Commentaar
Samen optrekken tegen deze Russische spionage is het juiste antwoord
Inlichtingendiensten bestrijden elkaar zelden in het openbaar. Decennialang was de praktijk toch vooral dat een spion die tegen de lamp liep, een roemloos enkeltje wachtte naar het land van herkomst.
Wat dat betreft was de persconferentie vorige week van minister van defensie Ank Bijleveld en Onno Eichelsheim, directeur van de militaire inlichtingen- en veiligheidsdienst (MIVD), spectaculair. Nederland heeft vier agenten van de Russische militaire inlichtingendienst GROe uitgezet en iedereen weet nu wie ze zijn en wat ze wilden: inbreken op het netwerk van de OPCW.
Die internationale organisatie doet onderzoek naar een gifgasaanval in het Syrische Douma waartoe het regime van de Syrische president Assad mogelijk opdracht heeft gegeven. Assad wordt in de Syrische burgeroorlog door Rusland gesteund. De OPCW onderzoekt daarnaast de Skripal-zaak, de mislukte moordpoging op de Russische dubbelspion Skripal. De Britten zien hier de hand van het Kremlin in.
Duidelijk is dat Nederland in deze spionageaffaire niet alleen opereert. De Britten tipten de MIVD, de Amerikanen vervolgen het viertal juridisch. Samen en in openheid optrekken tegen deze Russische spionage, is het juiste antwoord voor Nederland. Als kleine natie is het bijvoorbeeld ook bij het zoeken naar de verantwoordelijken voor het neerhalen van MH17 afhankelijk van internationale steun.
Opvallend is hoe slordig de vier GROe-officieren in Den Haag te werk gingen. Dat de militaire inlichtingendienst ook in Rusland daarvoor de nodige hoon ontving is echter geen reden de ogen te sluiten. De mislukte inbraak bij de OPCW is namelijk opnieuw een aanwijzing op welke wijze Rusland tracht de westerse democratie, westerse waarden en de instituten die daaraan bijdragen, te ondermijnen.
Daarbij gaat Rusland over een breed front te werk. Het hacken van het Democratische kamp tijdens de Amerikaanse presidentsverkiezingen was een voorbeeld, maar inmiddels hebben bijvoorbeeld ook de Britten een lijst met acties van GROe gepubliceerd. Nieuw-Zeeland, Canada en Australië maakten eveneens melding van Russische computerhacks. Daarnaast geeft het Kremlin graag steun aan populistische of nationalistische groeperingen in het westen – steun die niet los gezien kan worden van de anti-democratische agenda.
De glasharde ontkenning door het Kremlin van alle spionage-affaires staat in schril contrast met de zich opstapelende bewijzen. Het assertieve optreden van de Russische diensten laat bovendien zien hoe groot de kloof met Moskou is geworden. En dat is verontrustend. Europa, en Nederland, zijn bepaald niet gebaat bij kille verhoudingen met zo’n belangrijk buurland.
Het commentaar is de mening van Trouw, verwoord door leden van de hoofdredactie en senior redacteuren.
Lees ook:
Wat we weten over de Russische hackaanval tegen de OPCW
Nederland heeft dit voorjaar een Russische cyberaanval tegen de Organisatie voor het Verbod op Chemische Wapens (OPCW) verijdeld. Vier Russische militaire spionnen zijn Nederland uitgezet naar aanleiding van de operatie.
Verbazing over geklungel van spionnen en hun bazen
De Russische inlichtingendienst GROe voert amateuristische acties uit zonder de gevolgen te overzien.