De Iraanse Revolutionaire Garde terroristisch noemen, is toch niet de beste manier om de groep aan te pakken, betoogt Tanya Mehra, terrorisme-expert.
De Tweede Kamer heeft eind vorig jaar een motie aangenomen om de Iraanse Revolutionaire Garde aan te merken als terroristische organisatie. De VS was het eerste land dat de IRGG (Iranian Revolutionary Guards Corps) in 2019 op de lijst van terroristische groeperingen plaatste. Het VK en Canada ondernemen stappen om dit militaire elitekorps op hun eigen terrorismelijst te zetten. Inmiddels roept het Europees parlement nu ook op om deze garde op de EU-terroristenlijst te plaatsen. De vraag is hoe effectief en wenselijk het is om IRGC als een terroristische organisatie aan te merken.
De EU kan geen staten op de EU-terrorismelijst plaatsen. Onlangs heeft zowel het Europees Parlement als de Tweede Kamer wel Rusland aangemerkt als sponsor van terrorisme. Dit heeft echter geen consequenties en is louter symbolisch. Momenteel staan er dertien personen en 21 groeperingen op de EU-terrorismelijst, die los staat van de VN-lijst. De IRGC, onderdeel van de Iraanse staat, op de EU-lijst zetten kan vergaande juridische en politieke consequenties hebben. Komen ook Iran en wellicht Rusland zo toch op de EU-terrorismelijst?
Om op die Europese lijst te komen, moet de entiteit betrokken zijn bij terroristische daden. Dan gaat het om het intimideren van een bevolking of het dwingen van een regering of een internationale organisatie om wel of juist niet te handelen. Of om het ernstig destabiliseren van de fundamentele politieke structuur van een land of een internationale organisatie, bijvoorbeeld door gijzelen, mensen te doden of leiding geven aan of deelnemen aan een terroristische groepering.
Gezien de lange arm van de IRGC en de vermeende betrokkenheid bij liquidaties van Iraanse journalisten en (mensenrechten)activisten in het buitenland, is het zeer begrijpelijk dat de vraag gesteld wordt of het korps aangemerkt moet worden als terroristische groepering. Het beschermt het gedachtegoed van de Iraanse revolutie, ook in het buitenland en schendt daarbij de politieke orde in andere landen. De IRGC lijkt dus aan de criteria te voldoen om geplaatst te worden op de EU-terrorismelijst.
Concrete informatie
Een persoon of organisatie kan alleen op die lijst komen op basis van concrete informatie die afkomstig is van een rechterlijke instantie. Daaruit moet blijken dat een opsporingsonderzoek of vervolging is ingesteld of een veroordeling is geweest voor een (poging tot het plegen van een) terroristisch misdrijf. Deze informatie kan afkomstig zijn van een EU-lidstaat of van een ander land. Onlangs heeft Joseph Borell, de hoge vertegenwoordiger van de EU, aangegeven dat er geen rechterlijke uitspraak is, maar Europa en de VS wel beschikken over voldoende concrete informatie. Vorige maand zijn drie huurmoordenaars die mogelijk banden hebben met de garde, aangehouden in New York vanwege een verijdelde aanslag op een Iraanse-Amerikaanse journalist.
De sancties die gelden bij plaatsing op de EU-terrorismelijst zijn min of meer dezelfde als die van andere sanctielijsten voor Iran vanwege mensenrechtenschendingen of proliferatie van nucleaire wapens. Er volgt een reisverbod, bevriezing van tegoeden en EU-burgers mogen geen financiering verstrekken aan personen op de lijst. Maar IRGC-leden zoals Quds-strijdkrachten staan al op enkele sanctielijsten.
Strafbaar
Lidmaatschap van een terroristische organisatie wordt dan ook strafbaar. Dit betekent dat degenen die ondersteunende functies vervullen, reservisten of personen die vanwege de verplichte dienstplicht voor de IRGC werken, onevenredig hard worden getroffen. Het plaatsen van de gehele IRGC leidt niet tot meer of andere sancties, maar breidt wel het net uit en kan alle 600.000 IRGC-leden raken. Indien het doel is om IRGC aan te pakken vanwege onderdrukking van de eigen bevolking, dan is de EU-sanctielijst voor schendingen van mensenrechten geschikter. Plaatsen op de terrorismelijst lijkt niet de beste manier om de garde te bestrijden.
Tanya Mehra Internationaal centrum voor contra-terrorisme ICCT Den Haag
Lees ook:
Interview met politica Farah Karimi, opgegroeid in Iran: Ik blijf knokken voor vrijheid en democratie, het alternatief is te duister
“Dat het regime de situatie maar niet de baas kan worden, geeft nieuwe hoop. Net als de enorm mobiliserende kracht die is vrijgekomen in buitenland, bij de diaspora althans. De politiek reageert helaas anders, Nederland en de EU zijn ongelooflijk aarzelend en traag: de Iraanse Revolutionaire Garde had allang op de lijst van terroristische organisaties moeten staan.”
Nederland teleurgesteld: machtige Iraanse Revolutionaire Garde niet officieel ‘terroristen’
De Europese Unie legt Iran nieuwe strafmaatregelen op omdat het doorgaat met het neerslaan van protesten. Nog eens 37 personen en organisaties die daar een aandeel in hebben worden gestraft. Maar de machtige Iraanse Revolutionaire Garde wordt voorlopig niet aangemerkt als een terroristische organisatie, tot teleurstelling van Nederland.