Voortdurend stellen we dat preventie veel ziekten kan voorkomen. Waarom gaat er dan meer geld en aandacht naar geneeskunde, vraagt Jona van Loenen, hoofd research van een financiële start-up.
Als de coronacrisis iets heeft blootgelegd, dan is het de zieke verhouding tussen de curatieve en preventieve gezondheidszorg. Er wordt drie keer zoveel geld gereserveerd voor geneeskunde als voor voor volksgezondheidszorg. Een medisch specialist verdient tweemaal zoveel als een GGD-arts. De ernst van de pandemie wordt gebaseerd op de bezettingsgraad van ic-bedden. En terwijl ziekenhuisartsen aanschuiven bij de praatprogramma’s, blijven de GGD-artsen netjes thuis.
Voortdurend stellen we dat voorkomen beter is dan genezen, maar preventieve ingrepen worden niet of nauwelijks door de overheid beloond. Zo rijk als je wordt met de behandeling van patiënten, zo snel ga je failliet met het voorkomen ervan. Aan ziekte wordt verdiend, aan preventie niet. Dan is het logisch dat je je eigen leefregels niet naleeft, zoals bijvoorbeeld minister Grapperhaus die op zijn huwelijksdag zijn schoonmoeder knuffelt.
Farmaceutische sector
Het is een diepgeworteld probleem, niet alleen in de zorg, maar in onze hele maatschappij. Preventie kan immers moeilijk bestaan in een op groei gebaseerde economie. De farmaceutische sector zou weinig verdienen als we zouden we stoppen met suiker binnen te krijgen via onze voeding. En de dieetindustrie zou flink afslanken als wij zouden beslissen te vasten: aan iemand die niet eet is het immers moeilijk brood te verdienen.
Het is wat je continu ziet. Niet de centrale bankier die een recessie afwendt, maar degene die er een oplost wordt geprezen. Niet de wetgever die autogordels verplicht stelt, maar zij die bij een ongeluk helpen worden als helden ontvangen. Preventie is moeilijk te verkopen. ‘Kijk eens wat ik voor je heb gedaan’ is makkelijker aan de man te brengen dan ‘kijk eens wat ik voor je heb voorkomen’.
Preventie lijkt overbodig
Het is de paradox van de preventie. Juist wanneer een preventieve maatregel goed werkt, lijkt deze overbodig. En wanneer een rampscenario is vermeden, denkt men dat het ook wel zonder had gekund.
Het is een beeld dat door de coronacrisis gekanteld is. Plots realiseren we dat ons ‘eigen risico’ afhankelijk is van het collectief. Want als pakweg 75 procent van de ic-patiënten overgewicht heeft, dan zien we dat door betere preventie de ziekenhuizen minder vol en de terrassen minder leeg zaten.
Laten we de crisis aangrijpen om de preventieve zorg beter te belonen, om de zieke verhouding in ons zorgstelsel gezond te maken. Zolang we dit niet doen, lijkt genezen inderdaad beter dan voorkomen. Mensen bedanken je immers zelden dat je hen hebt behoed voor gebeurtenissen die niet hebben plaatsgevonden.
Lees ook:
Aanpak van overgewicht is nu nog te mager, beloon gezond gedrag
Ook een aantrekkelijke korting op de zorgverzekering kan overgewicht tegengaan, meent Johan Sliggers, lezer te Haarlem.