer, en de persoonlijke verhoudingen danig verstoord. Täuber miste volgens de decaan de vereiste vaardigheden om in haar afdeling en faculteit sociale veiligheid te garanderen. Er volgde ontslag. De rechter gaf de faculteit gelijk. Ook als inbreuk is gemaakt op artikel 10 (over vrijheid van meningsuiting), luidde het vonnis, blijft de arbeidsverhouding tussen Täuber en de faculteit verstoord en de huidige werksituatie onwerkbaar.
Täuber beriep zich op haar academische vrijheid, maar in het vonnis gebruikte de rechter zelfs die term niet. Dit laat zien dat in Nederland academische vrijheid een fragiel ‘recht’ is. Ook een beroep op vrijheid van meningsuiting zou Täuber niet gered hebben. Volgens de rechter waren de verhoudingen ernstig verstoord; dat gaf arbeidsrechtelijk de doorslag. Academische vrijheid om een kritische beschouwing te publiceren in een wetenschappelijk tijdschrift, of om op de werkvloer tolerantie te verwachten voor een wellicht scherpe en felle mening, legde geen gewicht in de schaal.
Geen plaats voor niet-verifieerbare beschuldigingen
Geheel afgezien van de feitelijke sfeer op de universiteit en de rol van Täuber hierin, maakt dit Groningse vonnis duidelijk dat gevoelens van sociale onveiligheid wettelijk kennelijk zwaarder wegen dan academische vrijheid. Dat is gevaarlijke jurisprudentie. De macht van een decaan om zelfs wetenschappers met een vaste aanstelling te ontslaan, is daardoor bijna onbeperkt. Een eenzijdig beroep op ‘onverenigbaarheid van karakter’ volstaat om een collega naar de uitgang te begeleiden. In escalerende geschillen zijn er enkel verliezers, maar sneuvelt academische vrijheid helaas als eerste.
Natuurlijk is er in de academische wereld geen plaats voor (seksueel) geweld of dwang, discriminatie of haatzaaien, noch voor andere strafbare feiten. Maar in een transparante en waarheidszoekende academische wereld mag ook geen plaats zijn voor niet-verifieerbare anonieme beschuldigingen. Wetenschappers moeten zich juridisch beschermd weten en zich kunnen beroepen op academische vrijheid wat betreft hun bijdrage aan hun vakgebied.
Een exellente universiteit blinkt uit in ‘veronzekeren’
Het rapport van de Koninklijke Nederlandse Academie van Wetenschappen (KNAW), getiteld Sociale veiligheid in de Nederlandse wetenschap (2022), biedt nuttige richtlijnen voor preventie en bemiddeling in een conflict over sociale veiligheid. Maar wanneer escalatie onvermijdelijk is, zijn formele, juridische waarborgen nodig. De rechten van zowel de beschuldigde als de aanklager moeten worden gegarandeerd, en academische vrijheid moet worden verankerd in de Nederlandse (grond)wet. Een onafhankelijke stichting, vergelijkbaar met het Landelijk Orgaan Wetenschappelijke Integriteit, kan daarbij helpen.
In de recente Academic Freedom Index is Nederland gezakt naar een treurige 24ste plaats in de Europese Unie. Academische vrijheid is niet de kers op een gezellige taart, maar het fundament van wetenschapsbeoefening. Een klassiek Yale-rapport stelt: “Als een universiteit een plaats is voor kennis (...) biedt het een forum voor het nieuwe, het provocerende, het verontrustende en het onorthodoxe.” Een excellente universiteit blinkt uit in ‘veronzekeren’.
Zorgen over sociale veiligheid kunnen terecht zijn, maar mogen academische vrijheid niet inperken.
Dit is een bewerkte versie van de afscheidsrede die Marinus van IJzendoorn op 12 mei zal houden aan de Erasmus Universiteit Rotterdam
Lees ook:
Woke en de wetenschap, gaat dat samen? Drie spanningspunten
De Amerikaanse woke-beweging heeft invloed op Nederlandse universiteiten. Alle goede bedoelingen ten spijt, zorgt dat soms voor ongemak en bezorgdheid onder wetenschappers.
Cancelcultuur? Sociale media kunnen genderopvattingen juist positief beïnvloeden
Weinig onderwerpen lijken de laatste tijd zo’n felle discussie uit te lokken als gender en de ‘transkwestie’. Het debat speelt zich grotendeels af op sociale media. Niet verrassend, vindt filosoof Hans Maes. Sociale media hebben een enorm emanciperend potentieel.