Verkiezingen zijn uitgelezen kans om jeugdzorg op orde te krijgen

null Beeld Fadi Nadrous
Beeld Fadi Nadrous

Gemeenten kunnen zelf veel doen om knelpunten in het zorgsysteem op te lossen. Laat ze dat dan ook doen, zegt Hans Spigt, voorzitter van Jeugdzorg Nederland.

Hans Spigt

Gemeenten hebben er in het sociaal domein de afgelopen jaren een enorm takenpakket en een grote verantwoordelijkheid bij gekregen. Na de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO) zijn sinds 1 januari 2015 de nieuwe Jeugdwet en de Participatiewet van kracht en sindsdien zijn gemeenten dus ook verantwoordelijk voor alle jeugdzorg.

Deze majeure verandering in ons zorgsysteem ging gepaard met forse bezuinigingen, die bij sommige gemeenten tot tekorten leiden. De tussenevaluatie van de Jeugdwet met de bevindingen na de eerste drie jaar, maakt duidelijk dat er nog flinke knelpunten zijn die niet alleen met geld opgelost kunnen worden.

Knelpunten die opgelost moeten worden om van de decentralisatie een succes te maken. Gemeenten hebben alle mogelijkheden in handen om daar heel snel werk van te maken. Doen ze dat niet, dan kunnen incidenten op sommige punten een ingrijpen van de landelijke politiek mogelijk maken, en dat is vaak niet de oplossing en kost altijd veel tijd. Tijd die er eigenlijk niet is.

Wetswijziging duurt maanden

Een voorbeeld. Gemeenten maken relatief weinig gebruik van de mogelijkheid om jeugdhulp te verlengen voor jongeren die 18 jaar of ouder zijn, maar nog wel behoefte hebben aan deze zorg. De Jeugdwet biedt alle ruimte voor verlengde jeugdhulp, zelfs tot jongeren 23 jaar oud zijn. Dat gemeenten deze verlengde zorg zo weinig gebruiken, zorgt voor veel problemen bij jeugdzorgjongeren die 18 jaar worden.

Minister De Jonge wil daarom ingrijpen: pleegzorg moet in zijn plan in principe doorgaan tot een jongere 21 jaar is. Om dit landelijk af te dwingen, zodat gemeenten echt allemaal verplicht worden dit uit te voeren, is een wetswijziging nodig. Dat is een intensief proces dat veel tijd kost. Als gemeenten echter zelf besluiten dat zij pleegzorg langer mogelijk willen maken, dan kan dat gewoon binnen de huidige wetgeving. Zij kunnen daar morgen al mee beginnen, terwijl de minister op z'n minst vele maanden nodig heeft om zijn wetswijziging te realiseren. En iedere dag worden er weer nieuwe pleegkinderen 18 jaar.

Ingrijpen niet nodig

Nog een voorbeeld. Gemeenten stellen allemaal andere administratieve eisen aan jeugdzorgorganisaties. Bij iedere gemeente moet weer andere informatie aangeleverd worden en een ander type factuur worden gestuurd. Voor een organisatie die voor tientallen gemeenten werkt, levert dit uiteraard veel administratie en bureaucratie op. Een wetsvoorstel om gemeenten te dwingen allemaal dezelfde landelijke standaard te gebruiken, ligt bij de Tweede Kamer. De landelijke standaarden zijn echter al lang ontwikkeld: branches en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten hebben deze samen opgesteld. Als alle gemeenten die gewoon zouden gebruiken, was deze wettelijke ingreep niet nodig.

Een belangrijke doelstelling van de decentralisatie van de jeugdzorg naar gemeenten was het mogelijk maken van integrale hulpverlening: over de verschillende 'domeinen' heen. De leefwereld van een kind bestaat niet uit verschillende budgetjes, maar is één geheel. En omdat ieder kind in een gemeente woont, was het logisch dat de gemeente de taken zouden uitvoeren die voorheen bij provincies, zorgverzekeraars en de rijksoverheid waren ondergebracht. Ook de aansluiting van de jeugdhulp op schuldhulpverlening, werk en inkomen, jeugdgezondheidszorg, veiligheidsbeleid, volkshuisvestingsbeleid en onderwijs zou na de decentralisatie een stuk beter geregeld kunnen worden.

Weerbarstig

Tot zover de theorie. Uit de tussenevaluatie van de Jeugdwet blijkt dat de praktijk weerbarstig is. Ook van jeugdzorgorganisaties in het hele land hoor ik dat in het schrappen van procedures en administratie nog veel winst te halen is. De randvoorwaarde is meer beslissingsbevoegdheid bij de mensen en de gezinnen die het integraal werken in de praktijk moeten oppakken.

Maar de decentralisatie leidt (helaas) niet automatisch tot integraal werken. Als gemeenten niet samenwerken en in hun eigen organisatie in kokers blijven denken en werken, de budgetten strikt gescheiden houden, dan worden de doelen van de Jeugdwet nooit gehaald. Sterker nog: daar waar de Jeugdwet het jeugdhulpstelsel beter moest maken, wordt de situatie er op de werkvloer eerder slechter op met discussies over wachtlijsten en werkdruk. Het laat zich raden wie wordt daar uiteindelijk de dupe van worden: het kind en zijn opvoeders.

Veel effectievere aanpak

De komende gemeenteraadsverkiezingen en vooral de coalitie- of raadsakkoorden die daarna tussen partijen gesloten worden, bieden de kans om wel grote stappen vooruit te maken. Tegen de nieuwe gemeenteraadsleden zeg ik: benoem het integraal of domeinoverstijgend werken tot topprioriteit. Tegen de nieuwe colleges zeg ik: neem verantwoordelijkheid voor de regionale samenwerking in het sociaal domein en benoem een coördinerend wethouder die eindverantwoordelijk is voor de uitvoering en de budgetten en die ook echt in mag breken bij de portefeuille van zijn/haar collega-wethouders.

Problemen in gezinnen kunnen dan samen met het gezin veel effectiever aangepakt worden en ook jongeren die 18 jaar worden, kunnen veel beter begeleid worden richting een zelfstandig bestaan, met een diploma, een huis en een inkomen. Nieuwe raadsleden en toekomstige wethouders, laat deze kans niet liggen.

DE STEM

In aanloop naar de gemeenteraadsverkiezingen geeft Trouw in een korte serie stem aan mensen van buiten de politiek. Over nieuwe verhoudingen, slimme steden, kwetsbare burgers, milieu, klimaat en zorg.
Vandaag deel 5: Hans Spigt is voorzitter van het bestuur van branchevereniging Jeugdzorg Nederland, die voor zo'n tachtig organisaties die jeugd- en opvoedhulp, jeugdbescherming en jeugdreclassering bieden. De organisaties, verspreid over het land, leveren uiteenlopende zorg: van pleegzorg tot JeugdzorgPlus (gesloten jeugdzorg), van ambulante hulp en wijkteams tot gezinsvoogdij.
Tot 1 januari 2015 werden ze gefinancierd door de provincies en stadsregio's, sinds 2015 werken ze voor de gemeenten.
De meeste organisaties hadden in het verleden met slechts één provincie als financier te maken, maar moeten nu zaken doen met tientallen gemeenten.

Lees ook de eerdere afleveringen:
Verlaag de snelheidslimiet binnen de bebouwde kom naar 30 kilometer per uur
Neem het op voor kinderen in armoede
Laat raadsleden en wethouders nadenken hoe de slimme stad leefbaar blijft
Stem lokaal en niet voor of tegen Rutte, Pechtold of Wilders

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden