ColumnStevo Akkerman
Rutte is bang voor Den Uyl, hij leeft in een politiek verleden
Bij de Tweede Kamerverkiezingen van maart 2021 hield Mark Rutte, lijsttrekker van de VVD, maar liefst drie tv-debatten met Geert Wilders, directeur-eigenaar van de PVV. Verzoeken respectievelijk uitdagingen van Lilianne Ploumen en Pieter Omtzigt om ook met hen in debat te gaan, negeerde Rutte. Liever bracht hij de campagne terug tot een strijd tussen rechts en extreem-rechts, dat zou hem automatisch het aureool van de verstandige staatsman verschaffen.
Maar voor de komende Provinciale Statenverkiezingen kiest Rutte een andere koers, nu presenteert hij links als het te stuiten gevaar. PvdA en GroenLinks zouden gezamenlijk wel eens de grootste partij kunnen worden, waarschuwde hij zaterdag in De Telegraaf, samen met Edith Schippers, VVD-lijsttrekker voor de Eerste Kamer. “We hebben geprobeerd die linkse wolk eronder te krijgen, maar het komt weer terug,” zegt Rutte. “Slecht nieuws voor de hardwerkende Nederlander.”
Hij ziet het al helemaal misgaan
Zelf ben ik bang nooit een hardwerkende Nederlander te kunnen worden, al werk ik me dood, maar dat terzijde. Interessant is dat Rutte het heeft over een linkse wolk, dat deed hij tijdens de laatste formatie ook; PvdA en GroenLinks mochten niet beide aan de onderhandelingen meedoen, want bij elkaar opgeteld zouden ze een te grote bedreiging vormen. Impliciet was het een advies aan deze partijen om te gaan fuseren, en het proces in die richting is er inderdaad door versneld. Rutte ziet het al helemaal misgaan: “Als ze de grootste partijen worden ontwikkelen ze enorm veel zelfvertrouwen en ik vind dat de VVD die beweging moet stoppen.”
Ik neem dus aan dat de premier ditmaal wel in debat wil gaan met zijn opposanten aan de linkerzijde, al weet ik niet of het VVD-campagneteam dat ook een goed idee vindt. In het Telegraaf-interview zegt Rutte inhoudelijk zo goed als niets, hij veronderstelt slechts dat ‘mensen willen dat we zaken stabiel houden’, aangezien we uit drie crises komen: ‘de economische recessie, daarna corona en nu is er oorlog op het continent’. PvdA en GroenLinks zullen hem ongetwijfeld graag herinneren aan veel meer crises, geheel of gedeeltelijk het gevolg van zijn eigen beleid. Stikstof, asielopvang, jeugdzorg, woningnood, armoede, dakloosheid, natuurbederf, vastlopende zorg, kloof tussen arbeid en kapitaal, en nog zo wat.
Fossiele subsidies
Dat Rutte de klimaatcrisis niet noemde was nog wel het allervreemdst, zeker nu de acties van Extinction Rebellion tot zulk draconisch overheidsoptreden leiden: mensen tevoren van hun bed gelicht, meer dan 700 arrestaties bij de A12-blokkade van zaterdag. In mijn hoofd woedt nog een interne twist over deze vorm van protest, maar wat aan de orde werd gesteld zou onomstreden moeten zijn: hoe bestaat het dat er per jaar minstens 17,5 miljard euro wordt betaald aan fossiele subsidies? Je kunt de mond vol hebben over de hardwerkende Nederlander die gepakt dreigt te worden door linkse belastingen, maar zit er niet iets fundamenteel fout in de (financiële) voorkeursbehandeling van vervuilende industrieën, inclusief de industriële landbouw?
“We moeten niet terug naar de dagen van Joop den Uyl,” zegt Rutte. Hij leeft in een politiek verleden, ik hoor geen verhaal over nu, laat staan over de toekomst.
Drie keer per week schrijft Stevo Akkerman een column waarin hij de ‘keiharde nuance’ en het ‘onverbiddelijke enerzijds-anderzijds’ preekt. Lees ze hier terug.