CommentaarSport
Topsport ongezond? Dat is moeilijk vol te houden
Is topsport ongezond? “Topsport bedrijven kan echt op een gezonde manier”, zegt arts Conny van Bentum in een afsluitend artikel van de serie ‘De fysieke prijs van topsport’ in Trouw. Daarin deden acht oud-sporters hun verhaal, met als overeenkomst dat de sport in elk geval voor hen ongezond was geweest. Drie van de acht geïnterviewde oud-sporters hebben er hersenletsel aan overgehouden, één is vergeetachtig en bij anderen is sprake van fysieke schade: versleten knieën en chronische pijn ‘in het lichaam van een honderdjarige’ na een val bij het turnen.
Het speelveld in topsport is ingewikkeld, zegt Van Bentum ook. Zonder pijn geen prestaties, is een adagium. Naast de medische begeleiding is er ook de coach, die geneigd kan zijn in de hang naar resultaat een sporter zwaarder dan verantwoord te belasten én bijvoorbeeld ambitieuze ouders. En vergeet de sporter zelf niet die bereid is om voor het hoogste ver te gaan. Oud-volleybalster Chaïne Staelens vertelde dat ze, 30 jaar al en dus geenszins onbezonnen, toeliet dat haar rug voor elke wedstrijd van het EK 2011 verdoofd werd.
Sport is het zoeken naar grenzen
Het is niet zo dat alle oud-sporters met wrok en spijt terugkijken. Er zijn er die kanttekeningen bij de nog gebrekkiger medische begeleiding in hun tijd plaatsen. Maar een kleine meerderheid, in deze serie althans, ziet wat hun is overkomen als een consequentie van wat sport ook is: het zoeken naar de grenzen. Oud-bokser Pedro van Raamsdonk stelde daarnaast klinisch vast dat ook zanger Rob de Nijs parkinson opliep, de ziekte die bokslegende Muhammad Ali trof.
Het lot speelt ook een rol, wilde de oud-bokser zeggen. Zoiets kwam ook naar boven in het verhaal van hockeyster Lisa Scheerlinck, die anorexia, een obsessieve blik op haar gewicht, aan haar sportcarrière overhield. Wat haar overkwam, hoeft niet sportgerelateerd te zijn: het komt ook buiten de sport voor. Scheerlinck erkende uiteindelijk dat een interlandcarrière, die ze met twee nationaliteiten eerst als Nederlandse en later als Belgische nastreefde, voor haar niet was weggelegd.
Het gestel van de één is, zowel in fysiek als in mentaal opzicht, dat van de ander niet. De één heeft altijd meer dan de ander aangekund. De medische begeleiding in de sport is, zo leerde de afsluiting van de serie, danig verbeterd. Onderzoek van sportkoepel NOC-NSF naar blessures is geïntensiveerd. Ook is becijferd dat de kwaliteit van leven van oud-sporters minimaal net zo goed is als bij andere mensen – sterker, de levensverwachting van olympische sporters ligt vijf jaar hoger dan het gemiddelde. Zo kan moeilijk worden volgehouden dat topsport in zijn algemeenheid ongezond is. Dat de doelen en de dromen ervan nooit voor iedereen kunnen zijn weggelegd, is de andere realiteit.
Het commentaar is de mening van Trouw, verwoord door leden van de hoofdredactie en senior redacteuren.