CommentaarVerkenningsdebat
Volledige openheid bij de formatie is niet goed voor het vertrouwen
Het was een duizelingwekkende achtbaan waar demissionair premier Mark Rutte gisteren in terechtkwam. De Tweede Kamer stelde keer op keer de vertrouwensvraag. Dat uitgerekend deze ervaren VVD-leider in zo’n chaos belandde, geeft te denken. Hij is ruim tien jaar onafgebroken minister-president en tot voor kort kon hij rekenen op brede steun in het land. Toch leek zelfs de recente verkiezingsoverwinning van Rutte de Kamer weinig meer uit te maken.
De situatie is voor een deel aan Rutte zelf te danken. Rutte verklaarde gisteren dat hij domweg was ‘vergeten’ dat hijzelf met de verkenners over het CDA-Kamerlid Pieter Omtzigt had gesproken. Eerder had hij dat in de media nog ontkend. Maar uit het gespreksverslag bleek dat Rutte zelf voor Omtzigt een ministerspost voorstelde.
Zijn verklaring leidde tot hoon in de Kamer. De premier was weer eens iets vergeten, schampte het ene na het andere Kamerlid. Dat gebeurt hem vaker, bijvoorbeeld toen de memo’s opdoken over de afschaffing van de dividendbelasting uit de formatie van 2017.
Afrekenen met gebrekkige informatievoorziening
Het is veelzeggend dat de Kamer de verklaring over het gebrekkige geheugen van Rutte niet meer gelooft. De Kamer lijkt in één klap af te willen rekenen met de jarenlange ontoereikende informatievoorziening, de zogeheten Rutte-doctrine. En het parlement wilde weer zijn tanden laten zien.
Wilders kwam direct met een motie dat ‘leugenaar’ Rutte als premier moest aftreden. D66-leider Sigrid Kaag wilde weten of een premier in crisistijd zich deze amnesie wel kan veroorloven. Rutte moest zich in allerlei bochten wringen. Hij benadrukte keer op keer dat hij niet aan het liegen was, dat partijen hem toch goed genoeg kenden daarvoor, en dat hij grote waardering voor Omtzigt heeft. Maar de Kamer leek Rutte weinig meer te gunnen.
Elk appje boven water
Het raadsel dat Nederland een week in de greep hield, is weliswaar opgelost. We weten nu wie er over de positie van Omtzigt heeft gesproken. Maar misschien schoot de Tweede Kamer gisteren wel wat door. Het parlement probeerde gisteren elk gesprek of appje over de formatie boven water te krijgen. Alsof het geschonden vertrouwen zo wordt hersteld.
In elke formatie moeten meerdere partijen met elkaar een coalitie proberen te smeden. Dat is een delicaat proces en vereist onderling vertrouwen. Na gisteren staan partijen lijnrecht tegenover elkaar. Door de extreme openheid die nu is afgedwongen is het vertrouwen bepaald nog niet hersteld. En dat moet uiteindelijk het doel zijn, zodat de formatie weer op gang komt.
Het commentaar is de mening van Trouw, verwoord door leden van de hoofdredactie en senior redacteuren.