Wat is daar nou erg aan?Leonie Breebaart
Valt er in de krant nog iets te lachen?
Valt er in de krant nog iets te lachen? Dat is misschien geen vraag die je in alle ernst zou moeten stellen. Zorg gewoon dat je een grappige column schrijft! Maar dat is het punt: in de negen jaar dat ik u heb mogen dienen met columns (dit is helaas de één na laatste) ben ik er geloof ik niet geestiger op geworden. En dat terwijl de kop boven dit artikel daar juist zo toe uitnodigt. Zoals Aristoteles reeds schreef: komisch is het als er iets misgaat zonder dat het erg is (je valt, maar breekt geen been). Tragisch wordt het als de consequenties catastrofaal zijn (verder moeten in een rolstoel).
Had ik dus vaker moeten wijzen op mensen, dieren en dingen waarmee het eigenlijk wel meevalt? Misschien wel. Sterker nog: misschien ben ik wel bevangen geraakt door een politiek-correcte tijdgeest. Die schrijft voor dat je ieders gevoel iets erg te vinden moet respecteren, want anders is het beledigend. Die tijdgeest maakt grappen maken moeilijk (al kan zelfspot altijd) en het dempt de mogelijkheid kritiek te ventileren op idiote ideeën.
“Het principe van de universele kritiek werd vervangen door het principe van het universele respect”, schrijft Carlo Strenger in ‘Beschaafde minachting’, ondertitel: ‘Handleiding voor het verdedigen van onze vrijheid’. De Israëlische filosoof pleit ervoor ideeën die nergens op slaan steviger aan te pakken. Waarom zou je mensen die iets idioots zeggen niet voor schut mogen zetten? Hij pleit voor meer humor in het debat, wat me dezer dagen een belangrijke opmerking lijkt.
Beschaafde minachting
De vraag is alleen, wie zulke beschaafde minachting eigenlijk verdient. De huidige standbeeldendiscussie is een mooie illustratie van die vraag, vooral de demonstraties voor én tegen het ontsokkelen van Jan Pieterszoon Coen, architect van de VOC-mentaliteit waar we volgens voormalig premier Jan Peter Balkenende nog trots op mochten zijn.
Persoonlijk voel ik me vrij één van beide groepen demonstranten belachelijk te maken, maar daarmee zou ik weer mijn vermogen beledigen beide kanten te begrijpen. Want: hoe erg is het dat Coen in hartje Hoorn nog overeind staat, alsof hij op de Banda-eilanden niet duizenden over de kling heeft gejaagd? Erg! Tegelijk: hoe zou het zijn als we alle symbolen van onze meedogenloze handelsgeest uit de openbare ruimte zouden opruimen? Eeuwig zonde!
Gelukkig is er een tussenoplossing mogelijk – ik vernam daarvan uit een andere krant. Daar stelde een lezer voor alleen het hoofd van dubieuze vaderlandse helden met rode verf te beschilderen. Alsof J.P. Coen bloost. Alsof hij wil zeggen: “Ik sta hier nou wel, maar achteraf schaam ik me diep!”
Het leek me een ideale oplossing: effectief, want onmiddellijk zichtbaar, maar ook weer niet geschiedenis-vernietigend. Typisch een staaltje beschaafde minachting, maar dan jegens J.P. Coen zelf, niet jegens de lofwaardige demonstranten.
Maar mocht u het heel erg vinden dat ‘onze cultuur, tradities en erfgoed’ aldus bezoedeld raken, óf mocht u het vreselijk vinden dat J.P. Coen daar in Hoorn blijft staan, zij het lichtelijk belachelijk gemaakt, dan hebt u gewoon geen gevoel voor humor.