Jonge, sociaal-geëngageerde juristen zijn amper te vinden. Een zeer zorgelijke ontwikkeling, vindt Tony Barshini, junior docent staats- en bestuursrecht.
We moeten ons zorgen maken over de toekomst van de sociale advocatuur. De beroepsgroep vergrijst en tegelijkertijd zijn steeds minder rechtenstudenten geïnteresseerd in het vak, zo blijkt uit onderzoek dat begin dit jaar is gestart door de Raad voor de Rechtsbijstand en de Nederlandse Orde van Advocaten. Het gevolg van de vergrijzing kan zijn dat de toegang tot het recht voor honderdduizenden mensen op termijn in gevaar komt.
Aan het begin van het academisch jaar stel ik mijn eerstejaarsstudenten de vraag waarom zij hebben gekozen voor de studie rechtsgeleerdheid. Begrippen als ‘rechtvaardigheid’, ‘eerlijkheid’ en ‘opkomen voor kwetsbare mensen’ worden niet of nauwelijks genoemd. Termen als ‘baanzekerheid’, ‘inkomen’, ‘ouders’ en ‘aanzien’ wel. Typerend was een opmerking van een student dat mensen helpen tegenwoordig geen ‘economische meerwaarde’ heeft.
De meerderheid van de rechtenstudenten komt inmiddels niet meer naar de universiteit om te discussiëren en na te denken over het recht, maar ziet de studie als een rode loper naar mooie en goedbetaalde banen. Studeren moet zo snel en efficiënt mogelijk. Ruimte om na te denken over vragen en concepten die verder gaan dan bestudering van het materiële recht (denk aan ‘wat is de rechtsstaat?), is er nauwelijks en wordt vaak ondergebracht bij één of twee (niet-populaire) cursussen.
Dat is ook niet zo gek. Universitaire rechtenstudies zijn allereerst gebonden aan het civiel effect. Een combinatie van juridisch-materiële vakken – geïnitieerd vanuit de rechtspraktijk – moet toegang geven tot de felbegeerde toga-beroepen.
Levert het iets op?
Zolang de rechtenstudent voldoet aan het eisen van het civiel effect, is er weinig aan de hand, vindt men, al is er weinig academisch aan. Bovendien is het voor universiteiten financieel aantrekkelijk om studenten zo snel mogelijk te laten afstuderen. En studenten weten dat onder het huidige systeem van studiefinanciering een jaar extra studeren duizenden euro’s extra lenen betekent.
Het gevolg is dat veel studenten alleen maatschappelijk betrokken willen raken als ze dat ook iets ‘oplevert’. Een voorbeeld hiervan zijn de rechtswinkels. De achterliggende reden om daar als vrijwilliger aan de slag te gaan, blijkt vaak dat het een mooie aanvulling is op het curriculum vitae. De rechtswinkel wordt namelijk door recruiters van grotere kantoren gezien als één van de hokjes die de rechtenstudent moet afvinken om ‘aan te tonen’ dat hij of zij is begaan met de maatschappij.
Wat niet helpt, is het doorgeslagen individualisme en rendementsdenken binnen de rechtenstudie zelf. Werkgevers, waaronder grote advocatenkantoren, gaan hier slim mee om. Ze stellen (veel) geld beschikbaar voor de aanstelling van bijzonder hoogleraren, financieren studieverenigingen via sponsordeals en sturen recruiters naar academische activiteiten. Juist de rechtenfaculteiten, als onafhankelijke kennisinstituten, moeten studenten beschermen tegen dergelijke ongewenste invloeden en ze een breder perspectief bieden.
Sociaal advocaten nodig
De sociale advocatuur, die de toegang tot het recht voor minderbedeelde mensen moet garanderen, schreeuwt om jonge en sociaal-geëngageerde juristen. Maar die lijken steeds zeldzamer te worden. Het is daarom noodzakelijk dat het (eerlijke) maatschappelijke en collectieve besef weer terugkeert onder rechtenstudenten.
De overheid zou het vak van sociaal advocaat aantrekkelijker moeten maken. Ook de rechtenfaculteiten hebben een verantwoordelijkheid. Zij moeten kritisch blijven kijken naar hun curriculum en het civiel effect. Studenten moeten meer worden gestimuleerd om, ook buiten het onderwijs, na te denken over het recht. Welke rol spelen zij binnen onze rechtsstaat en wat is daarvan de toekomst? Ook mogen ze vaker opstaan voor kwetsbare mensen zónder dat te vermelden op hun cv.
Lees ook:
Rechtswinkels vullen het juridische gat dat de overheid laat vallen: ‘Het systeem piept en kraakt’
Rechtswinkels verlenen in Nederland laagdrempelig juridisch advies met behulp van studenten. Veel winkels zien momenteel een grote toename aan vragen. De zaken waar cliënten mee komen worden bovendien complexer.
Volgens de wet geen recht op hulp uit de sociale advocatuur? Rechters grijpen in en wijzen toch betaalde advocaten toe
Rechters deden twee opvallende uitspraken over rechtsbijstand. Ook als dat wettelijk niet is geregeld moeten burgers een gesubsidieerde advocaat krijgen.