column
Van de fiets geslagen, hoe voorkom je dat?
Ik had natuurlijk over Gent-Wevelgem willen schrijven, want wat een prachtige editie was het, met twee fabuleuze crossers die ineens klassiekerrenners blijken en een fenomenale Kirsten Wild in de vrouweneditie.
Maar een bericht dat ik tijdens de race tegenkwam hield me iets te veel bezig. Wielrenners worden steeds minder als mensen gezien, meldde het stuk dat ik las. Dat blijkt uit een onderzoek van twee Australische universiteiten.
Meer dan de helft van de automobilisten omschrijft wielrenners als kakkerlakken. Een op de tien automobilisten rijdt expres heel dicht langs wielrenners en bijna twee op de tien heeft zijn auto weleens gebruikt om een wielrenner de weg te versperren. Sommigen zeiden ook naar wielrenners te schreeuwen vanuit de auto of dingen naar hen te gooien.
Natuurlijk, dit is Australië. Maar ik kan niet ontkennen dat alles wat ik las mij ook bekend voorkomt. In ons land wordt er iets netter met wielrenners omgegaan, ik denk omdat we als Nederlanders zo'n beetje allemaal weten wat het is om op een fiets te zitten, maar de agressie richting wielrenners groeit ook hier. Ik heb zelf al vaak gedacht: als ik op een racefiets zit, word ik niet als mens, als persoon van vlees en bloed gezien. Anders gedraag je je als automobilist niet zo. Neem je niet het risico om uit irrationele woede of ongeduld iemand voor het leven ongelukkig te maken.
Gemiddelde snelheid
Hand in eigen boezem: ja, wielrenners zijn irritant. Dat heeft iedereen het afgelopen zonovergoten weekend weer kunnen constateren. Of althans, een minderheid van ons is irritant. Want zoals dat gaat, is het vaak een kleine groep die het voor de rest verpest. Een kleine groep die doet of de weg van hen alleen is en voor niemand remt, bang voor een lagere gemiddelde snelheid of een slechte score op Strava, het competitie-appje dat veel wielrenners gebruiken. Terwijl (knoop dit nog maar eens in de oren, lieve Strava-addicten) remmen, netjes wachten tot andere weggebruikers aan de kant zijn gegaan en daarna weer optrekken terwijl je vriendelijk ‘bedankt’ roept een veel betere training is, vanwege het interval-element.
Soms maak ik even een praatje met mensen die schelden en tieren, enkel en alleen omdat ik op een racefiets zit. Ik zet mijn zonnebril af, stel me voor en vraag waarom ze zo boos zijn. Meestal durven ze me niet aan te kijken. En bijna altijd hebben ze een antwoord dat niet verder komt dan ‘ja, maar jullie wielrenners ...’ Als ik dan vraag of ik aanleiding heb gegeven dat ook over mij te denken, valt het stil.
Karretje
Een groot probleem is dit wel. Want de gevallen van fysieke agressie nemen ook in Nederland toe. Geregeld hoor ik verhalen over wielrenners die bijna of helemaal van de fiets worden geslagen – en vaak zijn dat net degenen die nooit een vlieg kwaad doen, maar slachtoffer worden van opgekropte boosheid.
Nu heb ik zelf een oplossing gevonden. Sinds ik met mijn dochter in een karretje achter mijn racefiets rij, heb ik gemerkt dat het ook anders kan. Automobilisten houden afstand, oudere echtparen lachen vertederd als ze ons koerend en kletsend zien aankomen. Ineens word ik niet meer gezien als zo’n irritante wielrenner, maar als een moeder met een kind. Als een mens. Dus dit is de tip voor als je een agressieloos rondje wilt wielrennen dit voorjaar: hang een kar achter je fiets. Desnoods met een hond erin. Of een pop. Bijkomend voordeel: het is nog beter voor je conditie ook.
Marijn de Vries fietst u elke maandag door het sportweekend. Lees meer van haar columns op trouw.nl/marijndevries.